GP Wegrace TT Assen
Pecco Bagnaia, Marco Bezzecchi, Maverick Viñales en Aleix Espargaro – elk van de top 4-rijders van de Dutch TT van 2022 had een bijzonder verhaal te vertellen. Bagnaia won een week na zijn crash in Duitsland zijn derde race van het jaar, Bezzecchi stond voor het eerst op een MotoGP-podium, Viñales scoorde zijn eerste podium voor Aprilia en Espargaro besloot een spectaculaire inhaalrace met een de vierde plek. Fabio Quartararo crashte twee maal – en werd bestraft.
Op de rechter bovenarm van Pecco Bagnaia is het Circuit van Drenthe getatoeëerd, ter ere van zijn allereerste grand prix-zege, behaald in 2016, op Assen. Twee jaar later hield hij tweede man Fabio Quartararo op 1,7 seconden in de Moto2-race tijdens de Dutch TT en dit jaar bracht Bagnaia zijn totaal aan overwinningen in Assen op drie. De Ducati-coureur leidde net als eerder in Jerez en Mugello van de eerste ronde tot de finish. Zijn achterstand op klassementsleider Quartararo bracht hij terug van 91 naar 66 punten: voor de eerste maal in 2022 kwam de Fransman namelijk niet tot scoren. Vanaf de tweede startplaats achter polesitter Bagnaia zag Quartararo direct na het doven van de lichten de als vijfde gestarte Aleix Espargaro voorbijkomen. In de vijfde ronde viel Quartararo aan de krappe Strubben. In zijn poging om binnendoor te duiken bij Espargaro gleed hij onderuit en stuurde bovendien zijn grootste rivaal het grind in. “Ik was heel sterk op die plek en Fabio wist dat”, vertelde Espargaro later. “Ik denk dat hij die actie inzette omdat zijn gevoel met de motor momenteel fantastisch is. Dat zagen we ook in Duitsland toen hij Pecco in de eerste bocht binnendoor passeerde. Hij is geen smerige rijder, maar zijn vertrouwen is zo groot dat hij zo kan afdraaien. Maar vandaag was ik ook supersnel, ik kon ook krap afdraaien en we raakten elkaar.”
Espargaro typeerde zichzelf als een ‘oude man in deze paddock’ en was opvallend coulant voor zijn belangrijkste tegenstander in de strijd om de wereldtitel. “Ik mag graag dingen analyseren. Ik ken de klasse, ik kende machines, ik ken mijn rivalen. Ik heb hem op video veel geanalyseerd, in races en in trainingen. Dus ik weet dat zijn vertrouwen momenteel super groot is, maar als je zó snel bent, is het niet makkelijk om dat vast te houden. Om geen fouten te maken. Hij was niet arrogant of zo, want hij voelt zich zoveel sneller dan de rest. Maar hij maakte een verkeerde inschatting. Hij heeft dit jaar nog geen fout gemaakt en als hij die dan maakt, moet je daar van profiteren.”
Dat deed Espargaro in een fenomenale inhaalrace vanaf de vijftiende plaats, waarin hij in negentien van de 26 ronden sneller was dan Bagnaia en waarin hij dankzij een adembenemende inhaalactie in de GT in de laatste meters nog verbeterde van de zesde naar de vierde plaats. Brad Binder, samen met Jack Miller slachtoffer van Espargaro’s dadendrang, was vol bewondering. “Petje af voor die gast! Ik kwam er al op het tandvlees aan en op de één of andere manier blaast hij ons allebei voorbij. F***ing hell!”, aldus de als vijfde finishende Binder. Espargaro’s achterstand op Bagnaia na de touché met Quartararo bedroeg 8,5 seconden; aan de finish waren het er nog 4,5.
Ondanks regenspetters – en de witte vlag die een machinewissel mogelijk maakte – was Pecco Bagnaia na twee rampzalige nulscores in Barcelona en op de Sachsenring weer eens de sterkste. Hij bleef de verrassende rookie Marco Bezzecchi nipt voor. Een jaar nadat hij chagrijnig met een tweede plaats zijn laatste podium voor Yamaha veroverde, was Maverick Viñales met zijn eerste top 3 voor Aprilia nu ‘de gelukkigste man ter wereld’, op 0,7 van Bezzecchi. De zeer blij Bagnaia, nu vierde in de tussenstand, gaf toe bang te zijn geweest voor een derde racecrash op rij. “Mijn doel was om na twee nullen in ieder geval te finishen”, legde de 25-jarige Italiaan uit na ‘een perfecte dag’. “Tijdens de race pushte ik na de start hard om een gaatje te slaan naar Aleix en Fabio. Toen zij elkaar raakten, zei ik ‘nu kan ik iets kalmer aan doen’, maar ik moest wel blijven pushen (Bagnaia verklaarde eerder in het weekend zijn crashes in Frankrijk en Duitsland door het feit dat hij iets gas had terug genomen, red.). Het probleem was dat Marco het verschil kleiner maakte. Ook toen het begon te regenen. Ik probeerde kalm te blijven, maar ook om weer te pushen, maar dan wel met een beetje marge. Dat hielp me tijdens de wedstrijd.”
Marco Bezzecchi werd na Enea Bastianini de tweede GP21-rijder die dit jaar het podium bereikte. Bijgestaan door Valentino Rossi’s voormalige data-engineer Matteo Flamigni behaalde de 23-jarige Bezzecchi het eerste MotoGP-podium voor het team op het circuit waar de naamgever en eigenaar van het team in 2017 zijn laatste van tien overwinningen boekte. Het zal dan ook geen toeval zijn geweest dat Bezzecchi met een VR46-vlag terugkeerde in het parc fermé – hoewel een marshal de vlag volgens hem voor Bagnaia had bedoeld: zonder Rossi had hij zijn plek in de paddock nooit gekregen, benadrukte Bezzecchi na zijn eerste top 3 in de koningsklasse. Hoewel hij in de trainingen maar zes rondjes had gereden met een softe achterband, werd dat toch zijn keus voor de race. “Matteo gaf me dat vertrouwen, toen ik op de grid ook nog niet helemaal zeker was. Hij zei ‘maak je geen zorgen, je bent goed’”, aldus Bezzecchi. “Toen ik Pecco aan kop zag, probeerde ik met hem mee te gaan. Niet om hem in te halen, maar om weg te komen van Maverick en de rest.”
Met crewchief Flammigni hield Bezzecchi een Excell-sheet bij waaraan hij elk raceweekend dingen toevoegde die hij had geleerd. De lijst was inmiddels lang, lachte Bezzecchi. Tot de Dutch TT vertoonde Bezzecchi’s uitslagenlijst naast drie racecrashes ook een vijfde plaats (en acht ronden kopwerk) in Mugello. Met vijftien crashes in elf raceweekends is Bezzecchi echter ook de man met de meeste crashes. Thuis had hij vóór Assen met zijn vriendin gesproken over waar zijn eerste MotoGP-trofee een plekje zou krijgen. “Ik had niet verwacht dat die al zo snel zou komen. Als we voor de tweede seizoenshelft teugkomen, verwacht ik niet elke keer zo’n race als deze, want er komen ook vast nog circuits waar ik het moeilijk ga krijgen. Maar als je zo’n kans krijgt als vandaag moet je hem pakken. Is een volgende keer een tiende of twaalfde plaats het maximale, is het ook goed. Als rookie is het normaal om dat soort ups en downs te hebben.”
Voor de tweede maal dit jaar werden de podiumplaatsen bezet door Europese constructeurs. Eindelijk maakte een dolblije Maverick Viñales in zijn geliefde Assen waar wat hij al sinds het begin van 2022 riep. Viñales vocht zich vanaf een negende plaats na de eerste ronde naar een zeer sterke derde plek. Uiteraard bedankte Viñales de constructeur en het team die ‘elke dag in me geloven’. Dat teamgenoot Espargaro uiteindelijk slechts 1,3 seconde achter hem als vierde finishte, verraste ook Viñales. “Eerlijk gezegd dacht ik dat hij uit de race was. Dus toen ik me omdraaide, dacht ik ‘oké, hij was heel snel’!” Viñales benadrukte de samenwerking met zijn bijna zes jaar oudere teammaat. “We helpen elkaar, dat is het beste. Op de baan wint de beste, naast de baan moeten we zo werken. We hebben een droom en dat is Aprilia wereldkampioen maken. Het maakt niet uit of hij dat wordt of ik. Ik leer elke dag, want deze motor past Aleix als een handschoen. Als ik hem dit jaar in het kampioenschap kan helpen, zal ik dat doen.”
Aleix Espargaro mocht dan volgens eigen zeggen zeer vermoeid en aan vakantie toe zijn, hij was zonder twijfel de morele winnaar van de 91e Dutch TT. “Voor mij was het vandaag belangrijk om te kunnen laten zien dat ik snel kon zijn, iets wat ik de laatste vier, vijf races miste”, vond hij zelf. “Ik denk dat ik dit weekend de snelste was.” Toen hij door Quartararo was geraakt, meende Espargaro dat zijn race gelopen was. “Niets verandert met twee of drie punten, ik moest voor meer dan tien punten gaan. Zou ik crashen, dan moest ik maar crashen. En ik dacht ‘als je valt, is het niet jouw schuld, maar Fabio’s fout’!” Espargaro was zelf verbaasd door zijn zeer regelmatige en snelle rondetijden – ‘ik moest steeds glimlachen als ik de tijden zag’- maar twijfelde of hij een overwinning had laten liggen of een vierde plaats had gewonnen. “Ik had kunnen winnen, vóór Fabio. Dan had ik vijf punten gewonnen. Nu heb ik er dertien teruggewonnen. Dat is voor het kampioenschap beter. Maar ik heb de winst laten liggen. Die had ik graag gehad, want ik heb nog maar één keer gewonnen. Dus ik was liever de winnaar geweest met maar die vijf punten winst.”
Fabio Quartararo zocht na zijn crash de pits op, waarna zijn team hem weer terug de baan op stuurde. Zeven ronden later vloog hij, mogelijk door een eerder beschadigde launch control sensor, nog eens van zijn machine, nu bij het uitkomen van de Strubben. De Fransman mocht van geluk spreken dat hij ongedeerd bleef. “Het was niet nodig om in de vijfde ronde die actie (ten opzichte van Espargaro, red.) in te zetten. Ik zal leren van die fouten”, meende Quartararo. Het was echter niet zijn eigen keus geweest om weer terug te keren in de wedstrijd. “Want als ik binnenkom om te stoppen, is het om te stoppen. Maar dat is een ander verhaal…”
Quartararo verontschuldigde zich na afloop race direct bij Espargaro. “Het plan was om te pushen als ik zou leiden. En zo niet, om dan geen fouten te maken. En ik deed het tegenovergestelde.”
Uren na de finish bestraften de Stewards onder leiding van Freddie Spencer Quartararo’s actie met een long lap penalty voor de volgende race in Silverstone. De Stewards achtten de inhaalactie ‘overdreven ambitieus’. De wereldkampioen reageerde furieus op social media, terwijl twee dagen na de race Yamaha’s racebaas Lin Jarvis in een officieel statement ‘de inconsequente beslissingen’ van de Stewards bekritiseerde. Een protest tegen dit soort beslissingen van de Stewards bleek niet mogelijk en ook de door Yamaha ‘uit principe’ overwogen gang naar het CAS (Court of Arbitration of Sport) bleek in dit soort kwesties eveneens onmogelijk. Dat de positie van Freddie Spencer meer dan ooit ter discussie staat, werd met het opmerkelijke Yamaha-statement echter duidelijk bewezen.