Toeren Northumberland-Schotland
Schotland en het Britse Northumberland lijken niet de meest voor de hand liggende optie voor een kort weekend toeren. Onterecht, want het Britse Newcastle ligt op slechts een nachtje varen vanaf Nederland, waarbij het rijplezier al direct na het verlaten van de veerboot begint met een schitterende kustroute tot vlakbij de Schotse hoofdstad Edinburgh. Schotland om de hoek dus.Pas nadat we onze helmen hebben afgezet en ons gezicht laten zien, laat de Britse paspoortcontroleur in Newcastle upon Tyne (kortweg Newcastle) ons door. Op ons gemak zoeken we onze weg door North Shields naar Whitley Bay, voor de kustroute richting Schotland. Het weer is zonnig en veel beter dan de sombere voorspellingen. En dat blijft ook overwegend zo de komende dagen, zo zal blijken.Het eerste stuk van de route, tot aan Blyth, gaat pal langs zee. Daarna buigt de doorgaande weg wat van de kust af, maar via binnenweggetjes proberen we zo dicht mogelijk bij de zee te blijven. Zo stuit je vaak op de mooiste plaatsjes, zoals nu ook weer met het puntgave dorpje Alnmouth met zijn pastelkleurige huizen en het vissersdorpje Craster. Hoewel de kleinste wegen doorgaans de grootste verrassingen opleveren, blijken de B-wegen, meestal geel gekleurd op de kaart, voor ons het beste compromis tussen lekker rijden en leuke dingen zien. Langs glooiende akkers en weiden slingeren we daarom over de B1339 en B1340 richting Bamburgh, waar een gigantisch kasteel boven de weg uittorent. Hoewel de Angelsaksen al ruim duizend jaar geleden met de bouw zijn begonnen, schijnt een rijke zakenman het pas honderd jaar geleden volledig te hebben laten afbouwen. Hoog op een rug van basalt tussen de duinen en het binnenland, oogt het Middeleeuwse bouwwerk bijzonder indrukwekkend. Zelfs wanneer we tien kilometer verder op Holy Island zijn steekt het silhouet nog steeds statig af tegen de horizon.Holy Island wordt beschouwd als de bakermat van het christendom in Engeland en jaarlijks trekt het knusse museumdorpje wel een half miljoen bezoekers. Ze mogen er overigens niet in met de auto of de motor. Toch vinden we er, pal voor een van de kerken, een witte Hayabusa Limited Edition geparkeerd. In onze fantasie zien we er een rebelse monnik in wapperende habijt op rondscheuren, wanneer alle bezoekers het eiland verlaten hebben. Maar dat zal wel fantasie blijven.“Als jullie hier straks niet zes uur willen vastzitten, zou ik maar snel vertrekken”, zegt de passerende opzichter attent, terwijl we druk aan het fotograferen zijn in de abdijruïne van Holy Island. “Over een kwartier kun je niet meer van het eiland af…”Bijna waren we vergeten dat het bijzondere eiland voor de kust van Northumberland geen veer heeft naar het vasteland, maar een lage strandweg die tweemaal daags bij vloed onderloopt. We haasten ons terug naar de motoren, die nu inderdaad moederziel alleen op de enige tijd geleden nog bomvolle parkeerplaats staan. Terwijl we over de ‘causeway’ snorren zien we het water van twee kanten naderen over de immense zandvlakte. Op de vaste wal zitten hordes mensen te wachten op het moment dat de weg weer tijdelijk onder water verdwijnt. De rijen grote betonblokken – een oude tankversperring uit de Tweede Wereldoorlog – fungeren daarbij als tribune. Afschrikwekkende taferelen van ondergelopen auto’s, zoals op de waarschuwingsborden aan het begin van de strandweg visueel weergegeven, blijven dit keer gelukkig uit.De reis gaat verder richting noorden en na een tijdje arriveren we bij Berwick-upon-Tweed, vlakbij de Schotse grens. Het blijkt een prachtige oude stad met een voornamelijk militair verleden. Al sinds de middeleeuwen is de stad voor de Engelsen de voornaamste basis om de altijd opstandige Schotten onder de duim te houden. Door de eeuwen heen is er zo vaak om de stad geknokt dat hij wel dertien keer van eigenaar verwisselde. Om daar voor eens en altijd een eind aan te maken liet koningin Elisabeth de Eerste in de 16e eeuw een gigantisch en peperduur complex van wallen, muren en grachten aanleggen naar Italiaans ontwerp.Aan de zeezijde van het stadshart ligt een 18e-eeuwse kazerne. Die werd gebouwd omdat de stadsbewoners verlost wilden zijn van de soldaten, die zoals destijds gebruikelijk bij hen waren ingekwartierd. De kazerne diende als bouwkundig voorbeeld voor alle ‘barracks’ in Engeland. Tegenover de kazerne staat een zeldzaam mooie kerk, omringd door een kerkhof vol eeuwenoude grafstenen dat zo als filmset kan dienen.Ondanks haar gewelddadige verleden is Berwick tegenwoordig een toonbeeld van vreedzaamheid. In de rivier die dwars door de stad stroomt trekken twee zeehonden rustig een baantje temidden van honderden statige zwanen. De enige herriemakers zijn de talrijke zeemeeuwen die kwistig grote, witte poepslierten rondstrooien. Ik moet zelfs mijn blinkende BMW afboenen voordat we ’s morgens uit het Northumbrian House vertrekken. Dat overigens na een stevig ontbijt van onder meer biologisch-dynamische havermout met een nip whisky (!) en gerookte haring.Bij Berwick is de kust inmiddels veranderd van zandstrand in steile zandstenen kliffen. Bij het knusse vissershaventje van St. Abbs zitten de rode rotswanden vol witte vlekken, die de populaire zeevogelbroedplaatsen markeren. De vogels weten wel waar ze hun kroost moeten grootbrengen. Het kraakheldere water bij St. Abbs is namelijk aangewezen als beschermd zeereservaat en het onderwaterleven heeft zich hier zo voorspoedig ontwikkeld dat het ook sportduikers uit de wijde omgeving aantrekt.De motorrijders in Engeland blijken een heel andere manier van groeten te hebben, een gevolg van het links rijden. Elke keer je hand van het gas halen wanneer er een motormaat nadert, is natuurlijk niet zo praktisch. En daarom geven de meeste motorrijders je hier een beleefde knik.Bij Reed Point Cove ontvouwt zich een fantastisch panorama voor mijn ogen als de weg geleidelijk daalt naar de kustvlakte. Naast schepen op zee, zien we verre dorpjes, een markante vuurtoren en industriële bedrijvigheid. En de gigantische, horizon vervuilende betonnen doos blijkt de uitgewerkte kerncentrale van Torness te zijn. Die rest zijn dagen wachtend op de definitieve sloop. Maar omdat de Engelsen nog niet goed weten hoe ze het radioactieve monster veilig kunnen ontmantelen, kan dat nog wel even duren.Dunbar is allesbehalve een opwindende plaats, het kapitale diner van zeevruchten in Bayswell Hotel blijft evenwel levenslang in ons geheugen gegrift. Het kost ons een halve avond om de toren aan kreeft, krab, mosselen, garnalen en nog veel meer lekkers, gebakken in heerlijke kruidenboter, weg te werken. We likken onze vingers er letterlijk bij af, om vervolgens de culinaire traktatie weg te spoelen met een pint Strongbow-cider. Ondertussen hebben we een adembenemend uitzicht over de zeemonding van de Firth of Forth. Wat een straf, zo’n weekend Schotland op de motor!North-Berwick is op zich een heel mooi kuststadje met een prachtig breed strand. Het blijkt echter een weinig goedbewaard geheim en we knappen dan ook af op de enorme toeristische drukte en het bijbehorende lawaaiige vertier. Verder dus. Omdat we het slecht aangegeven motorfietsmuseum bij Drem niet kunnen vinden, landen we maar bij het vliegtuigmuseum in Haddington. East Fortune schijnt het best bewaarde Tweede Wereldoorlogvliegveld in Groot-Brittannië te zijn. Het staat nog vol met gigantische golfplaten hangars met afbladderende zwarte verf en grauwe betonnen dienstgebouwtjes. Eén van de pronkstukken uit de collectie is een Concorde, waar je ook in mag. Een andere opvallende verschijning is Jaguar in woestijnrosé uitvoering, die nog stamt uit de eerste Golfoorlog toen de straaljager dienst deed in Koeweit. Enigszins luguber tekenen de contouren van een Vulcan bommenwerper zich tegen de lucht af als een reusachtige vliegende driehoek, die ooit werd gebouwd om atoombommen boven Rusland af te kunnen gooien.Tijd om verder te gaan. Via Haddington zoeken we een weg binnendoor naar de B709, die volgens oude Britse motorrotten tot de mooiste van heel Groot-Brittannië behoort. Ons plan gaat echter bijna de mist in als we op deze mooie zondagmorgen op een wegwerkblokkade stuiten. Een behulpzame wegwerker wijst ons echter een alternatieve route.Onze Engelse bron heeft niets teveel gezegd. De B709 presenteert zich als een bijna honderd kilometer stille weg door de binnenlanden van zuidelijk Schotland. Tussen grazige heuvels vol velden met adelaarsvarens, stukken bos en heide kachelen we richting zuiden. Het verkeer hier bestaat voornamelijk uit fietsers, die in Groot-Brittannië doorgaans een ongemakkelijke relatie hebben met automobilisten, slechts een enkele motorrijder blijkt de weg ook ontdekt te hebben.Rond lunchtijd vinden we bij Ettrick de pub die de vriendelijke wegwerker ons en passant aanraadde. De Tushylaw Inn is een echte ouderwetse pub in the middle of nowhere. Wanneer we na een sandwich met Engelse kaas en een even Engelse kop thee-met-melk weer willen opstappen, waarschuwt de kroegbaas ons voor een slecht stuk weg verderop. “De zware trucks die boomstammen komen halen, hebben er nogal wat ‘potholes’ veroorzaakt”, zegt ‘ie. Hij blijkt niets teveel te hebben gezegd.Het weer is inmiddels typisch Schots. Opklaringen en korte buien-met-regenbogen spelen krijgertje met elkaar. Veel vee loopt hier los en dat brengt aparte uitdagingen met zich mee. Zo zijn de vooral de schapen met lammetjes onberekenbaar. Maar in tegenstelling tot schapen, die doorgaans de berm ingaan als we naderen, blijft een kudde koeien doodgemoedereerd voor ons uit wandelen. Een extra uitdaging blijkt het laveren tussen hun grote groene vlaaien. Bovendien betekent loslopend vee ook veeroosters in de weg. En dat metalen buizenwerk is spiegelglad bij regen, oppassen dus.Bij Eskdalemuir vallen we bijna van de fiets van verbazing wanneer we op een heus boeddhistisch klooster naar Tibetaans model stuiten. Hier, middenin het ruige Schotse platteland staat een tempel naar Oosters voorbeeld, compleet met pagode, gouden Boeddhabeeld en honderden kleurige gebedsvlaggen. Verbazingwekkend!Samye Ling blijkt de grootste boeddhistische tempel van Europa en werd twintig jaar geleden zelfs ingewijd door de Dalai Lama zelf. Kaalgeschoren monniken en nonnen in donkerrode gewaden huizen er, waarvan er enkele constant zingend of mediterend rondwandelen. Ze zijn vrijwel allemaal blank en hebben zich om uiteenlopende redenen uit de westerse samenleving teruggetrokken voor een leven in soberheid. Onder hen bevinden zich zelfs een voormalig televisiepresentatrice van Top Gear en een manager van een bierbrouwerij.De nacht brengen we door in het Cross Keys Hotel in Canonbie. Eigenaresse Yvonne is zo blij met de zak drop die we voor haar hebben meegebracht dat ze ons direct een rondje geeft. Ze komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, maar heeft Nederlandse ouders die haar vrijwel accentloos Nederlands hebben geleerd. En die haar kennis hebben lasten maken met de geneugten van drop. We vallen met onze neus in de boter. In het weekeinde is er ‘carvery’ in het restaurant en dat betekent dat je je diner kan laten opfleuren met een mix van verschillende soorten vlees. Gastheer Brian snijdt op verzoek grote plakken van overheerlijk geurende hompen vlees die op een grote bakplaat liggen te garen. Zo lekker, dat we meerdere keren opscheppen. De volgende ochtend gaat het vanuit Canonbie via de B6316, de weg langs Hadrian’s Wall, terug naar Newcastle. Vooral het eerste meanderende stuk naar de Romeinse muur is fantastisch: we slingeren door afwisselend heuvelachtig park- en boslandschap, langs bermen vol roze wilgenroosjes en witte moerasspirea. Soms echter gaat het ook door een gleuf van hoge heggen, waar je de rechterbochten echt ruim moet nemen om ver genoeg van plotseling opdoemende tegenliggers te blijven.Hadrian’s Wall is een fenomeen op zich. De Romeinse keizer Hadrianus liet aan het begin van de tweede eeuw een muur van de Noordzee tot de Ierse Zee bouwen om de wilde Picten uit het noorden buiten de deur te houden. Vervolgens markeerde de verdedigingslinie – onderbroken door tientallen grote en kleinere forten – ruim vier eeuwen als de noordgrens van het Romeinse rijk. Hoewel er van de ooit vijf meter hoge muur in de loop van de eeuwen nogal wat materiaal is hergebruikt bij de bouw van huizen, boerderijen en stenen muurtjes in de buurt, is er nog verrassend veel intact, vooral van het centrale deel. De 117 kilometer lange barrière was destijds een project van wereldformaat en staat tegenwoordig op de Unesco Werelderfgoed lijst. De duizenden soldaten die de grens moesten bewaken hebben overal hun sporen nagelaten. Opgravingen hebben een schat aan voorwerpen aan het licht gebracht. Zo is er bij Greenhead een speciaal museum ingericht over Romeinse wapens. Verderop, bij Chesterholm, rekenen archeologen nog wel honderd jaar werk te hebben aan het blootleggen van de grote Romeins-Britse nederzetting Vindolanda. Niet alleen voorwerpen van metaal en aardewerk, maar ook leer, textiel en hout blijken daar goed geconserveerd uit de bodem te komen. Er zijn zelfs beschreven houten plaatjes gevonden, het Romeinse equivalent van een brief.Bij Housesteads liggen de best bewaarde resten van een Romeins fort, waar je bijvoorbeeld kunt zien hoe de Romeinen ongegeneerd gemeenschappelijk hun gerief deden in een toiletgebouw met stromend water. En bij Carrawburgh zijn overblijfselen te zien van een tempel gewijd aan de zonnegod Mithras. De Romeinse inmenging duurde overigens tot het eind van de vierde eeuw, toen trokken ze zich terug van Britse bodem. Het rijk werd op het Europese vasteland van alle kanten aangevallen en de bezettingstroepen gelegerd in Groot-Brittannië konden ze toen elders beter gebruiken. Omdat we aan de lunch toe zijn volgen we bij Matfen, net voor Newcastle, een bordje naar de ‘boerderijbrouwerij’. Aan het eind van een eikenlaantje en temidden van bloeiende koolzaadvelden vinden we de High House Farm Brewery. De monumentale boerderij omvat niet alleen een minibrouwerij, maar ook een tearoom. Tijdens onze laatste lunch in Engeland trakteren we onszelf op wortelsoep en een ‘ploughman’: een salade met brood, Engelse kaas en pickles. En natuurlijk proeven we Nell’s Best bier, een van de toppers van de brouwerij.Op weg naar de boot maken we nog even een kleine omweg om de ‘Angel of the North’ bij Gateshead van dichtbij te kunnen bekijken. De stalen engel, een industrieel kunstwerk bovenop een voormalige kolenmijn, is inderdaad indrukwekkend. De tweehonderd ton staal torent twintig meter boven zijn omgeving uit en is niet te missen als je de A1 neemt. Zijn uitgespreide vleugels meten 54 meter van tip tot tip.Na nog een laatste tankbeurt met goedkope Britse benzine volgen de laatste kilometers richting boot. Nog een nachtje varen en dan vallen we weer terug in de sleur van de dagelijkse realiteit. Geen prettig vooruitzicht na zo’n korte, maar bovenal enerverende trip. Maar ook een geruststellende gedachte dat we zo weer terug kunnen. Schotland ligt om de hoek immers!________________________________________[INFOKASTEN]INFONorthumberland is het meest noordelijk gelegen district van Engeland en grenst aan Schotland. Het gebied kenmerkt zich door ruig natuurschoon, veel groen en een rijke geschiedenis. De makkelijkste manier om er te komen is met de veerboot vanuit Amsterdam naar Newcastle, dat ligt net ten zuiden van de districtsgrens. Van daaruit ligt de weg noordwaarts richting Schotland helemaal open en is met name de kustroute richting de Schotse hoofdstad Edinburgh een echte aanrader. REISZoals gezegd is de makkelijkste manier om naar Schotland te gaan de veerboot naar Newcastle. DFDS Seaways onderhoudt een dagelijkse verbinding vanaf Amsterdam met de Engelse plaats, dat ligt op ongeveer een uur rijden van Schotland. De boot vaart ’s nachts en je komt ’s morgens rond een uur of negen aan in Newcastle.T 0255-546 666I www.dfdsseaways.nlE nlinfo@dfdsseaways.nlVALUTAGroot-Brittannië is nog altijd geen euroland en hanteert daarom nog het Britse pond. Die is tegenwoordig slechts zo’n €1,15 waard, lekker goedkoop dus. Ook Schotland heeft zijn eigen pondbiljetten. Hoewel die ook in Engeland als wettig betaalmiddel worden gezien, worden ze daar toch niet altijd geaccepteerd. Het is daarom aan te raden de Schotse ponden alleen in Schotland uit te geven en niet teveel te pinnen wanneer je weer richting Engeland gaat.OVERNACHTENLangs de kust zijn er overnachtingsmogelijkheden in overvloed. Hoewel er ook in de grotere plaatsen in het binnenland makkelijk onderdak voor de nacht te vinden zijn, lijken kampeergelegenheden er uiterst schaars.Wij hadden goede ervaringen in het Norhumbrian House in Berwick-upon-Tweed (www.7ravensdowne.co.uk), het Bayswell Hotel in Dunbar (www.bayswell.co.uk) en het Cross Keys Hotel in Canonbie (www.crosskeyshotelscotland.co.uk). Die laatste geeft overigens ook korting op groepen motorrijders.KLIMAATBuiten de fraaie route is er nog een goede reden om voor de kustroute te kiezen. Het weer in Northumberland en zuidelijk Schotland is doorgaans natter dan in Nederland, de regenkansen op de hogere delen in het binnenland zijn daarom ook groter dan in de rest van het land. Aan de Noordzeekust laat het klimaat zich het meest van zijn milde kant en is daarom buiten al het natuurschoon het meest geschikt voor onbekommerd toeren.MAXIMUMSNELHEIDIn Groot-Brittannië rekent men nog altijd in mijlen per uur (mph). Dit zijn de maximum snelheden:Bebouwde kom: 30 mph – 48 km/uurBuiten bebouwde kom: 60 mph – 96 km/uur Autosnelweg: 70 mph – 110 km/uurCONTACTBrits ToeristenbureauStadhouderskade 21054 ES AMSTERDAMT 020-689 0002 E britinof.nl@bta.org.ukI www.visitbritain.nl________________________________________[UNTERSCHRIFTE FOLGEN WENN STRECKE FERTIG IST]]