Interview Hans van Belleghem
Hij is een man met twee gezichten, tijdens werkdagen tenminste. De enigszins rebelse motorrijder enerzijds, de Senior Beleidsadviseur Financiën van het UMC St. Radboud in Nijmegen aan de andere kant. Twee persoonlijkheden die prima met elkaar zijn te combineren, “het brengt me in zekere zin zelfs rust.” De handen liggen gevouwen in zijn schoot, kenmerkend voor zijn bedaarde karakter. Een gereserveerde persoonlijkheid die zijn woorden zorgvuldig afweegt en geen krachttermen nodig heeft om iemand van zijn gelijk te overtuigen. Dat hoeft ook niet van de van oorsprong uit België afkomstige Hans van Belleghem. Zijn mening is geen voldongen feit, wel heeft hij een eigen kijk op zaken.Zo ook wat betreft het combineren van een representatieve functie en de motor. “Ik las het interview met Commissaris van de Koningin Leen Verbeek in jullie blad, die stelde dat hij een fervent motorrijder was, maar het betreurde dat hij dat niet met zijn functie kon verenigen omdat hij representatief gekleed moest gaan. Dat vond ik raar, ik doe dat hele dagen”, vertelt Van Belleghem op een maandagochtend in het typische, witheldere kantoorinterieur dat zo kenmerkend is voor een ziekenhuis, dat van het Radboud in Nijmegen in dit geval. Direct relativeert hij de zaak weer enigszins. “Met een ambtelijk bezoek zal het wel wat anders zijn, ik kan me voorstellen dat hij de reistijd ook gebruikt om zaken voor te bereiden en stukken door te nemen, want alleen de kleding hoeft echt geen belemmering te vormen.”Een tekende reactie van de charismatische en tegelijk innemende persoon, die heel goed weet waarover hij praat. De zeventig kilometer die hij dagelijks van zijn woonplaats Stevensbeek, nabij Boxmeer, naar Nijmegen en terug aflegt doet Hans van Belleghem op de motor. Zonder zich te laten ontmoedigen door het driedelige pak dat hij onder werktijd draagt. Dat zijn functie geen belemmering hoefde te vormen voor de woon-werkkilometers per motor was in eerste instantie puur een probeersel. Na eerst te hebben gewerkt in Boxmeer kwam een aantal jaar geleden het moment dat hij in Nijmegen aan de slag ging. Het toeval wilde dat Van Belleghem na negen jaar zonder te hebben gedaan, net weer een tijdje in het bezit was van een motor. “Het was het bekende verhaal, door mijn carrière, vrouw en met de komst van kinderen ging de motor een tijdje op de schopstoel. Maar het bleef altijd sluimeren, ik wist dat ooit de dag zou komen dat ik weer zou heropstappen. En dat dat zou gebeuren op een BMW.” Die dag kwam iets meer dan vier jaar geleden, de motor was inderdaad de zo graag gewilde BMW, een 1100RT. Die werd de eerste tijd gebruikt voor het gangbare werk, korte weekendritjes, “niets speciaals verder” zegt hij zelf. “Toen ik in de zomer van 2007 hier terecht kwam was het even de vraag, wat ga ik doen? Schaf ik een klein auto-tje aan, ga ik met openbaar vervoer of kies ik voor de motor. Het was nog het goede seizoen, we zaten net tegen de herfst aan, en ik dacht ik doe het gewoon. De motor heb ik, kleding heb ik, we kijken gewoon waar het schip strandt. Denk ik na drie maanden dat hele omkleedgedoe of barslechte weer is niets voor mij, dan kan ik altijd nog met de auto. Maar voor ik het wist was de winter voorbij, ik had er helemaal geen erg in gehad.” Wederom komt direct zijn relativerende ‘ik’ weer bovendrijven, “want” vervolgt hij, “het was wel een bijzonder zachte winter.” Toch moet hij ook toegeven dat het weer eigenlijk nooit een beletsel vormt voor het pakken van de motor. Ja, afgelopen jaar toevallig één keer, toen hij op de snelweg in een sneeuwstorm belandde en samen met een collega motorrijder onder politiebegeleiding van de snelweg werd geleid. “Uitzonderlijk”, noemt hij die situatie achteraf, “dat gebeurt nooit. Is natuurlijk wel een mooi verhaal voor later.”Toch is het weer nog altijd het grootste praktische bezwaar voor het gros van werkend Nederland voor het forensen per motorfiets, Hans van Belleghem ziet dat toch anders. Regen, kou, daar kun je je tegen wapenen met fatsoenlijke kleding. Met ijzel en sneeuw wordt het anders, maar dergelijke weersexcessen zijn volgens hem in Nederland een zeldzaamheid. “En dan nog”, licht hij toe, “dit jaar was extreem, hebben we een paar keer sneeuw gehad. Toen ben ik gewoon een uurtje later van huis gegaan toen de pekel z’n werk al had gedaan en de wegen weer begaanbaar waren.” Nee, als je al een nadeel moet noemen dan is het volgens Van Belleghem de omkleedtijd en het feit dat je weinig goederen mee kunt nemen. En logistiek gezien is de motor niet altijd even handig. “Even na het werk snel één van m’n zoons ophalen is er niet bij. Daar moet je ’s morgens al rekening mee houden door een extra motorpak mee te nemen en dat kan gewoon niet altijd. Zeker ook omdat ik voor mijn werk vaak spullen bij me heb, de laptop, dossiers enzovoorts. Maar verder zou ik zo geen nadelen kunnen noemen. Het valt me ook op dat iedereen er altijd positief op reageert. Bezorgd ook vaak, dat men half medelijden met je heeft omdat je in de regen op de motor moet. Ik vind dat wel wat hebben.”De kleine minpuntjes wegen wat de beleidsadviseur betreft totaal niet op tegen de vele voordelen. Tijdswinst met files – “dan ga ik een kwartiertje eerder weg en ben dan nog gewoon op tijd” – is een veelgehoorde en niet geheel onbelangrijke, iets dat Van Belleghem beaamt. Een andere, minder voor de hand liggende bijkomstigheid vindt hij evenwel veel zwaarder wegen: de motor brengt hem rust. “Ik heb een baan waarin ik mentaal heel veel analytisch werk moet doen. Veel vergaderingen waar je scherp en geconcentreerd moet nadenken. Dan is het soms wel moeilijk om de materie los te laten. Ga je in de auto zitten dan blijven de boodschappen- en takenlijstjes door je hoofd malen. Het voordeel van de motor is dat je daar heel geconcentreerd op zit, omdat je je bewust moet zijn van alles rondom je. Dat maakt echter ook dat je de vogels en konijntjes ziet. Je zit zo in die flow van het motorrijden dat je je werk helemaal achter je laat en met een grote grijns op je gezicht thuiskomt.” De motor als alternatieve vorm van therapie, dat hoor je niet vaak. Van Belleghem heeft er wel een verklaring voor: “Ik rij niet alleen uit praktisch oogpunt motor, ik vind het echt gewoon nog altijd leuk, zelfs na 26 jaar nog. En nee, spijt heb ik niet dat ik de motor negen jaar links lang links heb laten liggen. Dat waren nu eenmaal de omstandigheden, het had een verklaarbare reden. Maar toen ik bijna vijf jaar geleden voor het eerst weer op de motor stapte, besefte ik wel pas goed hoe erg ik dat gevoel gemist had.”Naast het woon-werkverkeer pakt Van Belleghem de motor, wanneer de omstandigheden het toelaten tenminste, ook voor andere werkgerelateerde afspraken. Meestal vergaderingen in de randstad en dat brengt natuurlijk een praktisch probleem met zich mee. Thuis en op het werk vormt het omkleden doorgaans niet zo’n probleem, maar hoe doe je dat op plaatsen waar je minder bekend bent. Zeker wanneer je, zoals Van Belleghem het stelt, “geen trek hebt in het opvoeren van een openbare striptease.” De realiteit blijkt mee te vallen, kwestie van een beetje praktisch denken. Pantalon en overhemd draagt hij altijd al onder zijn motorpak, colbertje zit kreukvrij gevouwen in een speciale kledingtas in de koffers, net als de chique lakschoenen die het driedelig ensemble completeren. “Nee écht, dat heeft me nog nooit problemen opgeleverd. Doorgaans kleed ik me gewoon om naast de motor, kan ik mijn pak en laarzen gewoon in de koffers opbergen, dat scheelt een hoop gesleep. Het wordt pas problematisch wanneer het regent. Mocht het niet anders kunnen dan kleed ik me ter plaatse wel op het toilet om. Maar dat gebeurt zelden. Je wordt na een tijdje ook behoorlijk bedreven in het zoeken naar geschikte parkeerplaatsen, waar je je zelfs in de regen nog droog kunt omkleden.”Zijn recente upgrade naar een BMW R1200RT met koffers is dus een wezenlijk onderdeel van zijn praktische instelling? “Absoluut, ik raad iedereen aan die wil forensen met de motor om te kiezen voor relatief comfortabele machine met koffers. Puur uit praktisch oogpunt hoor, dat hoeft natuurlijk geen BMW RT te zijn. Met een Pan, FJR of Tiger gaat het net zo goed. Ik heb de RT alleen gekozen omdat die past bij mijn karakter, mijn rijstijl vooral. Krachtig van onderuit, comfortabel, soepel en makkelijk te rijden, dat past wel bij mijn persoonlijkheid.”Die persoonlijkheid kenmerkt zich op het eerste gezicht door zijn rustige aard, iets dat enigszins in strijd is met z’n rijstijl. Hij houdt van “een mooi tempo rijden”, niet te verwarren met “jachtig en schokkerig sloffen”. “Ik zie in mijn rijstijl ook wel een overeenkomst met mijn werk, middels een vloeiend samenspel wil ik graag mooie en vooral vlotte lijnen rijden. En dat mag best snel, niet dat ik op m’n achterwiel wil vertrekken hoor. Het gaat om een goede balans, ik ga daar bijvoorbeeld ook niet tegen de 80 per uur door een file zitten jassen. Dan voel ik de gejaagdheid in m’n hoofd en dan ben je niet goed aan het rijden. Het draait om een stuk rust, daarom heb ik ook een motto voor het rijden: ‘ik hoef niet sneller dan de auto’s, dat ben ik toch wel’.”