Warmdraaien – Adieu Suzuki
Suzuki- en MotoGP-fan? Dan is de komende Dutch TT Assen (voorlopig) de laatste kans om Suzuki’s MotoGP-machines live op eigen bodem in actie te zien. Na het lopende seizoen gooit de Japanse fabrikant zoals inmiddels bekend de handdoek in de ring. Dat is om meerdere redenen erg jammer, al was het maar omdat hiermee – naar mijn bescheiden mening- ook het mooiste uitlaatsysteem van het GP-veld tussen de mottenballen verdwijnt.
De manier waarop Suzuki’s terugtreding naar buiten kwam, was op zijn zachtst gezegd bijna on-Japans. Het team was ingelicht, maar daar bleef het in eerste instantie bij. Vanuit het Japanse hoofdkwartier bleef het vervolgens een dag of tien akelig stil. Maar uiteindelijk kwam Suzuki’s officiële verklaring er toch, in slechts drie regels. Daarin liet Suzuki vrij vertaald weten dat het met MotoGP-organisator Dorna in gesprek is over de mogelijkheid om deelname aan de MotoGP eind 2022 te stoppen, dit vanwege de huidige economische situatie en de noodzaak om de focus te verleggen naar op stapel staande grote veranderingen in de automotive-wereld en het ontwikkelen van nieuwe technologieën. En in de laatste regel van het statement wordt het Suzuki Ecstar Team ook nog even vriendelijk bedankt voor bewezen diensten en ook de Suzuki-fans krijgen nog een schouderklopje voor hun enthousiaste support in de afgelopen jaren.
Suzuki gaat de bakens dus verzetten, wellicht ook in de richting van elektrische mobiliteit, en daar moet kort door de bocht budget voor worden vrijgemaakt. En dan staat een miljoenen verslindend MotoGP-project al snel op de nominatie om geschrapt te worden, ook al is het nog altijd zo dat veel in de racerij ontwikkelde technieken uiteindelijk hun weg naar gewone productiemotoren vinden. Dat Suzuki, dat vreemd genoeg nog niet zo lang geleden het contract met Dorna voor deelname aan de MotoGP verlengde tot 2026, waarschijnlijk een fikse afkoopsom aan de MotoGP-organisator zal moeten betalen wegens contractbreuk, zal het op de koop toe nemen.
Die verlenging van dat contract leek eigenlijk ook een formaliteit, aangezien de Suzuki’s allesbehalve veldvulling zijn in de MotoGP. In 2020 werd met Joan Mir zelfs de wereldtitel veroverd en het teamkampioenschap behaald en dit seizoen stond Alex Rins na de GP’s van Argentinië en Amerika op het podium en bezet Team Ecstar Suzuki de tweede plaats in het teamkampioenschap. Niet bepaald redenen om een dikke punt achter je MotoGP-activiteiten te zetten en daarnaast gaf Suzuki onlangs nog meerdere keren te kennen dat het de komende jaren dolgraag verder wilde met beide Spaanse coureurs en er tussen neus en lippen door ook gesproken werd over het voor het eerst beschikbaar stellen van machines aan een satellietsysteem.
Een balletje kan dus raar rollen, zo blijkt maar weer. De kans dat we Mir en Rins of andere rijders komend seizoen nog in Suzuki-blauw in actie gaan zien, lijkt welhaast uitgesloten. Dat betekent dat de Suzuki GSX-RR met zijn zo geweldig goed smoelende megafoon-dempers vervroegd met pensioen gaat. Het afscheid van zo’n succesvolle machine betekent hoe je het ook wendt of keert altijd een verschraling van het MotoGP-kampioenschap, waarin je het liefst natuurlijk zoveel mogelijk verschillende merken in actie wilt zien.
Dorna heeft al aangegeven dat het vertrek van Suzuki hoe dan ook niet ten koste mag gaan van het aantal machines op de grid. Wat dat betreft is het te hopen dat Aprilia twee extra machines gaat inzetten, want met nog twee extra Ducati’s zou er met tien stuks bijna sprake zijn van een veredelde merkencup, en daar zit denk ik niemand op te wachten.
Jeroen Hidding – hoofdredacteur MotoPlus