Column Frank Weeink MP 10-2009
In het vliegtuig op weg naar Jerez blader ik door de glossy van Iberia. Ik lees dat 2009 “El año Haydn” is. Gezegend met een fl inke beroepsdeformatie erger ik me hoofdschuddend aan die Spanjaarden die nog geen naam goed kunnen schrijven. Totdat ik – al snel, hoor – besef dat het gaat om de componist Joseph en niet zijn bijna-naamgenoot Hayden in de MotoGP. Als Joseph een deuntje zou componeren voor Nicky werd het vast een treurmars. Daags na de laatste GP van 2008 zat Nicky Hayden letterlijk te trappelen van ongeduld in smetteloos wit naast een met“Stars & Stripes” getooide Ducati GP9. Haydenmoest nog dik twintig minuten wachten voordathij zijn eerste ronden mocht maken op de Desmosedici.Aan het eind van die eerste dag washij eerlijk zoals hij pleegt te zijn. “Ik weet nietwat ze Casey betalen, maar het is niet genoeg”,verzuchtte hij nog met een grijns, maar deeerste indruk was duidelijk: “it ain’t gonna beeasy”.Toen Honda hem liet weten in 2009 niet methem verder te willen, had Hayden maar éénopdracht voor zijn management: “Get me thatDucati”. Algemeen heette het dat de nukkigeDucati goed zou passen bij Hayden. Hij wasimmers opgegroeid op dirt tracks en was zijnnieuwe teamgenoot Casey Stoner dat ook niet?Op de avond voor zijn Ducati-debuut liet iemandbinnen het team zich ontvallen dat zij al na eenhalf uur zouden kunnen zien of “het” zou klikkentussen man en paard. Wat de Ducatist nadie eerste dertig minuten heeft gedacht, bleefonbekend, maar de Italianen liepen niet “highfi -vend” door de pitbox.Tijdens de wintertesten leek Haydenper kilometer betaald te worden, maar snelwaren zijn ronden zelden. Het leek te gebeurentijdens de test in Qatar toen Ducati ook nogeen carbon swingarm bracht. De opleving bleekeenmalig. Want kijk waar de wereldkampioenvan 2006 staat na drie GP’s: op een troostelozezeventiende plaats. Hayden zegt vaker dan hemlief is dat hij geen “cry baby” wil zijn, maar zijnverhalen klinken evenmin als een meeslependeheldenepossen. In Jerez dreunde de treurmarsonverminderd door. Geen momentum, geenvooruitgang, geen vertrouwen in het vindenvan de limiet, onvoldoende controle onder volledigehellingshoek. “Aan het blok ligt het ookniet”, zegt Hayden, grimlachend. Hoe stabielde Ducati ook is met het aanremmen, Haydenkan geen lijn houden, stelt hij mismoedig vast.“Casey bewijst het potentieel van de machine”,zegt hij nog maar eens braaf en dapper. Ja, datde elektronica zo verschilt van wat hij bij Hondagewend was, helpt ook niet echt. In Qatar waszijn oudere racende broer Tommy paraat alspraatpaal en onbezoldigd adviseur. “Maar ikmoet het toch zelf doen”, weet Nicky. Die indrukkrijg je ook als je het soms ogenschijnlijk metstomheid geslagen gezicht van zijn chefmonteurCristhian Pupulin ziet. Ook die lijkt hetniet meer te weten. Maar begin er bij Ducatiniet over dat de Desmosedici maar één vriendlijkt te hebben. Terwijl die constatering die tochsteeds meer met resultaten, feiten en namen teonderbouwen is.Haydens seizoen tot nu toe: een twaalfde plaatsna een angstaanjagende highsider tijdens detrainingen in Qatar, getorpedeerd door YukiTakamikazehashi in Motegi (de tweede keer dateen Honda-coureur hem torpedeert; “rememberEstoril 2006…”) en één puntje in Jerez. InSpanje liet hij een soft compound-achterbandmonteren. Tot mislukken gedoemd, iedere collegakon hem vertellen dat die band het geen27 ronden zou houden. Wayne Rainey liet inmindere tijden wel eens een smallere 250-bandsteken om te voelen hoe het was om een onwilligemotor wél snel om te kunnen gooien. “Eensoft compound pak je als je geen gevoel in deachterkant hebt”, legde ervaringsdeskundigeMarco Melandri uit. Hij weet als geen ander datde Ducati er erg goed in is om een coureur erzeer slecht uit te laten zien.Een anderhalf uur na de racein Qatar kwam ik Hayden tegen achter depitboxen. Hij had gereden “like a girl” in hetbegin, ontzag hij zichzelf andermaal niet. Opdat moment kwam een enthousiaste groepQatari-marshals aan sprinten. Eén van de mannenschreeuwde en gebaarde naar een groepjeverder weg. Hij wees naar de Ducati-coureur.“Stoner, Stoner!” Het ontging Hayden niet.“Ze denken dat ik Casey ben”, grinnikte hij. Enbesloot het spel lijdzaam mee te spelen. “Yeah,it was a great race. I’m very happy with my winhere.”Het was bijna hilarisch hoe de geplaagde coureurhet tafereel oppikte, maar het voorval waser niet minder pijnlijk om.Nicky Hayden is geen Casey Stoner. Al zou hijwillen.Hayden zal al lang niet meer denken dat 2009zijn “año” wordt. Eerst maar eens beginnen met“un dia”, een dagje. En dan kijken we wel verderwat de toekomst Hayden brengt. OostenrijkseJoseph moest tot honderd jaar naar zijn doodwachten tot het eindelijk zijn jaar werd. Ikbetwijfel of Hayden een dergelijke lange termijnplanningheeft.