Column Sebastiaan Labrie 10-2009
Een paar jaar geleden ben ik met mijn meissie op een GS1100 naar Sardinië gereden om daar ons tentje onder wat olijfbomen op te slaan. Nu heb ik een gigantische hekel aan kamperen, maar in combinatie met de vrijheid die een motor je geeft, is het fantastisch. De trip voerde ons over de brede kustwegen van Italië en zoals we allemaal weten, is het op die wegen een grote chaos. Naast auto’s rijden er fietsen, opgevoerde en knetterende scooters, blèrende racemotoren en natuurlijk motorscooters. Alles en iedereen op één baan en gekieteld door hun Italiaanse temperament probeert elke bestuurder als eerste op z’n bestemming aan te komen. Tegelijkertijd proberen alle voertuigen op de tegenliggende baan hetzelfde en met het gebrek aan ruimte doet de hele gebeuren denken aan het computerspel ‘Burnout’. Misschien ken je het spel niet, maar je begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel.Gelukkig houdt mijn vriendin van dit soort drukte en begint me dan in mijn zij te stompen, zodat ik ook ga gassen. Destijds met de simpele reden dat er snel een terras gevonden moest worden om weer even een echte espresso te proeven. Vond ik geen probleem, want leren kleding is best ‘killing’ in de brandende zon en het was de hoogste tijd om wat ritsen open te gooien. Italianen hebben hier geen last van. De ijdele en, laten we eerlijk zijn, in het algemeen ook beter ogende zuiderlingen verdommen het gewoon om verantwoordelijke motorkleding te dragen. Een echte vent rijdt in Italië als een idioot van A naar B, en dat op slippers en gehuld in een korte broek en een zomers overhemdje met de bovenste drie knopen open. En het potje op het hoofd wordt om onbegrijpelijke redenen niet onder de kin dicht geklikt, misschien omdat dan de grote zonnebril er niet onder past? Uit alles spreekt in ieder geval dat stijl belangrijker is dan veiligheid. Zie ik zo’n outfit op een racer, dan denk ik meteen aan hoe de rijder na een glijder zijn grootste orgaan over een metertje of twintig asfalt uitsmeert, de huid. Eigenlijk krijg ik dat beeld bij elk type motor gecombineerd met die look, behalve bij een motorscooter. In die tijd was ik nog niet zo bekend met motorscooters, maar ik vond het wel een jaloersmakend plaatje. Lekker zomers op een comfortabele tweewieler. Volslagen irrationeel overigens, want als je op je bek gaat, ben je net zo kapot als op iedere andere motor. Maar toch, het is natuurlijk een automaat en zodoende hoeft er niet geschakeld te worden, waardoor de tenen geen pijn gaan doen. Je zit goed beschermd achter een groot scherm, dus geen pijnlijke insecten en steentjes die zich in de blote borst boren. Eenmaal bij het strand aangekomen, gooi je het zadel omhoog, haalt de handdoeken eruit, pakt de helm van je vriendin aan zodat zij haar haren kan ordenen en bergt die vrolijk met de eigen helm op. Geen suffe uitstekende koffers. Ook lekker. Italianen hebben dit goed begrepen. Het voegt ook wat toe aan het zomerse straatbeeld: een hippe, jonge gast met één of andere schoonheid achterop in een wapperend rokje, waardoor je net iets meer been ziet dan de bedoeling was. Ja, ik vond het allemaal wel iets charmants hebben. Eind vorig jaar kocht mijn vader een Burgman 650 en omdat hij niet in de winter rijdt, vroeg hij me de eerste 1000 kilometer op zijn motorscooter te zetten. ‘Met liefde’, was het antwoord en in de 2500 kilometers die volgden, let je vooral op anderen die op een zelfde voertuig als jij rijden. Althans, ik doe dat. Wat opvalt, is dat het vaak oudere mannen zijn, die het comfort van de motorscooter schijnen te kennen. Prima, maar terwijl de verkoop van motorscooters het laatste jaar enorm is gestegen, lijken jongere rijders een scooter nog steeds niet zo ‘cool’ te vinden. Da’s zonde, want met jongere rijders op motorscooters halen we een beetje dat Mediterrane sfeertje naar Nederland. En aangezien de laatste zomers niet zo denderend waren, kunnen we dat goed gebruiken![Streamer]EEN ECHTE VENT RIJDT IN ITALIË ALS EEN IDIOOT VAN A NAAR B, OP SLIPPERS, IN EEN KORTE BROEK EN EEN ZOMERS OVERHEMDJE MET DE BOVENSTE DRIE KNOPEN OPEN