Warmdraaien MotoPlus 10-2009
In het Colofon op pagina 96 zijn drie woordjes veranderd. Voor ons drie hele belangrijke woordjes: TTG-Volgas VOF werd Volgas Producties BV. Kort samengevat nam De Telegraaf bij de start van dit blad aandelen in MotoPlus, maar na een strategische koerswijziging wilden zij niet verder met al hun dertien tijdschriften, dus ook niet met MotoPlus. Andere motorbladen en motorsites grepen dat bericht maar al te graag aan om MotoPlus dood te verklaren, of op zijn minst in een kwaad daglicht te stellen, maar ik moet ze toch teleurstellen. Volgas Producties BV, het kleine zelfstandige bedrijf van Sebastiaan Horsman en ondergetekende, gaat juist volgas verder met MotoPlus, het enige motorblad waar anno 2009 nog groei in zit. En die groei weten we te halen omdat we elke twee weken weer de beste testen, motorinformatie, reisverhalen, toerroutes, interviews en GP- en SBK-verslagen bieden voor de laagste (abonnements)prijs. Zo vreemd is het dus niet dat veel motorrijders momenteel de overstap naar MotoPlus maken!Tot zover het economische nieuws, verder met iets wat echt leuk is. Zoals het rijden op oude motoren bijvoorbeeld. Bennie Jolink en Ad Ridderhof hebben samen een handvol BSA-crossers die zo uit de jaren 50 lijken te zijn weggereden. Of ik niet een keertje wilde meerijden, als ze gingen ‘trainen’ op een braakliggend maïsland bij Bennie thuis? Het werd een prachtige middag met magnifieke historische machines, gezellige mensen, sterke verhalen en bulderende lachen. Oké, en een glas bier. Vanaf pagina 58 lees je er over.Nu heb ik zelf ook een BMW R100RS uit ’76 in de schuur staan. Ooit gekocht in een opwelling omdat mijn vader vroeger ook zo’n RS had, die ik in mijn studietijd vaak mocht ‘lenen’. Mijn RS was (en is) niet vlekkeloos. Mooi restauratieproject voor later, dacht ik toen ik hem kocht. Maar ondertussen staat hij al bijna tien jaar stil in een hoekje. Afgelopen winter heb ik hem echter weer aan het lopen gemaakt en na het BSA-avontuur begon het toch te kriebelen. Dus toen ik naar de Superbikes in Assen moest en het zonnetje zo lekker scheen, ging het gebeuren: nog vlug even de bandjes opgepompt en daar gingen we, de RS en ik, 150 km heen en 150 km terug.IN ZIJN TIJD WAS DE R100RS TOCH HET NEUSJE VAN DE ZALM, MAAR ER KAN IN 33 JAAR VEEL VERANDEREN!In zijn tijd was de R100RS toch het neusje van de zalm, maar er kan in 33 jaar veel veranderen! Op zich is het blok niet verkeerd, maar op het gebied van schakelen, wegligging en remmen zijn er grote stappen gezet. Met name de slappe voorvering en de voorremmen (dubbele schijven met Ate-klauwen) zijn dramatisch. Het zijn echt remmen voor ‘Het nieuwe rijden’: héél ver vooruitkijken en goed anticiperen! Af en toe hield de RS wat in bij constant gas, maar Assen werd zonder problemen bereikt.Na de Superbike-trainingen ging het bij Pesse op de A28 echter mis: met horten en stoten bereikte ik nog net de afslag. Benzineproblemen, waarschijnlijk door vuil in de tank. Dus vlotterbakken schoongemaakt en benzinekranen doorgeblazen. Dat hielp en de dikke boxer kwam weer tot leven. Tot in Raalte, daar herhaalde zich het ritueel, waarna ik toch heelhuids thuis kwam. Ach, ik kon het de RS niet eens kwalijk nemen, eerder mezelf. Had ik hem de afgelopen jaren maar beter moeten verzorgen. Het maakte het ritje wel tot een belevenis. Ondanks de malheur en ondanks de matige remmen was het pure ontspanning.Op zo’n semiklassieker ben je echt weer motorrijder; je wordt niet rimpelloos meegevoerd zoals op een moderne hyperbike. Een heel leuke ervaring dus. En ik zal dus maar bekennen dat ik na het verhaal van de Suzuki GT750 (zie pag. 42) inmiddels ook al een paar keer op internet heb gekeken wat zo’n ouwe watergekoelde driecilinder tegenwoordig doet. Voor later, zeg maar…Eric BulsinkHoofdredacteur MotoPlus[[bu]]Naast zakelijke beslommeringen waren er de afgelopen weken vooral leuke ervaringen met klassieke motoren. Zoals met de BSA-crosser van Bennie Jolink en met mijn eigen oude R100RS, die eindelijk weer de weg op ging.