Column Maarten Siffels 09-2009
Zaterdagochtend half zeven, minder dan twee honderd kilometer onder Parijs. Gisteren lekker opgeschoten. In één ruk vanuit Cartagena in Zuid-Spanje tot Orléans. We rijden in een gehuurd verhuisbusje, twee motoren achterin, een stapel banden, veel gereedschap én het voor Nederlanders onmisbare vouwtafeltje-met-stoelen en zijn met ons tweeën op de terugweg van een weekje raceteam spelen op het circuit van Cartagena.We hebben de circuitweek geregeld via het Duitse www.art-motor.de. Twee dagen met het busje heen, vijf dagen op het circuit rubber smeren en weer twee dagen terug. Kost net zoveel als een vakantie met het volledige gezin in een luxe verwenoord, maar dat Bayliss-gevoel… Onbetaalbaar! We voelen ons erg professioneel. En we hebben een grote zak Engelse drop. Die had Bayliss vast niet.Gisteren in een ruk door langs de Middellandse Zee gereden, de zon onder zien gaan boven het Massif Central en nu, in midden Frankrijk, ruiken we stal. Vandaag voor de lunch Parijs voorbij en dan in de middag thuis. Als die hoge janktoon uit de versnellingsbak er niet was. Eigenlijk was hij op de heenweg ook al subtiel te horen. Maar nu, met koude olie, is hij wel heel erg aanwezig. Het onvermijdelijke gebeurt dan ook. Opeens is de vijfde versnelling weg. En de drie, de twee, de een. Alleen in z’n vier zit er nog aandrijving in, net genoeg om een parkeerplaats te halen.Het is mooi weer, koud, maar zonnig. Dat scheelt. We bellen met de ANWB. Die adviseert om gebruik te maken van de noodtelefoon langs de weg om een berger te regelen. En die berger moet hem maar weer bellen, dan komt alles in orde. Binnen een half uur staat er een sleepdienst. De eerste takelpoging mislukt. Onze verhuisbus is te lang om achterop genomen te worden. Bij het optakelen raakt de achterkant van de bus de grond. Gelukkig staan de motoren zo vast als een huis, in zelfgelaste transportprofielen, die met heel veel spanbanden aan de bus vast zitten. Na enig vloeiend Frans gevloek besluit de berger om ons aan een stang te slepen. We krijgen een uitgebreide instructie wat we moeten doen als hij remt, hij verzekert ons dat hij heel voorzichtig en rustig zal rijden. En vergeet dat vervolgens direct weer als het vol gas de autoroute op gaat. Sleepdiensten blijken daar hun eigen uitgangen te hebben, dus je hoeft niet helemaal naar de volgende afslag.Twintig minuten later zitten we aan de koffie, de berger belt met de ANWB. We horen hem vertellen dat we een “racing team en panne” zijn. Dat doet ons amateurs goed. Zo kunnen we het Bayliss-gevoel nog even koesteren. Dan een tegenvallertje. We kunnen geen andere bus krijgen, wel een vervangende personenauto. De bus met motoren er in moet hier blijven en wordt in de loop van de week gerepatrieerd. Goed, het is niet anders. We halen onze Engelse drop er uit en vertrekken met een taxi naar de autoverhuur.Om elf uur zijn we alweer onderweg en volgens planning toch nog in de middag thuis. De bus volgt na een paar dagen. Met motoren en banden er nog in wordt er een ruilbak onder gesleuteld. Slechts een week later dan gepland levert de motormaat het fietsje franco thuis af. Fijne ervaring, die naar meer smaakt. Dus hebben we voor dit jaar al weer wat Bayliss-trips gepland. In april gaan we twee dagen rijden op Croix-en-Ternois en in mei een lang weekend naar Francorchamps. We gaan de zaken wel iets anders aanpakken. Deze tijd vraagt om een “small budget approach”. We hebben bijvoorbeeld om een andere bus gevraagd. Toegegeven, bij dezelfde verhuurder. Die is gewoon goedkoop (hoebedoelu, je weet nu wel waarom?). En we nemen een partytent mee. Dan zetten we ’s nachts de motoren overdekt buiten en gaan we in de bus slapen. Douches, stroom en (redelijk) sanitair zijn op de meeste circuits wel te vinden. De motormaat wil zelfs een kachteltje meenemen, mocht het ’s nachts toch nog fris worden.Bij zelf koken trek ik de grens. Dat heb ik in Cartagena gezien. Daar deelden we een box met een groep Duitsers, die de hele week het circuit niet af geweest zijn. De vriendin van een van hen deed boodschappen en dan aten ze ravioli uit blik of pasta met waterige tomatensaus. Daar begin ik dus niet aan. We gaan buiten de deur Frans en Belgisch eten! We gaan genieten met een goed glas erbij. Budget-Bayliss, maar dan wel met een Buikje!Maarten Siffels