Portret Pit Beirer
Mensen naar grote hoogten stuwen, vooropgaan en gelijkgezinden vinden. Met dit recept leidt Pit Beirer de raceafdeling van KTM – met 460 werknemers wereldwijde het grootst in de motorsport.
Het lijkt haast een ingestudeerde situatie. We zitten nauwelijks aan de vergadertafel of de telefoon van Pit Beirer gaat over. Aan de andere kant van lijn hangt Stefan Pierer, de baas van de naam haar hem vernoemde Pierer Mobility AG met de concernmerken KTM, Husqvarna en GasGas. Een bedrijfshal in de directe omgeving van KTM’s motorsporthart is zojuist opgekocht. De raceafdeling van WP Suspension kan nu verhuizen van de productiehallen naar de nieuwe ruimte. Wanneer? Meteen. Dat Peter Bergvall, de racedirecteur van het veringbedrijf dat ook deel uitmaakt van het concern, even later ook even zijn hoofd om de hoek steekt bij Pit Beirer past helemaal in het plaatje. De opdracht om de 30 medewerkers tellende afdeling inclusief meubilair en testbanken te verhuizen, pakt de Scandinaviër, in 2002 en 2003 zelf wereldkampioen enduro, haast onbewogen op, alsof hij even broodjes kroket gaat halen voor de middagpauze. De 46-jarige is er inmiddels aan gewend dat er binnen KTM groot wordt gedacht. En dat zijn chef, Pit Beirer, van alles op de hoogte wil zijn.
Dat het überhaupt zo ver kwam, hoort eigenlijk bij de treurige kant van zijn succesverhaal. In de late jaren negentig en begin deze eeuw was Pit Beirer een van de succesvolste motorcrossers (zie ook kader) van zijn tijd – tot op 8 juni 2003 een horrorcrash tijdens de GP van Bulgarije het draaiboek van zijn leven ingrijpend veranderde. Een dwarslaesie. Een diagnose waarmee de notoire optimist precies zo omging als met zijn sportcarrière voor het ongeluk: de mouwen opstropen en gas geven. Een goed half jaar later zat de voormalige KTM-fabrieksrijder al achter een bureau op de sportafdeling in Mattighofen. “Een functieomschrijving heb ik nooit gezien. De bedrijfsleiding zei gewoon: ‘Ga maar aan de slag’”, lacht Beirer over de eerste werkdag van zijn ‘andere’ leven. En dat deed Beirer. Met hetzelfde arbeidsethos als in zijn crossloopbaan in de jaren daarvoor. En met dezelfde kracht. Mensen enthousiast maken, vooropgaan als anderen het laten afweten – en vooral: gelijkgestemden vinden.
Deze combinatie komt ook in zijn nieuwe leven terug. Al na een paar weken in zijn nieuwe functie is duidelijk: de nieuwe zet de lijnen uit en hij weet wat hij wil. Destijds een 350cc-crosser. De bedrijfsleiding is echter sceptisch. Beirer trekt de na tien wereldtitels net afgezwaaide motorcross-superster Stefan Everts aan als teamchef van het KTM fabrieksteam en spant de illustere Belg voor zijn modelpolitieke karretje. De woorden van de kampioen overtuigen. Twee jaar later rolt het 350-prototype de R&D-afdeling uit. In het derde jaar pakt Tony Cairoli met deze machine de MXGP-wereldtitel. De aansluitend uitgebrachte standaard uitvoering van de 350 is tot op de dag van vandaag de meest verkochte viertakt in het motorcross- en endurogamma van KTM.
Het was een succes dat de sportmanager een goede naam gaf. En vrijheden. Terwijl Everts nog bij de directie aan het lobbyen was voor de 350, vloog Beirer, zoals hij het zelf zegt, “met een bliksemactie” naar Amerika, waar hij ver verwijderd van het racegebeuren sprak met Roger DeCoster. De teambaas van Suzuki had en heeft internationaal een enorm aanzien – en was na het bliksembezoek ineens sportdirecteur van KTM North America. De trots op de overtuigingskracht van de afgevaardigde “van de destijds in Amerika sportief gezien meest onbeduidende fabrikant” staat vandaag de dag nog op zijn gezicht. Het succes ook. DeCoster pakte met Ryan Dungey de titel in het US-Outdoor- en Supercross-kampioenschap (zie ook de tijdlijn in dit artikel). Het economische succes volgde niet veel later. Ook in Amerika is KTM ondertussen marktleider in het offroad-segment. Missie vervuld!
Beirer beseft zich dat dergelijke huzarenstukjes alleen mogelijk zijn door highspeed-besluitvorm-pingpong met concernbaar Pierer. Het kan gebeuren dat zelfs uitgaven met zes cijfers met een paar sms-jes gemaakt worden. De persoonlijke band tussen het duo is nog steeds gestoeld op een diep onderling vertrouwen. Vooropgaan, mensen enthousiasmeren – het succesrecept laat zijn sporen na, ook voor hem persoonlijk. Ondertussen is de selfmade-manager verantwoordelijk voor het gehele motorsportprogramma binnen KTM. Een enorme opgave.
Vanuit het in 2016 opgerichte motorsportcentrum (bouwkosten: 12 miljoen euro) stuurt de 49-jarige Beirer wereldwijd inmiddels 460 werknemers aan, waarvan er 240 in het imposante gebouw zelf werkzaam zijn. In alle sportieve disciplines staan er dit seizoen 74 fabrieksrijders onder contract. Dat zijn aantallen, die wereldwijd geen enkele andere fabrikant kan halen. Het is ook alleen mogelijk met een heldere structuur. Met de vier leidinggevenden van de kernsegmenten (offroad, wegrace, WP Suspension, financiën) overlegt hij twee keer per week. Opvallend is dat Beirer alle cijfers en namen zonder spieken op kan dreunen en hij in die gesprekken heel heldere doelen weet te schetsen. De weg er naar toe laat hij zijn collega’s zelf kiezen. Wat telt, zijn de resultaten. En die mogen er zijn. Offroad zijn de belangrijkste titels, dus US Supercross, MXGP en Dakar, allemaal in Oostenrijkse handen.
Maar zijn zo succesvolle kwaliteiten had de autodidact Beirer bij de start van het 2016-seizoen ook hard nodig. De entree in de MotoGP-klasse is van een heel ander kaliber. Uit de door Pierer bij het startschot van het project voorzichtig geformuleerde twijfel “Maar blameren kunnen we ons niet, toch?” ontstaat een enorme druk om te slagen. Een weg terug of een plan B is er niet. Dat weet ook Beirer. Na een onrustige start met laatste plaatsen in de kwalificaties viert de sportief directeur weer zijn bekende triomfen. Met Mike Leitner, de voormalig crewchief van Dani Pedrosa in het Honda fabrieksteam, trekt hij een belangrijke pion aan. Niet veel later weet hij ook de inmiddels gestopte Pedrosa als MotoGP-testrijder voor KTM te strikken. Met zijn uitstekende eigenschappen als ontwikkelingsrijder zet de kleine Spanjaard de RC16 op het spoor naar succes. In het vierde volledige seizoen in de koningsklasse pakt Brad Binder in 2020 de eerste overwinning voor KTM. De deelname aan de MotoGP verzet ook de financiële bakens. Getallen noemt Beirer niet, maar schattingen becijferen KTM’s deelname aan diverse sportdisciplines op ongeveer 85 miljoen euro per jaar. De helft daarvan wordt opgeslokt door het MotoGP-project.
Geld, dat uiteraard eerst moet worden verdiend. Reden tot zorg is er echter niet. Sinds het debuut van Beirer in 2004 vervijfvoudigden de omzetcijfers (verkochte motorfietsen in 2021: 332.881 stuks) van het KTM-concern. Om het benodigde sportbudget los te krijgen, is er naast vertrouwen (“We hebben nog het sportbudget nog nooit overschreden”) ook goodwill van binnenuit nodig. Bij de herstart van de serieproductie na de corona-lockdown in april 2020 liet de sportafdeling niet alleen de lopende band met 100 racemonteurs weer draaien, maar “maakte het in deze periode ook de kwaliteitscontrole werkloos”, roemt Beirer zijn uitstekend getrainde sportpersoneel nog maart eens.
Ondanks alle werkdruk weet Beirer als geen ander dat hij ook zijn beperkte lichaam voldoende aandacht moet schenken. Elke ochtend trekt hij een uur uit om in zijn privé-zwembad wat baantjes te trekken en hetzelfde geldt ook voor het wekelijkse bezoek van een fysiotherapeut. Een proeve van geduld voor iemand, die ook als professioneel motorcrosser al moeite had om ’s ochtends een rustige polsslag te hebben. Die allround-betrokkenheid breekt de onvermoeibaar lijkende sportchef ook wel eens op. Sportieve dompers zoals het vertrek van MotoGP-coureur Johann Zarco midden in het seizoen van 2019 wegens uitblijven van succes knagen al net zo aan zijn psyche als het nog verse afscheid van Mike Leitner na het afgelopen moeizame MotoGP-seizoen. Beslissingen waarbij Beirer niet schroomt ook zichzelf op te offeren. “De weg, de ellebogen naar buiten steken en voor KTM het succes te zoeken, levert niet alleen vrienden op”, reflecteert hij – om meteen weer de succeskoers in te slaan. De MotoGP-titel is immers ieder offer waard. De meeste van zijn collega’s waarschijnlijk ook. Hij heeft ze zelf uitgezocht.