Oude Liefde: Sparta Turismo S bromfiets
Wie herinnert zich niet het gevoel van de allereerste gemotoriseerde kilometers? Voor velen gaat die herinnering zelfs terug naar de ‘brommertijd’. Zo ook bij Hans Sneeving uit Hengelo (Gld) en diens oude liefde: de Sparta Turismo S uit 1966.Als zevenjarige jongen woont Hans niet ver van de boerderij van zijn oom. En die oom had niet alleen koeien, maar ook een Sparta brommer. ”Mijn neef was vier jaar ouder dan ik en hij zou mij wel eens leren brommerrijden,” vertelt Hans met een grijns. “Er was maar één voorwaarde, want volgens mijn neef zou ik aan het begin zeker gaan vallen en dan mocht ik vooral niet gaan huilen. Als dat gebeurde, was het gedaan met het rijden. En je voelt hem natuurlijk al aankomen: Ik knalde direct richting de ’puntdraod’ (prikkeldraad, RdJ) en ging onderuit. Man, wat deed dat zeer. Ik moest echt mijn best doen om niet te huilen, want ik wilde zo graag op deze wondermachine rond blijven rijden! Want een wondermachine was het. De benzinetank zat namelijk altijd vol. En wij maar denken dan m’n oom niets wist van onze stiekeme ritjes op de Sparta. Want inmiddels reden we niet alleen maar rond de boerderij, maar crossten we door de hele omgeving. We waren nergens bang voor en de politie kwam toch niet op de zandpaden.”Toch bleek de liefde tussen Hans en de Sparta geen lang leven beschoren, want als puber komen de prioriteiten ergens anders te liggen: “Ik was uitgekeken op de Sparta en kon niet wachten tot ik 18 zou worden, want ik wilde motor gaan rijden!”Die motor kwam er en Hans werd ook lid van de lokale ‘Hengelse’ motorclub, de Hamove. “Die club werd mijn grote hobby, ik heb bijvoorbeeld een uitgebreid archief, we organiseren hier immers al meer dan 40 jaar een wegrace op een stratencircuit. In het verleden stond de wereldtop zelfs aan de start en als klein ventje stond ik toen gewoon te trillen van spanning langs de kant, als die motorduivels voorbij kwamen. Die rijders kwamen in mijn beleving ook allemaal van heel ver weg, tot in Amerika toe, dacht ik. Namen als Boet van Dulmen, Jack Middelburg en Wil Hartog kwamen hier in het dorp niet voor, dus dat moesten wel Amerikanen zijn. Machtig gewoon!”Toch bleef de Sparta kriebelen: “Ik ging voor de bijl toen ik er één op een beurs zag staan. Hij was niet te koop, maar nog dezelfde dag nam ik mij voor om er toch weer één te gaan kopen. De jacht werd dus geopend en uiteindelijk vond ik er eentje hier vlak in de buurt. Het is geen dikke duizend of een vlammende racereplica, maar voor mij is het een band met een zorgeloos verleden en dat druk je niet in cc’s uit.”Voor een ritje met de Sparta ondergaat Hans een heuse metamorfose. Hij trekt een lange leren jas aan en vertelt: “Deze heb ik van mijn oom gekregen die hem nog steeds op zolder had hangen. Weet je, ze geven nog best wel een goede bescherming tegen weer en wind en hebben ook diepe zakken waar je de nodige spullen in kwijt kan.” Ook het pothelmpje ontbreekt niet, evenals de klompen. “Daar loop ik het liefst op. Vroeger reden er ook veel mensen met klompen op de brommer. Stadslui herkende je meteen aan de schoenen!”Starten doet de Sparta op de ouderwetse manier, met een stel fietstrappers. Gewoon flink rondzwengelen en het motortje komt proestend tot leven. Die fietstrappers waren nodig omdat je er volgens de wettelijke regels ook mee moest kunnen fietsen. Je trapte je dan wel een ongeluk en kwam amper vooruit, maar het kon. De zitpositie was door die trappers ook niet geweldig en veel brommerrijders monteerden de trappers dus aan beide kanten naar beneden.Hans rijdt nog regelmatig voor zijn plezier een rondje door het dorp met de Sparta en dat is een prachtig gezicht. We laten oude tijden even herleven door een zandpad op te zoeken. “Vroeger reden we ook zo over de zandpaden naar het Zand, de crossbaan van Hengelo.” De Sparta rijdt als bijna elke brommer, maar het plaatwerk, de lange buddy en de ingesloten koplamp geven hem toch een beetje een motorgevoel. Schakelen met de handversnelling gaat prima en de wegligging is heel behoorlijk, hoewel dat met een snelheid van net 43 km/uur ook bijna niet anders kan. De remmen zouden voor vertraging moeten zorgen, maar daar dien je ruim de tijd voor te nemen. ‘Regeren is vooruitzien’, luidt het sopreekwoord, maar bij deze Sparta is het eerder ‘Remmen is vooruitzien”. Ach, in de jaren zestig waren wegen natuurlijk ook veel leger en overzichtelijker. Bovendien was remmen wel het laatste waar je als jongere in die tijd aan dacht…[[kasten]DE SPARTA-GESCHIEDENISOpgericht in september 1917 onder de naam Verbeek & Schakel is de firma in eerste instantie een grossier in rijwieltoebehoren. Al snel gaat men verder onder de naam Sparta en produceert men in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw lichte motoren en fietsen.Net als veel andere bedrijven komt ook Sparta niet ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog. Vooral het gebrek aan grondstoffen is problematisch. Er worden in eerste instantie kleine aantallen 98cc motorfietsen gebouwd, maar in de jaren daarna groeit de productie weer en worden er ook meerdere modellen ontwikkeld, met als topmodel de 250 cc Sparta met Victoria motor. Volgens zijn maker was dit krachtig genoeg om een zijspan te trekken. Het gaat in die jaren goed met Sparta, maar de kentering komt en in 1961 wordt nog precies één motorfiets verkocht. Deze productie stopt dus, maar met een vooruitziende blik heeft men ondertussen alle pijlen al gericht op bromfietsen en dat blijkt een gouden greep te zijn: in 1965 produceert Sparta met 380 mensen maar liefst 47.000 bromfietsen!De fabriek is niet bescheiden over hun succes en over de Sparta Sport van Hans lezen we in de toenmalige folder: “Oerkracht spreekt uit de hele verschijning van de Sparta Sport. Het is een brommer die zich graag thuis voelt bij laarzen en zware shag, bij kerels die de dag plukken en graag iets stevigs in hun knuisten hebben.”We lezen verder over de zeer vooruitstrevende technische eigenschappen: “Vast als een dijk ligt’ie dank zij de hydraulische gedempte telescoop-voorvering en de ‘swingarm’ achtervering met een constante kettingspanning en bovendien een stofdicht afgesloten kettingkast. Zeer zware voornaven, waarvan de assen in kogellagers rusten en waarvan de achteras als steekas is uitgevoerd. Alle ervaring die Sparta in zijn ruim 50-jarig bestaan heeft opgedaan vindt U terug in elk onderdeel van deze noeste werker.” Meer over de geschiedenis van Sparta vind je op www.spartabromfietsclub.nl