Van Dubai naar Nederland
Groot is de verbazing van de grenswachten van het van de burgeroorlog nasmeulende Syrië als ze eind 2021 plots oog in oog staan met een Nederlandse motorrijder. Joël de Vrij rijdt solo dwars door hoogst turbulente landen en tijdens een pandemie van Dubai naar Nederland.
Omdat De Vrij wel avontuurlijk is, maar niet gek, heeft hij in Syrië maar één doel: het land zo snel en onopvallend mogelijk verlaten. Daarom slaat de schrik hem in hoofdstad Damascus om het hart als een motorbende hem in een buitenwijk klem rijdt. Het blijkt de Damascus Motorclub. Die heeft van zijn komst gehoord en besluit de Hollander feestelijk in te halen. Van de gehoopte anonieme passage is dan al absoluut geen sprake meer. Na eerst innig te zijn geknuffeld door zo’n twintig bebaarde bikers wordt het pas echt kermis als de mannen hun Fireblades, Hayabusa’s, Gold Wings en Harley’s starten en De Vrij door de stad begeleiden. Luid toeterend, met brullende motoren en met gele rokende fakkels gaat het in colonne door de stad die De Vrij onopvallend had willen doorkruisen. “Je kent alleen horrorverhalen van Syrië en ik kreeg het best benauwd toen ik klem werd gereden. En dan krijg je zoiets. Het vraagt wel even serieus omschakelwerk in je hoofd om van doem- naar droomscenario te gaan. De clubleden namen me mee uit eten, ik werd geïnterviewd door Radio Damascus en was de beste vriend van elke lid van de motorclub. Die club was pro-Assad en ik reed rond met twee speldjes van die dictator op mijn jas. Die gingen er later weer af.”
Als IT’er werkt de 31-jarige De Vrij een aantal jaren in Dubai. Voor 2022 staat er een afspraak in zijn agenda die hij niet kan en wil afzeggen: in Berlijn hokken met zijn vriendin. Waarom vloog De Vrij niet lekker eenvoudig naar de Duitse hoofdstad? “Ik hou van de combinatie motorfiets en avontuur. Dit leek me een ideale reis door prachtige landschappen en culturen. Er waren wel wat uitdagingen, maar risico is ook een soort smaakmaker. Van motoren en avontuur heb ik altijd gehouden. Toen ik zestien was had ik al een zwaar opgevoerde Aprilia RS waarmee ik zo nodig door de Velsertunnel moest. Later reisde ik solo door India, Pakistan, Iran en Irak.”
De voorbereiding van de reis van Dubai naar Nederland vergt door conflicten en covid heel wat puzzelwerk. Het oorspronkelijke plan is om te starten in Dubai, dan met de veerboot naar Iran, Noord-Irak en dan Turkije. Helaas blijkt Iran anderhalf jaar gesloten vanwege covid. De Vrij overweegt een alternatieve route via het noorden van Afrika, maar ook die variant valt af. “Libië is echt veel te gevaarlijk. Andere zogenaamde schurkenstaten als Iran, Saoedi Arabië en Noord-Irak voelden wel veilig. Ter plekke heb je accurate informatie van lokale bronnen en daar vertrouw je op. Dat bleek altijd te kloppen.”
De Vrij begint samen met zijn KTM aan variant drie, maar past ook die onderweg noodgedwongen aan. De oorspronkelijke route is: Dubai, Saoedi Arabië, Jordanië, Israël en Palestina. “Bij mijn vertrek uit Dubai wist ik dat de grens van Israël door covid gesloten was. Het gerucht was dat die weer open zou gaan. Daarom ben ik rustig twee en een halve week door Saoedi Arabië gereden, een geweldig mooi en groot land. De groene omgeving bij de grens met Jemen, de Asir Region, is schitterend en natuurlijk moest ik langs Mekka.“
De Vrij neemt bewust het risico vast te komen te zitten bij de grens van Israël en Jordanië. Lachend: “Dat bleek uiteindelijk ook zo te zijn. Zoiets is niet te voorkomen. Het Midden-Oosten is zo wispelturig dat de situatie van het ene op het andere moment anders kan zijn.” Het improvisatietalent van De Vrij maakt overuren. “Als alternatief overwoog ik West-Irak, maar dat werd me door iedereen afgeraden vanwege de aanwezigheid van ISIS. Toen kwam Syrië in beeld omdat d grens met Jordanië een week eerder open ging. Navraag bij de Nederlandse ambassade leerde dat de weg naar Damascus en de stad zelf ook oké was, maar alles daarbuiten een no go area was.” Omdat ook de grens tussen Syrië en Turkije te gevaarlijk is en de grens tot op de dag van vandaag niet open is, heeft De Vrij weinig opties meer, maar staat de route eindelijk vast. Na Syrië wordt het noodgedwongen Libanon en vanaf daar een veerboot naar Turkije.
Het ontspannen boottochtje levert de smerigste, maar tegelijk memorabele ervaringen op. “De Syrische bemanning liet me in hun gedeelte overnachten. Ik mocht op een bank slapen en dat was wel oké, maar de WC was zo ranzig dat er geen woorden voor zijn. Het is een wonder dat ik niet ziek ben geworden.”
Uiteindelijk verblijft De Vrij vijf dagen in de Libanese havenstad. “Ik wilde wel eerder weg, maar de ferry vertrok niet. De veerboot van Tripoli (in Libanon, red.) naar Tasucu in Turkije is de enige manier om tussen die twee landen te reizen. De rederij wacht gewoon tot de boot vol is. Uiteindelijk heb ik dagen gewacht tot de boot vol zat. Het is ook nog eens loeiduur. Vrachtwagens betalen € 2.500,- een motorfiets kost € 800,-. Toen het schip eindelijk vertrok, ben ik als een blok in slaap gevallen. Toen ik wakker werd, was ik weer terug in Tripoli. De boot had pech.”
Even niet in in het zadel zitten, maar op de woelige baren, voelt als een verademing. Totaal rijdt De Vrij 13.500 kilometer waarvan alleen al 4.500 in Saoedi Arabië. “Toen ik er reed, was het 40 à 45 graden. Mijn wekker stond op vijf uur om een beetje koel te beginnen. Tussen twaalf en vier stopte ik ergens bij een benzinepomp om te rusten. Er stoppen dan altijd wel mensen in dikke Landcruisers om je flesjes water aan te bieden of om je thuis uit te nodigen.”
De Vrij moest leren om ‘ja’ te zeggen op zulke uitnodigingen. Voor westerlingen voelt zoveel gastvrijheid een soort van ongemakkelijk. “Tot ik mezelf toesprak: ‘Zeg toch eens een keer ja’. Daarna heb ik een spoor van selfies achtergelaten. In landen als Syrië en Saoedi Arabië zijn geen toeristen en troggelt niemand je centen af. Ze zijn gewoon geïnteresseerd in westerlingen en bijna beledigd als je niet bij ze thuis komt eten. Daarom heb ik ook geen enkel moment gevaar gevoeld. Al moest mijn motor wel veilig binnen of achter een hek staan. Dat is belangrijker dan een goed bed.”
Het is overigens niet zo dat De Vrij een goed bed niet weet te waarderen. Daarom kampeert hij tijdens zijn tien weken durende reis hoogstens tien keer. “De combinatie kamperen en motorfietsen wordt over-geromantiseerd. Bij Saoedische temperaturen wil je eerst douchen en dan slapen. Laat dat geworstel met een tent dan maar zitten.”
Corona zorgt bij grenspassages gedurende de hele reis voor uitdagingen en “heel veel stokken in mijn neus”. Als De Vrij weer eens voor een grens strandde, sloegen de bedenkingen toe. “Wat als
het niet lukt? Wat ga je doen met de motor? Ik heb zelfs contact gehad met een shipping agency.”
Alle onzekerheid is voor De Vrij pas echt over als de veerpont in Turkije aanlegt. Daar beseft hij dat het niet meer mis kan gaan met zijn reis. “Het was een opluchting om in Europa te zijn, maar tegelijk jammer. Naar het Midden-Oosten keek ik echt uit omdat het cultureel zo anders is. Daarom heb ik voor dat deel mijn tijd genomen. In Europa ging het sneller.”
Eind oktober komt De Vrij in Turkije aan, er staat hem heel veel koud en nat winterweer te wachten. Zijn kleding is gelukkig waterdicht en voor het comfort laat hij in Milaan handvatverwarming monteren. De terugreis gaat met gezwinde spoed door: Turkije, Griekenland, Albanië, Monte Negro, Bosnië en Kroatië. “In Kroatië zag ik voor het laatst zonnestralen.” Daarna is het een kwestie van in anderhalf uur een benzinetank leeg rijden en dan weer opwarmen in een benzinestation tot De Vrij weer thuis is. Het leven in Berlijn bevalt goed en het reisvirus kriebelt niet. Toch wil De Vrij in de toekomst wel weer eens langer met zijn KTM op pad. Mogelijke bestemmingen? “Kaapstad of Mongolië. Maar eerst drie jaar samenwonen met mijn geliefde in Berlijn.”