Column Sebastiaan Labrie
‘’Motorrijden is wel leuk, motorrijden is wel leuk.’’ Als een mantra blijf ik deze zin herhalen, terwijl ik met een door- en doornatte linker handschoen de plaksneeuw uit mijn gezichtsveld veeg. Een opdoemende file gaat gezamenlijk op de rem en de rode achterlampstrepen, die het beslagen vizier kleuren, zorgen ervoor dat ik nog steeds niets zie. Ik zet de boel op een kier en wordt hiervoor beloond met pijnlijke sneeuwvlokken in de ogen.Met een gevoelloze linkerwijsvinger duw ik wat tegen een van mijn oogballen om het prikken tegen te gaan en met de rechterhand draai ik het gas wat terug. Gelukkig draag ik een warm, waterafstotend jack en is het bovenlijf comfortabel. Daarbij besef ik me maar weer eens hoe prettig het toch is om op m’n dooie gemakje door een file heen te tuffen, terwijl iedereen om mij heen, op de A1, zijn dag moet beginnen met wachten, stukje rijden en weer wachten. ‘’Jawel, focus op het halfvolle glas en voor je het weet zit je weer achter een heet bakkie koffie’’, neurie ik mezelf toe. Ik ga het bijna geloven als mijn kruis aangeeft iets minder blij te zijn. De natte sneeuw glijdt van mijn motorjack recht tussen de benen en creëert daar een plasje. Als je geen goede broek aantrekt, kan dat best koud worden voor de kinderfabriek. Geïrriteerd vraag ik mij af waarom ik deze les niet leer. Hoe vaak heb ik mezelf al niet tijdens een regenbui bestraffend toegesproken en geboden een normale motorbroek te kopen? Net zoals waterdichte motorlaarzen. Heb ik droge sokken bij mij? Tuurlijk niet. Fijn, ik mag weer een dag soppen in de schoenen tegemoet zien. Nu ik toch bezig ben: waarom smeer ik ook niet wat afwasmiddel op mijn vizier voor vertrek? Grote kans dat de boel dan niet zo snel beslaat en misschien zie ik ook nog ’s wat als ik op een drukke snelweg rij. Voor de 80e keer besef ik me dat ik gedurende alle seizoenen rijd, luisterend naar een zomers kledingadvies. Dom…en nat…en koud! Ik pak m’n mantra weer op en zing het nu luid en duidelijk om mijzelf af te leiden en rij door naar werk. Eenmaal aangekomen, zijn ze er van onder de indruk dat ik met zulk koud weer nog op de motor stap. Tjonge, wat vinden ze me een bikkel. Nu heb ik laatst geleerd dat een bikkel ook iemand is met slechts één testikel, maar ik ga er echter vanuit dat ze een doorzetter bedoelen. Eigenlijk hebben ze gelijk en ben ik inderdaad een echte man. Zeiknat op de motor zitten met 3 graden, koud tot op het bot en dit doe ik dag in, dag uit, week in, week uit en ja, ook wintermaand in en uit. Mijn ego wordt blij met zichzelf en ik maak een flauw grapje over de enorme hoeveelheid borsthaar die ik als echte kerel wel niet heb en ze lachen braaf. Prompt wordt de ellende van de rit vergeten, waardoor ik morgen ongetwijfeld een déjà-vu zal hebben. Begrijp me niet verkeerd, ik ben een trotse ‘allyearround-rijder’. Ik ga zelfs zover door te stellen dat je pas een motorrijder bent, the real deal, als je met grote regelmaat gebruikt maakt van je motor, dus ook in de winter. Of ik gelijk heb, laten we maar even in het midden. Wat ik eigenlijk wil weten, is of ik de enige pannenkoek in Nederland ben, die al achttien jaar lang met gering zicht, verkleumd en zich zelf schoppend de winter doorrijdt? Vooral de grote dialogen met jezelf zijn zo vermoeiend. Herkennen jullie het? Ik hoop het, want die gedachte zal me sterken als ik een volgende keer tijdens het rijden doorweekt naar mijn eigen gezeik moet luisteren. Sebastiaan LabrieSebastiaan Labrie is één van de gezichten van omroep Llink, waarvoor hij onder andere de Consuminderman en 3 op Reis presenteert. Daarnaast is hij al vanaf zijn achttiende gepassioneerd motorrijder, jaar in, jaar uit. [STREAMER, in die Mitte platzieren]‘BEN IK ECHT DE ENIGE PANNENKOEK DIE AL ACHTTIEN JAAR LANG SLECHT GEKLEED DE WINTER DOORRIJDT?’ [Bild]