Column Maarten Siffels MP 03-2009
Ooit heb ik gelezen dat je voor de opvoeding van een kind een kostenpost van ongeveer een miljoen moet begroten. Hoeveel zo’n kind op Marktplaats of bij inruil opbrengt, stond er niet bij. Nou ken ik weinig mensen die bij de geboorte veel verder denken dan de inrichting van het babykamertje, het regelen van kinderopvang en het eerste pak luiers. Maar weet toekomstige ouders, het is dus handig om alvast een paar ton opzij te zetten. In IJsland of zo. Wel op de bankgarantie letten…Wat een leven lang motor rijden kost, weet ik niet. Maar er wordt aan gewerkt. Ik bewaar namelijk alle bonnen. Het idee is om aan het eind van mijn motorrijdend bestaan alles op te tellen. Vervolgens moet het dan omgerekend worden naar euro’s en geïndiceerd. En dan? Dan eigenlijk niks. Hoogstens kan ik gaan bepalen of het geld het plezier waard is geweest. Domme vraag, want het antwoord staat eigenlijk al vast. Al die bonnen worden bewaard in twee ‘tasjes-met-historie’. Eentje is een soort mapje voor om je nek. Voor paspoort en geld. Door mijn moeder gemaakt toen ik voor het eerst alleen op vakantie ging. Van de stof van een oude rok van haarzelf. Ik kende die stof wel, hij staat op foto’s van toen ik drie was en het alleen-op-vakantie nog tien jaar duurde. Het tweede tasje stamt uit de jaren tachtig. Een variant van het polstasje. Weet je dat nog, dat mannen met polstasjes liepen? Dit is er een van de goedkope soort, souvenir van een Turkije-vakantie van mijn moeder. “Heel handig, jongen!” Nooit gebruikt natuurlijk, behalve voor de motorbonnen. Wat tref ik aan als ik eens door de bonnen blader? Bovenop een bon van Leen Post in Naaldwijk. Gemaakt op een tikmachine. Daar heb ik op 18 januari 1978 een Yamaha XS750C gekocht. Voor 6.000 gulden, met valbeugels 6.065 gulden. Een rode was het, een model voor de Japanse thuismarkt, via grijze import in Nederland verzeild. Afwijkend van het Europese model had deze driecilinder een dikke drie-in-een pijp, spaakwielen en een rood lampje op het dashboard. Dat ging branden als je harder dan tachtig reed. Mijn eerste nieuwe motor. Helaas had hij wel dezelfde kwalen als het Europese model, maar kwam ik niet in aanmerking voor de verbeterde onderdelen die via de officiële kanalen verspreid werden. Fijne fiets. Fijn geluid ook dat in het Amerikaanse blad “Cycle” beschreven werd als “whisky tenor”. Klonk als Tom Waits bij 6.000 toeren. Maar het ding vrat in 15.000 km een primaire ketting op. Na twee jaar weg gedaan wegens astronomische onderhoudskosten.De bon voor zijn opvolger ligt er direct onder. Een handgeschreven bon, van Wijngaard’s Motorhandel, te Amsterdam-Z. Van 7 maart 1980. 4.500 gulden voor een tweedehands Kawasaki Z1000. We waren intussen verhuisd naar een grotere woning, dus moest het motormatig wat goedkoper. Maar ja, er ging natuurlijk wel een 4-in-1 pijp op. En Koni’s achter, want Japan deed nog niet aan fatsoenlijke vering. Ik heb er ook nog een elektronische ontsteking op gemonteerd. Nooit meer dat gedoe met puntjes en sigarettenvloeitjes! En daar kan ik de bon dan weer niet van vinden. Wel de montagebeschrijving van de Koni’s. Die afsluit met een vet gedrukt: “Denkt u er aan de linker en de rechter demper steeds gelijk af te stellen!”. Waardoor je je toch afvraagt of er echt mensen zijn die denken op een gemiddelde vering en demping uit te komen als je links lekker strak en rechts ultra-slap zet. Iets verder in de stapel het vrijwaringsbewijs van een Fiat Panda, ter herinnering aan een drie jaar durende motorloze periode. Een BMW R100S met kuip en een vriendin met zwangere buik vormden geen combinatie, had ik besloten. En aangezien de handelswaarde van de vriendin beperkt was, heb ik toen de motor weg gedaan. Voor het geld heb ik een Mazda coupé gekocht. Een tweeliter, met donkere ramen en later een kinderstoeltje achterin. Vermoedelijk van een drugsdealer geweest die weinig aan onderhoud deed, want na een jaar kwam hij definitief niet door de APK heen. Vandaar de Panda. Die weer bewoond was geweest door een langharige hond. Daar merkte je niks van, tot het ’s nachts geregend had. Dan rook het Pandaatje ’s morgens alsof Bello er samen met al zijn natte vrienden uit de kennel in had geslapen.Gelukkig kwam er daarna weer een motor. Gevolgd door nog een stuk of tien. En nu heb ik eindelijk ook mijn knie aan de grond gehad. Rijdend achter Barry Veneman. Na deze cliffhanger, een soapserie waardig, past maar één einde: wordt vervolgd!Maarten Siffels[[[änderung in das BU]]door de Alpen……. usw bis am ende ändern in:door de Alpen en is er onlangs in geslaagd om voor het eerst een knietje aan de grond te rijden.