60 jaar Honda
Volgens de officiële boeken bestond Honda het afgelopen jaar zestig jaar, maar de eerste motor van de Japanners verscheen echter niet in 1948 maar in 1949 op de markt. Een mooi moment dus om aan het begin van 2009 terug te blikken op zestig bewogen en vooral succesvolle Honda jaren. Honda-oprichter Soichiro Honda, in 1906 geboren als zoon van een smid in Komyo bij Hamamatsu, onderkende na de oorlog snel de behoefte aan simpele vervoersmiddelen. Hij kocht 500 overbodig geworden elektromotoren van het leger en bouwde fietsen om tot brommers. Al gauw vervaardigde de jonge firma eigen, luchtgekoelde tweetakt motoren van 50 cc om in herenfietsen in te bouwen; het A-model was geboren. In 1948 werd de fabrikant als Honda Motor Co. ingeschreven in het handelsregister. In 1952 volgde het model Cub, waarbij de 50 cc tweetakt naar het achterwiel verhuisde. Al in het tweede productiejaar maakte Honda meer dan 6.500 stuks per maand. De met hulpmotoren opgedane ervaring gebruikte Honda daarna al snel voor de constructie van een echte motorfiets. De 98 cc tweetakt zat nu in een echt frame en de naam “Dream” moest aangeven hoe dromen werkelijkheid kunnen worden.In de jaren 50 breidde het bedrijf dankzij constante innovaties snel uit, maar nog steeds kon niemand vermoeden dat Honda zich niet alleen tot de grootste motorfietsfabrikant, maar zelfs tot één van de grootste industriële ondernemingen ter wereld zou ontwikkelen. De basis werd gelegd door de motorfietsen, vooral door de motoren die daarin werden gebruikt. Het leeuwendeel kwam voor rekening van de Honda Super Cup, waarvan er tot heden meer dan 60 miljoen werden verkocht en die in veel Aziatische landen aan de basis stond van een brede motorisering van de bevolking. [Dritter Seite]Eind jaren 50 voelde Honda zich als marktleider in Japan sterk genoeg om een rol te gaan spelen op de wereldmarkt. De 125 cc tweecilinder Honda Benly C92 met bovenliggende nokkenas schroefde de technische pretenties enorm op en legde de basis voor een tweecilinder in lijn met een cilinderinhoud van 250 en 350 cc. Maar in de ogen van de veeleisende klanten in Noord Amerika en Europa waren ze te braaf. Vanaf nu moest het met grote stappen voorwaarts gaan. Met de CB72 schiep Honda vervolgens een supersportieve motorfiets, die al de eerste trekjes uit de racerij had overgenomen. Een telescoopvork, kleine beschermkappen en een sportieve buddy deden doorgewinterde sportieve rijders wereldwijd versteld staan. En met de CB450 maakte Honda slechts vijf laar later de volgende klapper. Met twee bovenliggende nokkenassen en 450 cc cilinderinhoud daagden de Japanners de Europese fabrikanten van zware tweecilinders regelrecht uit. En in 1969 vestigde Honda zich met de CB750 met een viercilinder lijnmotor en schijfremmen stevig aan de kop van de internationale motorwereld.[Streamer 2e Seite]Voorlopers: De tweecilinders uit de jaren 60 baanden de weg naar het succes met als hoogtepunt de CB 750.[4e Seite]Met de CB750 had Honda zich met een uitgebreide modellenreeks definitief op de kaart gezet en hij was gedurende vele jaren Honda’s vlaggenschip. Maar de concurrentie sliep niet, kwam hier en daar langszij, streefde Honda soms zelfs voorbij en kwam met een modellenoffensief dat zijn weerga niet kende. Honda reageerde daarop met vierklepstechniek en kwam met de Bol d’Or qua prestaties weer naast de concurrentie, maar dat was pas het begin. Of het nu toermotoren, sportmotoren, off-roadmachines of choppers waren, viercilinder boxermotoren, twee – of viercilinder V-motoren of zelfs zescilinder lijnmotoren en of het nu zuiger- of turbomotoren waren, er waren eigenlijk weinig concepten die Honda niet onderzocht en seriematig ontwikkelde. Deze creatieve fase bracht ook motoren als de zescilinder boxer van de Goldwing voort.[Streamer 4e Seite]]De buitenbeentjes: Van ééncilinder tot zescilinder in lijn, V – en boxeruitvoering, zelfs met turbocharger. Niets ontbrak.[5e Seite]In de supersportsector gaf Honda met de lange modelcyclus van de CB750 de concurrentie de kans om een inhaalslag te maken. En dat terwijl de CBX1000 er nooit in slaagde de sportieve eisen die Honda beloofde waar te maken. Daar moest de Bol d’ Or reeks een resoluut einde aan maken. In 1982 maakte de CB1000R aanspraak op de kroon van de sportiefste in serie gebouwde motor, maar twee jaar later werd de CB alweer afgelost door de VF1000R. In 1988 was het de beurt aan de superbike Honda VF750R, alias de RC 30, die ook met name op het circuit hevig tegenstand aan de concurrentie moest gaan bieden. De ambitieuze V4 met zijn tandwiel aangedreven nokkenassen en prachtige enkelzijdige swingarm werd niet alleen op het circuit de maatstaf. Toch gaf ook deze hoge technische standaard nog ruimte voor verbetering, maar de slechts in een kleine oplage gebouwde NR750 met ovale zuigers en acht kleppen per cilinder maakte de verwachtingen niet waar en Honda zette al snel een streep onder dit hoofdstuk. Een jaar later, in 1992, keerde Honda met de destijds revolutionaire CBR900RR Fireblade terug in de normale wereld en zette qua pk/gewichtsverhouding een nieuwe norm. [Streamer 5e Seite]De sportievelingen: Twee- of viertakt, lijn- of V-motor of ovale zuigers, er was geen enkele techniek die Honda niet toepaste.[6e Seite]Niet alleen voor op de weg maar ook voor gebruik in het terrein had Honda een breed aanbod. Of het nu om enduro, trial of cross ging, elke wens van de klant kon worden vervuld. In de jaren 60 had Honda op verzoek van Amerikaanse klanten al wegmodellen voorzien van een hoog stuur en hoge uitlaten en aldus omgebouwd tot de CL met als typenaam de Scrambler. Maar pas in 1972 nam Honda met de XL ééncilinder vierkleppers echte off-roads in het programma op. Deze constructie werd ook gebruikt in de TL125, een echte trialmachine, en de CR250, beter bekend als de Elsinore. De ééncilinder tweetaktmotor was de eerste van een lange rij aantrekkelijk geprijsde Honda crossmodellen voor de particuliere markt, die later in alle inhoudsklassen furore zouden maken. Zowel in competitieverband, zoals de rally Paris-Dakar, als voor gewoon dagelijks gebruik vormden de ééncilinders de basis voor straatgerichte all-roads als de XL, de latere Dominator en tweecilinders als de Transalp en de Africa Twin, die voor enduro-liefhebbers comfortabel reizen over zowel asfalt als over onverharde wegen mogelijk maakten.[Streamer 6e Seite]Het terrein in: Enduro, trial en cross, in alle off-road disciplines kon Honda de klant een alternatief bieden.[7e Seite]Soichiro Honda bezocht in 1954 de TT-races op Man en was er meteen rotsvast van overtuigd dat wie er in de internationale racewereld echt bij wilde horen zich tijdens de Tourist Trophy zou moeten bewijzen. In 1959 deed Honda voor het eerst mee aan de TT en in 1961 legde Honda bij de 125 cc en de 250 cc beslag op de eerste vijf plaatsen. Eind 1967 stopte Honda tijdelijk met de fabrieksteams en pas in 1979 zocht men met de NR500 met ovale zuigers weer een nieuwe uitdaging. De wereldtitel die Freddy Spencer uiteindelijk op de driecilinder tweetakt NS500 behaalde, maakte een einde aan een bittere periode zonder successen. Meer titels voor Spencer, Doohan, Crivillé en Rossi zouden volgen. Ook behaalde Honda in de lichtere GP-klassen en in het WK Endurance veel lauwerkransen.[Streamer 7e Seite]De Glorieuzen: Of het nu Endurance, Superbike of GP is, in alle klassen en disciplines heeft Honda wel wereldkampioenen geleverd.