De 99 hoogste bergpassen
Mocht je voor komende zomer nog niets in de planning hebben, kijk dan hier eens naar: de met de motorfiets hoogst bereikbare plekken in de Alpen. Bochten, haarspelden, steenslag en ongelooflijke uitzichten.Je hoeft niet gek te zijn voor het samenstellen van zo’n lijst, maar het helpt wel. Helemaal wanneer je al die hoogtepunten ook daadwerkelijk eigenhandig met een bezoekje vereerd. Iemand moet het vuile werk opknappen tenslotte. Het resultaat is evenwel een lijst om je vingers bij af te likken, dus hier gaan we! Al eens van de Col dell’Agnello gehoord? Of van de Col del Nivolet? Het klopt dat je er even voor moet omrijden, maar met hun 2.746 meter en 2.612 meter vallen ze wel binnen de top twintig van Alpenpassen die enkel voor motorrijders bedacht lijken. Wanneer we de steenslagpistes en doodlopende wegen richting hemel buiten beschouwing laten, staan deze twee zelfs in de top tien. Daar moet je dan toch een keertje geweest zijn, nietwaar? Deze top 99 hebben we naar eer en geweten samengesteld. Daarbij is het grondbeginsel dat je er op min of meer legale wijze moet kunnen komen. De Mont Chaberton duikt derhalve alleen nog op als herinnering aan de goede oude tijd. Ooit was de berg het toppunt van alle off-road-dromen, maar helaas is dit niet meer. Samen met zoveel andere weergaloos mooie passages, is de Chaberton vandaag de dag gesloten. Iets dat we niet in het minst te danken hebben aan de hersenloze leden van de ‘Blaffers en Blazers Club’, die de ecologisch gevoelige hooggebergten als hun eigen cross- en racebaan zien. Ze zouden op een bergtop eens moeten stoppen en goed om zich heen kijken. Mogelijk zou dat hun leven, en daarmee wellicht dat van de goedgezinde motorrijders, veranderen. Misschien zouden ze eindelijk respect voor de natuur, voor de omringende wereld kweken. Daarom vrienden, doe het rustig aan in de bergen.Goed, tot zover het ethische protocol, terug naar de lijst. Naar de Col du Lauzet, Passo della Mulattiera, Mattmarksee, Pfitscher Joch (de Passo di Vizze). Naar de vraag waar ze beginnen en of ze blijven stijgen. En naar de keuzevraag tussen asfalt of steenslag.0. Mont Chaberton / F, 3.136 mDe berg, de legende. Er is geen steenslagepos compleet zonder deze berg. Helaas al jarenlang gesloten, desalniettemin nog steeds de ultieme uitdaging voor onverschrokken off-roader. Begint bij Fenils (I) en is direct achter de afzetting nog in piccobello staat. Daarna morbide, het onafwendbare droefgeestige verval van een verlaten piste. 14 Kilometer, 1.850 meter hoogteverschil, 70 haarspeldbochten, gedeeltelijk met een stijgingspercentage van 20%.1. Colle Sommeiller / I, 3.050 mDe gletsjerbekroonde nummer één sinds de sluiting van de Chaberton. 1.740 Meter hoogteverschil en 47 haarspeldbochten op een 26 kilometer lang steenslagpad. Startplaats Bardonéchhia. Sensatiefactor van 10+ en geen probleem voor ervaren off-road rijder en Italiaanse Fiat Panda-coureurs. Wordt wel heftig richting Lac de Sommeiller. Vrijdag tot en met zondag geldt er vanaf de Rifugio Scarfiotti op 2.156 meter een rijverbod.2. La Colletta / I, 2.830 mEen Hemelvaartweggetje in het Mariadal. 19 Kilometer lang, eerst asfalt gevolgd door steenslag, rotsplaten en losse ondergrond. Vanaf de Gias Traversiera (Nr. 52) alleen geschikt voor mensen met stalen zenuwen, houd altijd in gedachten dat je ook nog terug moet!3. Őtztaler gletsjerweg / A, 2.803 mDe brede weg naar het eeuwige ijs, waar tol moet worden betaald. Geasfalteerd, 13 kilometer lang en een max. snelheid van 40 km/uur. Op de parkeerplaats van de Pitztaler Jöchl is het feest voorbij. Wie wil kan door naar Tiefenbachferner en komt daar uiteindelijk uit op 2.822 meter hoogte, moet je wel door een tunnel. Vreemd: met passagier betaal je acht euro tol, solo slechts vijf.4. Rifugio Duca degli Abruzzi / I, 2.802 mEen berghut op de Matterhorn, die vanaf Breuil-Cervinia over een zeven kilometer lange, privé steenslagweg te bereiken is. Maximale stijging 20 procent met krappe haarspeldbochten en zeer inspannend! Er wordt al overleg gevoerd over het afsluiten van de weg, dus laten we ons gedragen!5. La Bonette / F, 2.802 mDe hoogste Alpendoorgang hoe dan ook en daarmee een droom voor motorrijders. 50 Kilometer bochten aan één stuk tussen Jausiers en St. Etienne-de-Tinée. Goed geasfalteerd met slecht beveiligde bermen langs de afgrond. Op deze rit pik je nog drie andere hoogterecords mee: ten westen de Col de Restefond (2.678 m), in het midden de Col de la Bonette (2.715 m) en in het oosten de Col de Granges Communes (2.513 m). Voor louter ‘topgevoel’ voor de éénbaanskronkel naar het hoogste punt (2.802 m) van La Bonette niet vergeten.6. Col de l’Iséran / F, 2.770 mDe Zee-Alpen (Alpes Maritimes) klassieker tussen Val d’Isère en Bonneval-sur-Arc. Een landschap als in de bioscoop en trajecttechnisch gezien erg vriendelijk. Dertig rustig stijgende kilometers met uitzicht over de gletsjers en ‘drieduizenders’.Evenals La Bonette alleen ’s zomers berijdbaar.7. Weisser Boden / CH, 2.768 mHeerlijk Helvetia, een Zwitser in de Top10! Geen pas, maar toch elf heerlijk hoge kilometers. Start bij Saas Balen, ten noorden van Saas Fee, en aan het begin geasfalteerd, later overgaand in grof steenslag. Op het gevoelsmatige ‘hoogtepunt’ een stijgingspercentage van 20 procent. Heimischgarten (2.121 m) is de tussenstop, inclusief Gasthaus, daarna volgen er nog vijf onschuldige kilometers.8. Stilfser Joch (Stelvio Pas) / I, 2.757 mItalië’s hoogste pasovergang en eentje die je niet mag missen. Vijftig kilometer lang, 87 haarspeldbochten, stijgingen tot 15 procent en open vanaf juni tot oktober. Het wegdek is plaatselijk gehavend. Over de westkant makkelijk te benaderen, vanaf het oosten moet je je 48 maal volledig concentreren. De heftig bevochten tol is momenteel even van tafel, evenals de fantastische steenslagpiste naar het Ortlerhaus, die is afgezet. 9. Kaunertaler Gletscherstrasse / A, 2.750 mEerst tien euro tol aftikken. Natuurlijk, we zitten immers in Oostenrijk. Maar de 26 kilometers naar de Gepatschferner gletsjer maken de investering meer dan waard.10. Colle dell’Agnello (Col d’Agnel) / I en F, 2.746 mEen achtbaan van 50 kilometer lang tussen het Varaita dal en de Haut-Dauphiné. Een onderhoudend schouwspel in een omgeving als een filmdecor, dat met name vanaf de Italiaanse kant goed te bewonderen is.11. Col de la Met / F, 2.740 mHet hoogste punt dat je met de motor kunt bereiken aan het meer van Mont Cenis, sinds de Malamot (2.917 m) tot het nationale park Vanoise behoort en daardoor voor verkeer taboe werd. Zes kilometer steenslag met uitzicht op het prachtige meer.12. Punta Bagna 2.731 m, Col de Fréjus 2.542m, Col d’Arrondaz / F, 2.509 mDrie doodlopende routes in de Bermudadriehoek rondom de Fréjus tunnel. Kort, stevig en onverhard. Al met al een hoop heen en weer gerij en alleen interessant voor fundamentalisten.13. Col du Galibier / F, 2.642 mEen vette tweeduizend klimmende meters, 70 kilometer lang, vol slingers en haarspeldbochten, en met constant uitzicht op de gletsjer. Meer is onmogelijk. Bij mist wordt de route verlegd door de eenbaanstunnel, waarvan de noordelijke uitgang zowat in het bergrestaurant uit komt.14. Monte Belvedère, 2.641 m, Chaz-Dura / I, 2.581 mTwee toppers van de kleine St. Bernhard. Rechts de Dura op, door kleine, nauwe haarspeldbochten vol steenslag (16 procent hellingspercentage). Linksaf omhoog de Monte Belvedère op, route is net zo krap als rechter variant. Waarom? Vanwege het uitzicht op de Montblanc, de Paramon en Combin.15. Col de Sollières / F, 2.639 mEen vijfsterrentraject voor behoedzame trialrijders. Bereikbaar via Petit Mont Cenis en kan gecombineerd worden met de Fort de la Turra (nr. 26). Meer verraden we niet! 16. Col de Maurin / I , 2.632 mDe droom van elke avonturier: de nooit afgemaakte verbinding tussen het Mariadal en Frankrijk. Startpunt Accéglio en einde is een verlaten hut op een bergwei. Daartussen een paar kilometer asfalt, heel veel bulten en hobbels, plus het gevoel verkeerd gereden te zijn. 17. Col du Parpaillon / F, 2.632 mVeel steenslag, veel scherpe bochten, het doorwaden van een behoorlijk serieuze beek en boven nog 500 meter tunnel, pikdonker en spiegelglad bij natheid. Voor de rest, 48 kilometer zuivere off-road pret tussen La Condamine-Châtelard en Embrun.18. Gaviapass / I, 2.618 mAlpen, Italië, Gavia. Ooit een legendarische steenslagpiste, nu een slingerend asfaltlint. Smal, spannend en landschappelijk een topper. Met zijn 43 kilometer zeker niet te kort. Van juli tot oktober geopend, echter ’s avonds en ’s nachts tussen 19.00 en 08.00 uur gesloten.19. Col del Nivolet / I, 2.612 mNooit afgemaakt, maar rijtechnisch en ecologisch helemaal geweldig! Vanaf Cuorgné gaat het via de SS460 richting pas. 58 Kilometers asfalt, ontelbaar veel bochten, magnifieke haarspelders en ook nog 3,5 kilometer tunnel. En alles voor niets! De verbinding tussen de dalen van Locana en Savarenche werd nooit afgemaakt, omdat deze het nationale park Gran Paradiso doorkruist zou hebben. De noordelijke toegang loopt na nauwelijks twee kilometer voorbereidend werk dood op de rotswand.20. Testa Crevacol / I, 2.610 mEen uitdagend, elf kilometer lang binnendoortje bij de Grote St. Bernhard. Startpunt: ten zuiden van St-Rhémy, eerst geasfalteerd, later bedekt met steenslag. Op de Monte Borzalet (2.498 m) nog een keer diep ademhalen voor de laatste meters stijgen. Daarna kun je op het panoramapunt van de 4.000 meter hoge bergen om je heen genieten.21. Grossglockner-Hochalpenstrasse / A, 2.571 mWaar onze grootouders al van droomden, krap vijftig kilometer berggeluk Haarspeldbochten, kinderkopjes, Edelweiss en daarachter de Adriatische zee. De mooiste doorsteek tussen Salzburg en Karintië, die je wederom niet voor niets krijgt: het grapje kost je 18 euro aan tolgeld. En ’s nachts zit de zaak op slot.22. Assietta Kammstrasse / I, 2.567 mSteenslag, stof en super uitzichten voor iedereen! De piste van 36 fantastische kilometers hoog boven het Susa dal is geschikt voor elk type motor. Wie de fabuleuze passage over de Colle delle Finestre niet aandurft (37 kilometer, 30 haarspeldbochten), gaat voor het asfaltgemak in de Valle del Chisone of de helling omhoog via Sestriere. Boven op de panoramastraat zijn de hoogteverschillen gering, maar rijgen de hoogtepunten zich aanéén, ondermeer de Colle Basset (2.424 m), Monte Genevris (2.514 m), Colle Lauson (2.497 m) en Testa dell’Assietta (2.472 m). Afgelopen jaar waren er in augustus nogal wat passen afgesloten in verband met Italiaanse feestdagen. 23. Col de Mallemort / F, 2.558 mEen tocht voor de kenners uit de off-road familie en ook bekend bij fanatieke wandelaars. De afslag is bij de Col de Larche. Tot 17 procent stijging, haarspeldbochten en wat rolgesteente. Als het nog een tikkie scherper mag, er is nog een oud binnendoortje, maar klaag dan achteraf niet over het deels veertig procent steile hellingspercentage. Op de Mallemort je rugzak omhangen en dan stevig drie kwartier doorstappen naar het fort Tête de Viraysse (2.765 m) met een magnifiek 360° Alpen panorama. 24. Markinkele (Marchkinkele) / I. 2.545 mDat er toch zo iets moois te vinden is in het met geraniums overwoekerde Pusterdal. Een helemaal legaal Oostenrijks off-road avontuur met als startpunt Vierschach of Toblach. Allebei gelijkwaardig en even mooi. Ongeveer acht kilometer lang stevig stijgend en kan worden gecombineerd met de nog heftiger Grenzkamm-Hochstrasse (nr.40).25. Colle d’Ancoccia 2.533 m, Colle del Mulo / I, 2.527 mEen sportieve rit omhoog via de beroemde Maira-Stura-Kammstrasse. Neem de afslag naar de Col Valcavera en later via een grove steenslag en doodlopende weg naar Mulo. Linksaf ga je richting Ancoccia met een werkelijk fantastisch uitzicht aldaar! Wie voor 25 procent stijging en velden vol rolgesteente zijn handen niet omdraait, rijdt via de Lago della Meja verder en komt over de Colle Margherina weer op de Kammstrasse uit. 26. Fort de la Tura / F, 2.510 mLac du Mont Cenis voor de derde keer, en wederom een rit voor trialrijders. Komend vanaf het Franse Lanslebourg kort voor de Col de Mont Cenis rechtsaf en je wordt deel van een beklimming die veel van je eist. Acht kilometer lang, maar alle uitdagingen die je maar kunt bedenken vallen je ten deel. Vooraf niet teveel bij het thuisfront over uitwijden en dan komt het wel goed…27. Timmelsjochstrasse / A en I , 2.509 mOostenrijk ontmoet Italië. Twaalf matig klimmende kilometers, waarvoor aan de noordkant in Tirol tol moet worden betaald. Echter vanuit het zuiden gratis te benaderen en dan ook nog getrakteerd worden op 29 meer hellende, spannender kilometers. Landschappelijk zijn de twee kanten even mooi. Open vanaf half juni tot half oktober en van 07.00 tot 20.00 uur. Tol: enkeltje € 11,- / retourtje € 13,-28. Umbrail-Pass / CH , 2.501 mDe aanvoer voor de Stelvio en de hoogste pas van het hele stel, 12,5 procent stijging, 13,5 kilometer lang en 34 krappe haarspeldbochten met tussenliggende onverharde gedeelten. Opgelet, de grenspost naar Italië, kort voor het hoogtepunt van de piste, is vanaf 22.00 uur gesloten.29. Valle Argentiera, Gran Miol / I, 2.500 mWeer zo’n Italiaanse pretpiste waar in het weekend volop gepicknickt wordt. Twaalf onvergetelijke kilometers vanaf Sauze di Cesana (nabij Sestriere). Ga voor een versnaperingna de houten brug links, naar Miol is het rechtsaf.30. Col de Rochilles / F, 2.493 mEen excursie over steenslag op de noordflank van de Galibier. Afslaan bij Rifuge du Plan Lachat, dan zeven kilometer stug klimmen, de militaire barakken bewonderen en weer verder omhoog om uiteindelijk bij vier alleraardigste bergmeertjes uit te komen. Doorrijden naar de mooie Vallée de la Clarée gaat hier helaas niet.31. Colle del Morti 2.480 m, Colle Valcavera 2.416 men Colle d’Esischie / I, 2.370 mOp een kaart schaal van 1:500.000 absoluut onvindbaar, maar geniet dezelfde schoonheid en aantrekkingskracht als de grote jongens. Een overzichtelijk asfaltdriehoek aan het oostelijke einde van de Maira-Stura-Kammstrasse. Er kan gestart worden vanuit Demonte, Pradleves en Ponte Marmora.32. Nufenenpas / CH, 2.478 mVanuit centraal-Zwitserland zijn het tot aan de cappuccino op een terras in het zonnige Tessin 36 zonnige kilometers, met stijgingen tot 13 procent. De hoogste geasfalteerde pas in ‘der Schweiz’. Indrukwekkend: op pashoogte sta je gevoelsmatig op ooghoogte met de 4.000 meter hoge gletsjerbergen van de Bernina-groep.33. Grote St. Bernhard / CH en I, 2.469 mVanaf het meer van Genève via 78 kilometer met ondermeer 37 haarspeldbochten en één pas die zelfs de Romeinen al kenden, de Valle d’Aosta in. Boven een gastenverblijf met blaffende honden, een standbeeld van de heilige Bernhard en een grenspost. Mensen die allergisch zijn voor passen betalen tolgeld en pakken de 6,6 kilometer lange tunnel.34. Lac de la Sassière / F, 2.461 mOp zoek naar een mooi, hoogliggend dal met een stuwmeer? Dan moet je naar Lac du Chevril, noordelijk van Val d’Isère. Om er te komen pak je het negen kilometer lange weggetje naar Le Saut. Laveer om de sneeuwresten heen en gok erop dat de brug niet met een ketting is afgesloten. Is dat toch het geval, dan is het nog drie kilometer lopen tot aan het meer.35. Col de la Moutière / F, 2.454 mEen mooie nevenpas van La Bonette die negentien kilometer lang is, zestien ervan zijn geasfalteerd. Van St. Dalmas-le-Selvage dwars door het wonderschone nationale park Mercantour met veel bos, maar weinig vergezichten. Het gaat verder omhoog naar Restefond en daarna kabbelend omlaag naar Bayasse.36. Conca Cialancia / I, 2.450 mVanaf Perosa in de Valle del Chisone is het 1.650 meter klimmen over een lengte van 21 kilometer. Enerverende kilometers bestaande uit het omzeilen van ingestorte stukken berg en ontwijken van vallend gesteente. Maar dan: een prachtig uitzicht op de Mont Cenis.37. Maira-Stura-Kammstrasse / I, 2.437 mWe blijven in de extreem romantische Cottische Alpen (Alpes Cottiennes (F), Alpi Cozie (I) en genieten van vijftig magische kilometers, waarvan er vijftien met steenslag gedekt zijn. Vriendelijke ontmoetingen met Italiaanse dagjesmensen die, met alles wat ook maar enigszins de berg op kan komen, de klim wagen.38. Furkapas / CH, 2.431 mDe hoogste pas in het onvermijdelijke Furka-Grimsel-Sustern rondje in centraal-Zwitserland. Zestien heerlijke serpentine bochten op 43 snelle kilometers. De mooiste plek: het terras aan de Rhônegletsjer.39. Col de Buffère 2.431 m, Col de Granon / F, 2.413 mEen asfaltweg als de handtekening van een dronken worm. Stijgingspercentages tot veertien procent en 1.100 meter verval over een lengte van elf kilometer. Een fabelachtig uitzicht op het Massiv d’Ecrin, gevolgd door stuk zo vlak als een taartpunt met aansluitend een militair terrein dat verboden toegang is. Mocht je toch nog zitten te wachten op meer steenslagkilometers, ga dan tijdens de rit omlaag naar rechts en eindig vier kilometer verder bij de mystieke Buffère.40. Pustaler Grenzkamm-Höhenstrasse / I, 2.420 mDe bedrieglijk smal geworden voormalige legerweg van de Markinkele (nr.24) naar Hochrast. Vier adembenemende kilometers die gedeeltelijk over de grensrug met Oostenrijk loopt, alleen geschikt voor gevorderden.41. Passo della Mulatiera / I, 2.412 mNog een voormalig legerpad dat over de uiterste houdbaarheidsdatum is. Starten bij het berggehucht Le Puy (Bardonècchia), waar het asfalt tegelijk met de rest van de wereld lijkt op te houden. Twintig slingerbochten verder ligt het liftstation Colomion (2.054 m), de resterende kilometers naar de pas stellen niet zoveel voor.42. Fort Redoute Ruinée / F, 2.400 mNegen stevig inspannende kilometers op de Kleine St. Bernhard. Over steenslag naar het pad over de top Crête du Roc Noir, en van daaruit door naar het fort met zijn fraaie uitzicht.43. Notre-Dame-de-Clausis / F, 2.394 mAsfalt in diverse stadia van ontbinding. Vanaf de voet van de Col d ‘Agnel (nr. 10) acht kilometer omhoog naar het opgetutte St. Véran, en dan nog zes kilometer verder naar de kapel. Mits je een weg om St. Véran heen weet te vinden, het Franse poppendorp is namelijk afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.44. Cabane d’Alp / F, 2.392 mMakkelijk te vinden, makkelijk te rijden. Tussen Guillestre en Embrun rechtsaf, daarna over steeds meer verdwijnend asfalt 1.500 meter klimmen. Met wandelschoenen aan behoort een excursie naar de sprookjesmeren Lac du Laus, Lac Trouble en Lac Etoile, het favoriete onderwerp van de ansichtkaarten in Embrun. 45. Großer Oscheniksee / A, 2.390 mKarinthië op zijn best, dankzij 42 op elkaar gestapelde bochten over negen kilometer, 1200 meter hoogteverschil en stijgingspercentages tot maximaal vijftien procent. Geheel geasfalteerd en helemaal voor jezelf. Alleen in juli en augustus voor publiek geopend.46. Flüelapas / CH, 2.383 mDé verbinding om van Davos naar Susch te reizen. Heldere meren en reusachtige rotsvlaktes in het noorden, aan de zuidkant uitzicht op de gletsjer. Zesentwintig kilometer rijplezier, landschappelijk heeft Zwitserland echter meer te bieden.47. Grimselpas, Trübegg / CH, 2.379 mDe Grimsel alleen zou met zijn 2.165m geen kans hebben gehad om op deze lijst te komen, maar Trübegg naar de Oberaar-Stausee maakt het goed. Op pas hoogte wordt duidelijk waarom: een waanzinnig uitzicht op de Berner Alpen en de Oberaargletsjer. Zes kilometer éénrichtingsverkeer, vanaf eind juni tot begin oktober geopende en met een charmant Berggasthaus. 48. Colle del Baracun / I, 2.373 mElf kilometer asfaltresten in de door de wereld vergeten eenzaamheid van het Comba-Carbonieri dal. In het nietige Bobbio Péllice, ten zuidwesten van Pinerolo in Piemont, duik je erin of erop, dat hangt van de rijstijl af. Uiteindelijk strand je bij de beheerde Rifugio Barbara, verder gaat de tocht niet, want voor de overige twaalf kilometer omhoog op de krakkemikkige Colle del Baracun geldt een rijverbod.49. Col de Valbelle / F, 2.372 mEenzaam hoogtepunt in de schaduw van het nationale park Queyras. Drie smalle, deels geasfalteerde hellingen met enkele panoramapunten met uitzicht op de Barre des Ecrins (4.102 m) en het prikkende blauw van het meer van Serre-Ponçon. Oversteek naar de Col de Vars is mogelijk.50. Plateau d’Emparis 2.363 m, Ruïne Chalet Josserand / F, 2.253 mZoek eerst naar het plaatsje Besse, volg dan de steenslagpiste naar de ruïne van Chalet, mis daarbij vooral niet het contrastrijke uitzicht tussen het plateau en de Galiblier, en na twintig kilometer dient zich het dorpje Mizoën aan. Dit alles speelt zich af in het skigebied van de Alpe d’Huez en Les Deux Alpes.51. Col d’Izoard / F, 2.361 mKunstig aangelegde kilometers tussen Briaçon en Guillestre. Domein voor pedaal- of motor aangedreven tweewielers. Voor het landschap schieten woorden tekort, vooral de woeste rotsvelden en -naalden van de Casse Déserte zijn schitterend. Ook prachtig: de Napoleon refuge.52. Gias Traversiera / I, 2.357 mWie weet wat Gias Traversiera precies inhoudt? In het Mariadal de afslag naar een Madonna pakken en vervolgens via een bijzonder veeleisende bergpiste omhoog klauteren, om vervolgens bovenop de vlakte van vermoeidheid in te storten. Precies dat dus! En precies hier komt de weg naar La Coletta (nr. 2) langs, die bedoelt is voor wandelaars en moutainbikers.53. Savoleyeres 2.354 m, Croix de Coeur / CH, 2.174 mVerzorgd wegennet van onverharde passages boven Verbier. Vanaf de Savoleyres een uitzonderlijk uitzicht op de Berner Alpen, Grand Combin en Mont Blanc. Een twintig kilometer lange afdaling over de Croix de Coeur naar Riddes in het Rhône dal.54. Col du Gondran / F, 2.353 mEen vrij toegankelijke steenslagweg van 6,5 kilometer van de Col de Montgenèvre (1.850 m) naar het streng gereglementeerde vestinggebied boven Briançon, waar rijverboden in allerlei gradaties en variaties gelden. Wie slim is houdt zich eraan. Ook de afdaling over de Col de l’Ombilic (2.328 m) naar de D902 is taboe. 55. Colle della Lombarda (Col de la Lombarde) / I en F, 2.351 mVerborgen pas in de Maritieme Alpen, volledig geasfalteerd die je in zeventig bochten van het Franse Isola naar het Stura dal, of omgekeerd, brengt. Een dikke 44 plezierige kilometers, wanneer je voor het skigebied van Isola je ogen sluit.56. Refuge du Mont Jovet / F, 2.350 mVanaf Moûtiers kan er eigenlijk niets verkeerd gaan, rij naar Feissons en na tien grandioos slingerende kilometers richting Mont Jovet. Op de steenslagweg even pauzeren, want er volgt nog een piste van achttien kilometer met bijbehorend uitzicht. Een alternatieve oprit vind je wanneer je over Bozel gaat, maar die is slechts half zo mooi. 57. Moiry-Gletschersee / CH, 2.349 mOngestoord rijden door het ruige Val d’Anniviers, terwijl ginds in het bekende Mattertal nog heel druk is. Spectaculair, soms billenknijpend, geasfalteerd parcours, die je zondermeer vanaf de oprit van Chalais over Vercorin moet benaderen. 58. Lago dei Sette Colori / I, 2.329 mVerdorie, het meer van de zeven kleuren gaat niet door, de weg is afgesloten. Sorry. Als alternatief hebben we het Lago Negro (nr. 77) in de aanbieding. 59. Berninapass / CH, 2.328 mEen prachtige boulevard, betrouwbaar als een Goldwing tussen Samedan in Oberengadin en het Italiaanse Madonna di Tirano. Vierenvijftig afwisselende kilometers met zicht op de gletsjer, het stuwmeer en alles wat er bij een echte pas komt kijken. De zuidkant is rijker aan bochten en afwisseling., goede mogelijkheid tot eindeloos bochtenwerk over de Maloja, Albula, Julier en Flüela.60. Col de la Cayolle / F, 2.327 mNa zoveel hoogten, worden we in het diepe gegooid. Ingeklemd tussen Col d’Allos en La Bonette leidt de vijftig kilometer lange Cayolle van Barcelonette tot St-Martin-d’Entraunes. Diepe kloven in rode rotsen en watervallen langs de route, met de Zee Alpen en Middellandse Zee in het vizier. 61. Vallée de Belleville, Val Thorens / F, 2.325 mEen toer naar daar waar in de winter de skiliften glinsteren, een 35 kilometer lange toegang tot het skigebied van Val Thorens. Gemakkelijk te rijden, maar boven volgt een kleine teleurstelling: typisch Frans tekentafel skigebied. Is onderdeel van Les Trois Vallées, één van de grootste wintersportoorden ter wereld, in de zomer net zo leuk.62. Rivièredal, Chalets de Clapeyto / F, 2.325 mBerghuttenidylle in de Haute Dauphiné, een aftakking aan de zuidzijde van de Izoard. Met 5,2 km, elf bochten en een stijgingspercentage van vijftien procent relatief kort, maar landschappelijk toch een topper. Boven bij de hutten ook aardige picknickplaatsen.63. Tre Cimi de Lavaredo (Drei Zinnen Straße) / I, 2.320 mDrie toppen, zeven kilometer, tien euro: fantastische cinema in de Dolomieten voor een Hollywood prijs. Toegang bij de Col San Angelo, een happy end bij Rifugio Auronzo, ertussen touringcars, een maximum snelheid van 40 km/uur en massatoerisme. Voor wie daarnaar op zoek is.64. Bergerie des Couniets / F, 2.315 mSteenslagklim tussen Guillestre en Col de Vars. Brengt je in zes kilometer via een serie van haarspeldbochten 540 meter dichterbij de hemel. Toegang via St. Cathérine. 65. Forcola di Livigno / CH en I, 2.315 mNiet echt mooi, maar wel hoog. Twintig kilometer goed asfalt van La Motta bij de Berninapass naar winkelparadijs Livigno (Italiaanse tax free zone). Het landschap oogt enigszins armzalig. Wel leuk, de korte doorsteek naar de Ofenpas via de 3,5 km lange éénbaanstunnel bij het meer.66. Passo di San Giacomo / I, 2.313 mDit is er een uit de serie ‘die moet je een keer gedaan hebben’. Op een steenworpafstand van Nufenen, vindt deze heilige passage zijn doodlopend eind. Waarom hebben de Zwitsers hun nietige vijf kilometer lange oprit nooit aangelegd? U mag het zeggen. Wat er wel is: 41 wonderschone kilometers, waarbij de route er naartoe je door het Antigorio- en Formazzadal leidt. Ook elf kilometer steenslag en tweeduizend meter hoogteverschil, watervallen, kleine dorpjes en meren langs de weg.67. Albulapas / CH, 2.312 mParallel lopend aan de Flüela– en Julierpas. Een wilde romantische overgang van het Rijndal naar de Engadin, veertig kilometer zonder spijt. Meestal geopend van juni tot oktober, compleet met gletsjermeer, zicht op de gletsjer en gezellige kroeg.68. Varaita-Maira-Kammstraße / I, 2.310 mEen van de weinige mooie overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog: de vijftig kilometer lange panoramaroute tussen Poebene en Monte Viso. Gegarandeerd ongeschikt voor supersport banden!69. Bellecombe / F, 2.307 mKalmerende passage van Termignon naar het Nationale Park Vanoise over 12,5 kilometer asfalt van goede kwaliteit.70. Passo di Foscagno 2.291 m, Passo d’Eira / I, 2.208 mTwee echt behoorlijke passen op de veertig kilometer tussen Bormio en het dal van Livigno, dat tot op de noordkant van de Eira goed onderhouden is. Bij Foscagno wacht de Italiaanse douane, want Livigno is, zo herinneren we ons, een tax free zone. Shoppen dus.71. Julierpas / CH, 2.284 mOok de Romeinen waren hier graag onderweg. Historisch waardevolle pas voor de inwoners van Graubünden, terwijl je schuin in de bocht hangt zie je de Bernina. Zevenendertig mooie kilometers tussen Tiefencastel en Silvaplana.72. Colle di Sampéyre / I, 2.284 mVol overtuiging kronkelt de grappige asfaltrups van Valle Maira naar het dal van de Varaita, boort zich in het zuiden door ravijnen, snijdt op de kruin de beroemde Kammstraße en golft over weiden naar het noorden. Een geslaagde 32 kilometer met stijgingspercentages tot vijftien procent.73. Passo di Vizze (Pfitscher Joch) / I, 2.275 mHeftige omweg bij de landgrenzen overstijgende Brennerpas. Twintig kilometer asfalt van Sterzing tot St. Jacob, waarna er nog tien volgen op steenslag. Bovenop de top het summum van geluk: kroegen gecombineerd met geweldig uitzicht. 74.Alp Anarosa / CH, 2.272 mHoogtepunt van een kleine verzameling originele bergroutes door de terrasdorpjes van Graubünden. De hoogte in bij Zillis, ten zuiden van Thusis.75. Sommet Bucher / F, 2.257 mElf kilometer op een éénbaansweggetje voor een alpenpanorama in supersize formaat. Het strookje weg begint in Château-Queyras en eindigt vrijwel onder de top van de Bucher. Wisselend wegdek met als steilste stuk veertien procent.76. Col du Sanetsch / CH, 2.251 mOnderaan wijngaarden, bovenop een maanlandschap. De Sanetsch route begint in Savièse, bij Sion, en eindigt na 32 kilometer direct voor de stuwwal van het Sanetsch meer. In het begin tweebaans, later smal en bochtenrijk. Wild water en duistere tunnel bij de weg.77. Colle Bercia / I, 2.248 mMonti della Luna en Lago Negro, wie wil daar nu niet naartoe? Twee goed in het gehoor liggende en inderdaad mooie reisdoelen in een gebied van steenslag ten oosten van Montgenèvre. Toegang bij Cesana.78. Colletto Battagliola / I , 2.248 m Wie de eindeloze klim langs de loodrechte rotswanden overleeft, kan daarna bij het beeld van Maria bij de Punta Cavallo (2.290 m) even in alle rust de rozenkrans ter hand nemen om de Lieve Heer te bedanken. Waar de piste begint wordt zekerheidshalve niet vermeld.79. Col de Toi / I, 2.246 mKleine passage voor degene die van precies stuurwerk houdt. Uit het ‘Handboek van onnodige weetjes’: jarenlang reden wij over deze pas met uitzicht op de Torri di Sella denkende dat dit de Sellapas was. Mis, het was de Col de Toi. De Torri di Sella zelf worden namelijk door de Sellapas slechts geschampt, niet omvergelopen. Alles helder? Hoofdzaak, de weg en het uitzicht op de Marmolata blijven van een onnavolgbaar kaliber.80. Col d’Allos / F, 2.240 mAlternatief voor de Bonette en de Cayolle, wanneer de reis via Barcelonette naar Nice gaat. Meestal vanaf mei geopend. Vanaf het begin scheiden 44 kilometer je van de zuidelijke basis in Colmar. Decortechnisch minder hartstochtelijk dan zijn broers, daarom jezelf de trip naar het ontzettend mooie Lac d’Allos niet ontzeggen. 81.Pordoljoch / I, 2.239 mPasso klinkt veel beter dan Joch en past bovendien ook beter bij Pordol. Passo Pordol is het dus vanaf nu. En die Passo Pordol slingert zich in vijftig bochten over dertig kilometer van Arabba naar Canazei. Landschappelijk en qua rijden een toppunt, in het weekend is het evenwel wringen tussen de Campers.82. Malga Pozze / I, 2.237 mDoodlopend weggetje met vele paniorama’s. De ouverture begint tussen Dimaro en Cusiano, de finale is op een alpenweide met een fenomenaal uitzicht op de Brenta Dolomieten. Veertien, deels onverhard.83. La Chaux 2.237 m, Les Ruinettes / CH, 2.195 mUitzicht positief, ambiance gering. Veel wind aan de top tussen de liftinstallaties van Verbier. Start in Le Châble bij Martigny, na twaalf kilometer is het asfalt op en na zeventien kilometer tref je een eenzame bushalte, die is bedoeld voor de pendelaars naar La Chaux. Vanaf daar heb je ook een prima uitzicht op de Montblanc en de Grand Combin.84. Giaupas / I, 2.233 mWonderbaarlijke 22 kilometer ten zuidwesten van Cortina d’Ampezzo, gekenmerkt door 31 haarspeldbochten binnen tien kilometer op de noordwand en 24 stuks binnen zeven kilometer aan de zuidkant. Ertussen, zoals het hoort, een kleine Rifugio (schuilplaats).85. Col du Lauzet / F, 2.225 mNog een keer omhoog bij het meer van Serre-Ponçon, waar je rijdt naar een onbegrensd uitzicht op het Écrinsmassief. Zestien kilometer lang en vereist knap veel motivatie, start van deze uitdaging vind je te St.Crépin.86. Sustenpas / CH, 2.224 mZondermeer de mooiste Zwitser, liggend middenin de ‘Bermuda-passendriehoek’. Je weet echt niet of je eerst naar de gletsjers en de watervallen moet kijken, of toch je aandacht op de diepte te richten. Of op de weg? Overweldigende 45 kilometer aan natuur.87. Penser Joch (Passo di Pénnes) / I 2.215 mAl eens geprobeerd? Sterzing-Bozen (Vipiteno-Bolsano) over de Penser Joch, in plaats van eeuwig en altijd na de Brenner voor de SS12 te kiezen. Je wordt getrakteerd op 67 fascinerende kilometers. 88. Sellajoch (Passo Sella) / I, 2.213 m‘And here she comes’, de schone Sella! Hoofdattractie van de geniale Sella-Ronda, één van de meest wonderschone routes ooit in de oostelijke Alpen. Weet iedereen en dus zul je er helaas niet alleen zijn. Onovertroffen: de loodrechte Dolomietenkegels direct naast de weg.89. Obere Feselalp / CH, 2.210 mHet voorafje wordt gevormd door het zicht op het Rhônedal met een snufje Weißhorn, dan de Untere Feselalp (1.940 m) als hoofdmaaltijd, gevolgd het toetje, een portie Montblanc. Een acht kilometer lange route voor fijnproevers. Begint in Leuk bij Susten.90. Colle Ciarbonet / I, 2.206 mNog een weggetje in het Mariadal, elf kilometer ten westen van Accéglio. Steenslag, haarspeldbochten en stijgingspercentages voor gevorderden.91. Ligurische Grenzkammstraße (LGKS) / I en F, 2.200 mNegentig kilometer evenwichtsbalk tussen de Colla di Tenda bij de Middellandse Zee. Solide, voormalige militaire eenbaansweg van steenslag, stof en Romeins plaveisel. Hoogste punt is de Monte Saccarello, bij helder weer zicht op de Côte d’Azur. Ondanks het mediterrane klimaat alleen berijdbaar vanaf half juni tot begin oktober. 92. Mattmarksee / CH, 2.197 mWe beginnen in Visp, op 651 meter hoogte, maken een rondvaart door het verleidelijke Saasdal en stappen na een dikke dertig kilometer bij het stuwmeer om de tong van de Allalin Gletsjer te bewonderen. Keurig uitje op de zondagmiddag.93. Passo di Croce Domini, Dosso dei Galli / I, 2.196 mÉén pas, drie toegangen. De meest spectaculaire route is die van Anfo aan het Idromeer over de Passo della Spina en Giogo della Bala (2.176m). Prachtig decor, brokkelig asfalt, gewaagde routing, steenslag en aardverschuivingen zijn inbegrepen. Inclusief een trip naar het radarstation Dosso dei Galli met zicht op de Monte Baldo aan het Gardameer. Lieflijker is de uitmuntend geasfalteerde smalle toegang vanuit Sant’Antonio via Bagolino. Smal en enigszins bedorven doet de noordelijke variant vanuit Breno aan.94. Passo di Valparola (Valparolajoch) / I, 2.191 mVanuit Bruneck naar de Falzaregopas via de Grote Dolomietenweg. Kort, breed en snel! Maar wel geconcentreerd blijven, een snelheidslimiet van 60 km/uur aan de noordkant, waar soms wordt gecontroleerd. Voor de historici: fort en museum op de pas.95. Essertse / CH, 2.191mVanuit het Rhônedal bij Sion in de Val d’Hérémence afslaan. Mooie Wallische huizen bekijken, rondjes omhoog draaien via kleine Alpenweggetje naar het hoogste punt van de omgeving, waar een uitzicht op het gletsjergroene Lac de Dix op je wacht. Zo eenvoudig is het leven.96. Col du Petit St.Bernard, Colle dei Piccolo San Bernardo / F en I, 2.188 mEen dertig kilometer lange grenspas tussen het Aostadal (I) en de Savoie (F). Een weg die 52 maal is geplooid en doorgaans keurig geasfalteerd. Opgepast, de dalkanten van de weg kennen geen beveiliging. Dus sportliefhebbers, laat een nadere kennismaking met dit sprookjes landschap achterwege, doe het rustig aan.97. Val de Nendaz, Lac de Cleuson / CH, 2.186 mSion, Nendaz, Siviez: alles wat als skipas klinkt loopt uiteindelijk dood. Dertig gemakkelijke kilometers met uitzichten over de minder fraaie skigebieden, die zich evenwel afwisselen met romantisch mooie uitzichten. Tot bijna op het einde, hoog bij het meer, onafgebroken geasfalteerd. Voor het water achter de stuw hoef je het niet te doen, het uitzicht onderweg is overal beter. 98. Col du Petit Mont Cenis / F, 2.182 mKort voor afronding nog even naar het Lac du Mont Cenis over 6,5 kilometer steenslag. In lage versnelling omhoog gaan, maar ook geschikt voor gewone motorfietsen.99. La Riposa / I, 2.180mVoormalig militaire weggetje in de buurt van Susa. Het kronkelt zich omhoog naar de Riposa bergweide. De eerste veertien kilometer zijn geasfalteerd, de laatste zeven onverhard.Piste ingericht met zeventien bochten en bescheiden stijgingspercentages.100. Val Venyl / I, 2.180 mOké, we zouden het toch bij 99 laten, maar omdat deze pas zóóó fraai is en omdat het Lago dei Sette Colori afviel, hebben we toch nog een toegift. De schitterende route langs de zuidflank van de Montblanc. Oprit in La Saxe bij Courmayeur, na tien kilometer asfalt is het echt afgelopen. De Rifugio Elisabetta is dan alleen nog maar te voet of per fiets te bereiken. ________________________________________[INFOKASTEN WETTERKUNDE]WEERKUNDEBij zo’n reis tussen de toppen is het weer van het grootste belang. Dat is echter moeilijk voorspelbaar, omdat de luchmassa’s zich in deze regio sneller bewegen dan elders. Het best kun je een stabiel liggend hogedrukgebied afwachten. Toch kan het zelfs dan nog mis gaan, want echt hinderlijk wordt het wanneer een lagedrukgebied in aanraking komt met een hogedrukgebied en zich als een ijzig natte wig onder de warme luchtmassa’s schuift. Dat zorgt namelijk voor de meest verschrikkelijke onweersbuien met heel veel regen. Veel minder erg zijn de onweersbuien op warme dagen. Dergelijke buien, meestal heftig maar kort, ontstaan vaak doordat de grond teveel is opgewarmd. Vaak straalt de zon alweer, voor je kans hebt gezien je regenpak aan te trekken. Gevolg van de hevige buien is dat de temperatuur in korte tijd flink kan gaan dalen omdat de verdampende regen warmte aan de omgeving onttrekt. Temperatuursdalingen van 20° zijn dan echt niet ondenkbaar.Voor motorrijders zijn die onweersbuien in de bergen bijzonder gevaarlijk. Wij missen namelijk de beschermende stalen kooi van Faraday, waarover automobilisten wel beschikken. Zeker op onbeschutte, hoge trajecten fungeren onze voornamelijk metalen voertuigen als regelrechte bliksemafleiders. Duik bij dreigend onweer dus zo snel mogelijk een dal in. Wie daar niet in slaagt, moet zo snel mogelijk beschutting zoeken in een gebouw, of desnoods tussen de bomen. Blijf daarbij niet in de buurt van je motor, maar neem afstand en blijf laag bij de grond. Om in te schatten wat het weer gaat doen, is het handig de wolken te bestuderen. De onschuldig uitziende wolkenvegen en schapenwolken op de foto’s, zijn bijvoorbeeld een signaal voor een extreme naderende omslag in het weer de volgende dagen. [UNTERSCHRIFT]Slechtst denkbare scenario, een onverwachte inbreuk van moedertje winter op de pas.________________________________________[INFOKASTEN KEHREN & SCHOTTER]BOCHTEN EN STEENSLAGAls het rijvaardigheid aan komt, dan stellen de Alpen de hoogste eisen aan ons motorrijders. Zo zijn er verschillende passen die zich zonder enige bescherming langs de rotswand omhoog vechten. Wie daar op het scherpst van de snede gaat rijden, komt snel maar helaas ook enigszins beschadigd aan de Hemelpoort. Voor de meeste bergtoeristen een droom, maar ook voor velen een ware nachtmerrie: de haarspeldbocht. Niet nodig, want met de juiste balans tussen gas en remmen kom je er soepel door. Devies daarbij is de motor niet te lang laten rollen, maar zachtjes insturen en met een licht trekkende motor de bocht door. Gaat het te snel, dan niet plots de gaskraan dichtdraaien, maar zachtjes bijremmen met de achterrem, dat houdt het rijwielgedeelte rustig. Heb je een machine waar het vermogen er plots inkomt, pak dan vanaf het begin van de bocht de achterrem er al bij. Het draait er hierbij om, om tegen het rempunt van de machine aan te rijden en deze weer gedoseerd te laten zakken wanneer het gas er weer op kan. Een subtiele balans van de achterrem, die evenwel tijdens afdalingen bijzonder hulpvol kan zijn. Verder geldt: oefening baart kunst. Gewoon jezelf op een grote parkeerplaats in alle rust de techniek voor het soepel ronden van een korte bocht meester maken. Een andere tip is het in de bocht drukken van de motor, een beetje in motorcross stijl zeg maar. Het bovenlichaam blijft daarbij bijna loodrecht hetgeen koerscorrecties een stuk makkelijker maakt. Steenslag excursies met reguliere wegmotoren moet je in de Alpen alleen weloverwogen maken. De Assietta-Kammstrasse is een makkie, maar verder tref je veel grove steenslag, rolsteenvelden en ander ongerief. Probeer je het toch, dan is het zaak dat je precies aanvoelt waneer je remmen blokkeren. Daarbij zorgt het verlagen van de bandenspanning tot zo’n 1,2 bar voor veel meer grip en comfort. En dat geldt voor elk type band.[UNTERSCHRIFT] Wie off-road niet schuwt, ziet heel wat meer.________________________________________[UNTERSCHRIFTE][MRD SEITE 89]“En nu allemaal samen: Col-le- dell Ag-nel-lo!”Voor de diehard: de 87 haarspeldbochten van de Stelvio pas.[MRD SEITE 90-91]Met mij gaat alles goed! De Gross Glockner en het zuiverste berggeluk.Ninja meets Furka.De Noordkaap of Italie? Mont Cenis dus.Hoogtepunt in het oosten van Zwitserland.[MRD SEITE 92-93]Hij boven, wij beneden: Monte Saccarello.[MRD SEITE 94-95]De Bermuda Driehoek: Furka, Grimsel en Susten.Uit mindere tijden: een bunker in de westelijke Alpen.Een binnendoortje op de Sommeiller.[MRD SEITE 96-97]De echte off-roaders: overstekende verkeer op de Granon.Pfoei, gelukt! Alle 99 toppers aaneengesloten.De mooiste bewaren tot het eind: de Sella-Ronda zonder einde.