MotoGP-test Indonesië
Na in totaal vijf testdagen in Sepang en op het voor de MotoGP-coureurs onbekende Mandalika International Street Circuit lijkt het nieuwe seizoen veel goeds te beloven. In Maleisië bleven achttien rijders binnen een seconde, in Indonesië zaten maar liefst 21 van de 24 rijders binnen één tel. Waar Ducati, Aprilia, Suzuki en vooral Honda met vertrouwen richting de eerste grand prix in Qatar keken, luidde wereldkampioen Fabio Quartararo al voorzichtig de noodklok bij Yamaha.
Voor het eerst sinds februari 2020 keerde de MotoGP terug in Maleisië. Enea Bastianini klokte daar met een één jaar oude Gresini Ducati de snelste tijd ooit gereden, met Aleix Espargaro op de verbeterde Aprilia op zijn hielen. Jorge Martin op de Ducati GP22, Alex Rins op de nieuwe Suzuki en Maverick Viñales op de tweede Aprilia completeerden de top 5. Hoewel het Repsol Honda-duo Marc Marquez (op 0,2) en Pol Espargaro (op 0,3) in Sepang niet verder kwam een achtste en tiende tijd maakte de radicaal vernieuwde Honda RC213V daarentegen in Indonesië alom de meeste indruk. Voordat Espargaro na drie dagen de test als snelste afsloot, was er al veel gediscussieerd over MotoGP’s terugkeer in Indonesië na 25 jaar. Het vorig jaar aangelegde circuit vertoont nog veel gelijkenis met een bouwput, omdat de infrastructuur buiten de poorten door het bouwverkeer en de vele onverharde wegen voor veel zand op de baan zorgden.
Het resulteerde op alle dagen in vele crashes (onder meer Pecco Bagnaia, Aleix Espargaro, Jorge Martin, Joan Mir, Maverick Viñales, Jack Miller, Andrea Dovizioso en de rookies Raul Fernandez, Marco Bezzecchi, Fabio Di Giannantonio en Darryn Binder) en op dag 1 werden de rijders op aanraden van Alex Marquez verplicht de baan op gestuurd om het 4,3 kilometer lange asfaltlint schoon te rijden. Hoewel de ideale lijn aan het eind van de dag redelijk schoon was gereden, bleef het een tricky exercitie als rijders er naast belandden. Ook na de slotdag benadrukten veel rijders dat het Mandalika International Street Circuit in deze staat – ook door de afbrokkelende bovenlaag van het asfalt waardoor rijders elkaar bekogelden met stenen – nog niet klaar was voor de race in het derde weekend van maart. Ondanks de valse start waren de rijders enthousiast over de zeer snelle en bochtenrijke Indonesische slinger. “Sector 1 en 4 zijn heel gaaf”, vond Marc Marquez. “Sector 3 is een beetje standaard, maar sector 2 is te snel. Daarvoor moet je echt je ademhaling voor elkaar hebben.” “Sector 2 is erg mooi”, wierp Bagnaia tegen.
Pol Espargaro was niet alleen de snelste op de openingsdag, ook op de slotdag klokte hij de beste tijd. De Repsol Honda-rijder straalde. “Na dag 2 konden we zeggen dat we klaar zijn voor Qatar”, aldus de Spanjaard. “Dat hebben we vorig jaar niet kunnen zeggen.” Na die tweede dag had Espargaro misschien wel het beste raceritme, maar zijn ’time attack’ ging de mist in door remproblemen. Op de slotdag kwam het goed. “Alles komt makkelijker en heel belangrijk: zonder crashes. Ik kan meer rijden zoals ik wil, ik kan de achterrem weer gebruiken, dat heb ik zó gemist vorig jaar. De machine is erg veranderd ten opzichte van vorig jaar. Hij is stabieler met het ritme. Vorig jaar had ik veel moeite met hoge temperaturen en dit jaar zijn we heel competitief. Oké, het is nog maar een test, maar zowel in Sepang als hier waren we competitief.”
Dat beaamde zijn teamgenoot Marc Marquez, die in Sepang voor het eerst op de 2022-RC213V stapte. Op de slotdag besloot hij vanwege vermoeidheid geen aanval op de snelste tijd te doen. “In Sepang worstelde ik een beetje omdat ik tegen mijn natuur moet rijden, maar nu voel ik me beter”, aldus overall negende man Marquez. “Op de laatste dag begon ik wat last te krijgen van mijn schouder, maar dat is logisch omdat ik pas in januari vol kon trainen.” Marquez zei zich desondanks beter te voelen dan in 2021. “Vandaag heb ik al wat crashes op kunnen vangen met mijn elleboog, dus we komen terug. Een maand geleden zat ik nog thuis op de bank met ‘double vision’. In Qatar zal ik nog niet honderd procent zijn, maar het seizoen is niet afgelopen na die eerste race.”
Fabio Quartararo was goed voor een tweede tijd, de wereldkampioen maakte zich wel zorgen. Niet alleen moest hij als pole-specialist moeite doen om te pushen, ook merkte hij op dat er nu al geen rek meer in de 2022-Yamaha lijkt te zitten. Hij keek met enige jaloezie naar de nieuwe Honda. “Alle Honda-rijders hebben een geweldige pace.”, constateerde de 2021-wereldkampioen. Wat de Honda wel had en de Yamaha niet? “Vermogen. En ik zag Marc remmen op de grens en dat was super sterk. De karakteristieken van hun blok zijn ook anders. Als wij sliden zoals zij, kunnen we niet afdraaien en gaat hij rechtdoor. Dat zit in onze machine.” Veel vertrouwen in nieuwe spullen voor de race in Qatar had Quartararo niet. “We hebben drie maanden gewacht en we hebben niets speciaals gekregen en dat verwacht ik nu ook niet meer.”
Luca Marini was op dag 2 zeer verrassend de snelste op de nieuwe Ducati GP22, maar Pecco maakte met een zesde tijd achter de ijzersterke Aleix Espargaro en Franco Morbidelli de meest solide indruk op de Desmosedici. “Deze machine moet je iets anders aanpakken en ik denk dat ik nu weet hoe. Mijn lange run was heel constant en ik ben tevreden. We zitten dichtbij de mogelijkheden van de nieuwe machine”, aldus Bagnaia. “Hij is heel goed met het remmen en met het afdraaien. Uit de bochten voel je dat hij meer power heeft en dat de grip er is, maar je moet iets langer wachten om het gas open te draaien. Dat kunnen we wel oplossen met de elektronica.”
Topsnelheid blijft echter het domein van Ducati: op de laatste dag voerde Johann Zarco die lijst aan, met achter zich zes merkgenoten.