Reportage 50cc wegrace
Ruim een halve eeuw geleden pakte de in januari 2021 overleden Jan de Vries de wereldtitel in de 50cc-klasse en werd daarmee de eerste Nederlander die een wereldkampioenschap wegrace op zijn naam bracht. De ‘basis’ voor die titel werd gelegd in 1968 toen de FIM besloot de reglementen voor die klasse aan te passen. Het moest allemaal eenvoudiger en goedkoper. En dat paste precies in het straatje van de Nederlandse 50cc-enthousiasten.
26 september 1971. Op het circuit van Jarama, dichtbij de Spaanse hoofdstad Madrid, komt Jan de Vries als winnaar én als nieuwe wereldkampioen in de 50cc-klasse over de finish. Dat deed De Vries op een Van Veen-Kreidler, terwijl collega coureur Aalt Toersen eerst op een Van Veen-Kreidler en daarna op een Jamathi aan het WK deelnam. Nog altijd klinkende merknamen, waarmee de Nederlanders vanaf 1969 kleur gaven aan WK. Dat was lange tijd niet het geval, in de vroege jaren 60 voerden vooral de Japanse fabrikanten en het Duitse Kreidler een hoogtechnologische strijd in de 50cc-klasse, met soms enorm exotische configuraties. Zo had Kreidler een liggende luchtgekoelde eencilinder met twaalf versnellingen en roterende inlaat, en ontwikkelde Suzuki een watergekoelde tweetakt-twin met veertien versnellingen en roterende inlaten. Er was in 1967 zelfs sprake van een driecilinder 50cc. Dat kostte echter allemaal handenvol geld, voor de FIM reden om voor 1969 een nieuw reglement door te voeren waardoor het allemaal goedkoper werd. Er werd bepaald dat de 50cc’s voortaan aangedreven moesten worden door ééncilindermotoren met slechts zes versnellingen. Het gewicht van de motor moest minimaal zestig kilo bedragen en ook de coureur moest minimaal zestig kilo wegen.
Op deze manier kregen ook kleinere fabrikanten een kans en onder meer de Nederlandse Kreidler-importeur Van Veen in Amstelveen zag zijn kans schoon. In MotoPlus 4/2022 kijken we terug op deze gloriedagen van de Nederlandse wegrace, waarin verschillende Nederlandse coureurs internationaal grote successen vierden!