Interview Michel Knoester
Begin dit jaar maakten nieuwe MotoPlus-abonnees, die zich aanmelden tijdens de Salon in Brussel en de Motorbeurs Utrecht, kans op een seizoen Triumph Tiger rijden. De gelukkige winnaar was de 42-jarige Michel Knoester uit het Limburgse Borkel en Schaft. Tijd om te kijken of zijn aanstekelijke enthousiasme nu nog net zo groot is, als toen hij de sleutels van ‘zijn’ Tiger zo’n zeven maanden geleden aangereikt kreeg.“Laten we afspreken bij een kameraad van me”, klinkt het door de telefoon, “die heeft nog een Tiger 110 uit 1959 in z’n kroeg staan. Helemaal in originele staat, echt een gaaf ding, die moet je gewoon een keer zien.” Aldus geschiedde. Op een prachtige zonnige najaarsdag wordt koers gezet richting het rustieke Limburgse dorpje Reuver, waar het hagelwitte grind van de parkeerplaats naast zalencentrum Karé ons knerpend verwelkomt. Er heerst een serene dorpse stilte rond het gebouw, maar die stilte wordt plotseling verstoord door de onmiskenbare klanken van een driepitter. En inderdaad, korte tijd later dienen zich de contouren van de oranje Triumph Tiger aan, met aan het roer een nog immer glimlachende Knoester. Hij weet hier de weg en via de keuken staan we niet veel later achter de bar van de grote zaal. Uit de speakers schalt een Limburgs nummer en wat verderop in de zaal neemt een in een slobbershirt gehuld statuur, met een losjes in de mond bungelende sigaar, de honneurs achter de geluidsinstallatie waar. Het blijkt te gaan om Raymond ‘Ray’ Douglas Underwood, kameraad en “onofficieel peetvader” van Knoester. De mannen begroeten elkaar hartelijk, hebben elkaar ook al een tijdje niet meer gezien vertelt Knoester met Limburgse tongval. “Gebeurt wel vaker, maar als we elkaar dan weer ontmoeten, dan is het meteen weer als vanouds, alsof ik nooit ben weg geweest.” Niet veel later begint Knoester vanachter een dampende kop koffie zijn relaas over een seizoen Tiger rijden. “Het was op z’n zachtst gezegd een nogal turbulente tijd. Begin april scheurde ik de kruisbanden van m’n knie en toen was het dus over en uit met rijden. Met mooi weer hoorde ik dan de motoren langs mijn huis rijden, terwijl ik zelf met het been omhoog zat, en dat is zuur. Erg zuur zelfs. Het koste me behoorlijk wat tijd om te revalideren, maar sinds twee maanden kan ik weer rijden. Eerst nog op mijn eigen BMW, omdat ik daar mijn been iets rechter kon houden, maar nu rijd ik alweer enige tijd op de Tiger. En ik moet zeggen, met heel veel plezier.”Het motorverleden van Knoester, met een gat van bijna één decennia dat wel, kent een nogal breed verloop. Een bonte stoet van motoren passeerde de revue, aangevuurd in eerste instantie door een redelijk doorsnee Honda CBR, die werd opgevolgd door een “heerlijk spacy” Pacific Coast. Na ondermeer een DKW zijspan en twee Intruders, rijdt hij tegenwoordig op een van koffers voorziene BMW K1100LT uit 1994. Bovendien is hij in de avonduren ook nog druk bezig met het opknappen van een Ural Dnepr zijspancombinatie. Het is dan ook niet zo vreemd dat zijn enige kritiekpuntje op de Tiger schuilt in het gebrek aan opbergruimte. “Maar met een paar koffers d’r op heb je er een perfecte machine aan. Dat blok joh, motorisch zo ongelooflijk goed. Dat ding blijft gewoon maar trekken. Ik lees veel testen en heb nu zelf kunnen ervaren waarom hij het overal zo goed doet. Ja, jammer dat ik ‘m nu weer in moet leveren.”Kameraad Ray, oorspronkelijk uit het Engelse Southampton, begrijpt wel dat Knoester voor de Tiger gevallen is. Dat heeft ‘ie zelf met zijn T110 ook gehad. “Mijn oom heeft hem destijds in 1959 nieuw gekocht. Als kleine jongen heb ik me dat ding toch vaak lopen poetsen, niet normaal. Een kleine 34 jaar geleden heb ik ‘m van hem over gekocht en ik ben er sindsdien altijd zuinig op geweest. Op andere motoren ben ik mezelf niet als ik rij, veel gevallen ook. En hard, in 1969 heb ik al eens vier maanden in het ziekenhuis gelegen.” Om z’n woorden kracht bij te zetten laat de kroegeigenaar z’n verschoten trainingsbroek zakken en toont de nog altijd duidelijke zichtbare littekens op zijn benen. “Maar niet op deze Triumph, die heb ik altijd netjes behandeld.”Toch is de sympathieke Limburger op zoek naar een nieuw baasje voor zijn T110. De klassieker stond altijd prominent – “en tot grote ergernis van mijn ex” – in de woonkamer, maar toen Underwoord zijn intrede nam in de bedrijfswoning boven het café, moest hij toch op zoek naar meer gangbaar meubilair. De trap naar boven bleek toch een spreekwoordelijke brug te ver voor de Triumph. “Nu staat hij als decoratie in de kroeg, daar hoort ‘ie niet. Dat ding heeft zoveel historie, eigenlijk zou hij gewoon in een museum moeten staan.”Knoester knikt instemmend, hij weet hoe het voelt om met ‘oude machines’ bezig te zijn. Als zijspanfanaat kan hij dan ook niet wachten tot z’n Dnepr-span weer helemaal klaar is. “Ik ben al lid van de Ural Dnepr Club Nederland (UDCN) en als alles goed gaat, dan wil ik komend jaar ook weer naar treffens toe”, vertelt hij hoopvol. “En natuurlijk weer veel rijden, dat is er uitgerekend dit jaar teveel bij ingeschoten. Daar is trouwens niet alleen die blessure debet aan, we hebben net een verhuizing achter de rug en daar ging ook een groot deel van mijn vrije tijd in op. We wonen nu wel echt op een onsterfelijk mooi punt, iets onder Valkenswaard. Met de Belgische Ardennen onder handbereik. Dat wordt volgend jaar heerlijk toeren daar, lekker met de vrouw achterop. Of in de bak natuurlijk!” ________________________________________[[kasten Tiger 110]]TRIUMPH TIGER 110 1959Deze Tiger 110 (jubileum type) is in feite de naamgever van de moderne Tiger. Dit exemplaar, waarvan het windscherm niet origineel is, stamt uit 1959; ze zijn geproduceerd tussen 1953 en 1961. Het 649 cc tweecilinderblok leverde 42 pk, waarmee de machine ene topsnelheid van 160 km/uur kon halen. Geheel in de Engelse traditie van die tijd waren motorblok en versnellingsbak afzonderlijke onderdelen, een ketting zorgde voor de primaire transmissie. Het blok hangt onder een semi-dubbel wiegframe met een opvallende beplating van de achterpartij. Mooi zijn natuurlijk ook de logo’s en het typeplaatje. En wat te denken van het plaatje van leverancier Tijnagel uit Nijmegen: ook geheel in jaren 50-stijl!