Interview Erwin Plekkenpol
Erwin ‘Plekkie’ Plekkenpol grinnikt. Want de vraag of hij zin had om van endurorijden zijn beroep te maken, had ook hij niet echt verwacht. Plekkenpol, een van de beste endurorijders in Nederland, moest er even over nadenken, maar besefte dat hij deze kans niet kon laten lopen. Zo kreeg hij een driejarig profcontract in de enduro-motorsport. En spijt heeft hij niet: “Ik heb een geweldig leven.” Erwin Plekkenpol had niets te klagen, had een uitstekende baan bij Reiger Racing Suspension en was in 2006 en 2007 op eigen bodem de beste endurorijder in de E3, de zwaarste klasse in het ONK. Maar de vraag of hij van die hobby zijn beroep wilde maken, kwam volslagen onverwacht. “Het was kort voor de Zesdaagse in Nieuw-Zeeland toen ik gevraagd werd”, kijkt de nu 27-jarige Plekkenpol terug op het aanbod dat eind 2006 kwam. “En die vraag kwam ook nog eens van een nieuwe sponsor, een enduroliefhebber die het in het zakenleven goed gedaan had.”De aanbieding van de mensen achter www.booking.com zag er serieus uit, zegt de geboren Achterhoeker. “Het ging niet zo maar om een paar euro’s. Er zat echt een goed plan achter met de mogelijkheid om me drie jaar op wereldniveau te ontwikkelen. Maar het zou wel een grote verandering voor mij betekenen.” Plekkenpol legde het plan voor aan zijn familie en vriendin en werd van een zandhaas een witte raaf, want Nederlandse rijders die in het WK enduro hun brood verdienen, zijn erg zeldzaam. “Iedereen stond er voor honderd procent achter. Bij Reiger zagen ze me ook niet graag vertrekken en dat ik na die drie jaar daar terug kon komen, was fijn om te horen.”Als jochie van elf jaar reed Erwin Plekkenpol in Harfsen zijn eerste cross. De blonde “Plekkie” was meteen verkocht, maar vond negen jaar later zijn echte passie; in 2001 nam hij voor het eerst deel aan het ONK Enduro in de klasse tot 250 cc. Enduro-goeroe Toine van Dijk meende echter dat de toekomst van de 1.90 meter lange en ruim 90 kilo zware Plekkenpol niet op een gillende tweetakt lag en liet hem kennismaken met een zwaardere viertakt. “Toine vond dat een viertakt bij mij paste”, vertelt Plekkenpol over die switch.. “Hij had wel gelijk. De Zesdaagse in 2003 reed ik dus op een KTM-viertakt.” Meteen bewees Plekkenpol het gelijk van Trophy Team-coach Van Dijk. Na een derde plaats in zijn eerste viertaktjaar volgden in 2005 en 2006 Nederlandse titels. En toen kwam ‘De Vraag’. “Als full-prof drie jaar WK-wedstrijden rijden. In het begin is alles mega-mooi, maar het blijkt meer dan alleen maar gas geven. Je zet je leven op kop.” Bovendien moest de kersverse prof wel zelf op zoek naar een team en naar materiaal. Vanwege zijn vier jaren met KTM was een link met het zijn ENE-Team en het Oostenrijkse merk het meest voor de handliggend, maar bij KTM bleek weinig plaats voor een debuterende WK-rijder, waarna Plekkenpol via plaatsgenoot Henk Hellegers in contact kwam met Honda. Plekkenpol sloot daarop een deal met HM-Honda en werd ondergebracht in het professionele Italiaanse Jolly Racing-team. De Honda moest echter nog wel even naar zijn hand worden gezet. Geen kinderachtige klus, merkte Plekkenpol in de aanloop naar het seizoen 2007. “De eerste wedstrijden waren gewoon niet goed. ’s Woensdags voor de eerste wedstrijd moest ik achter het huis op een zandpad nog even proefrijden. Voor een hobbyrijder is dat niet erg, maar als het je werk is… Het waren allemaal kleine dingetjes, maar bij elkaar maken die een groot verschil. De positie op de motor, de vering, de uitlaat, vliegwiel, dat soort dingen. Eigenlijk ben ik er het hele vorige seizoen mee bezig geweest.” Krachtmens Plekkenpol kon nooit worden beticht van te weinig werklust. Hij realiseerde zich echter dat hij als prof anders met zijn sport diende om te gaan. “Weinig mensen beseffen wat er bij komt kijken”, beaamt Plekkenpol. “Je krijgt de vrijheid, maar hoe vul je je dag in van ’s morgens zeven tot een uur of zes ’s avonds? Hoe reageert je lichaam op dat andere leven, hoe ga je om met het reizen, hoe vind je de balans. Allemaal die dingen die ik tegenkwam. Ik ben nu ook verhuisd naar Italië, omdat ik daar meer kan trainen met andere rijders en omdat ik zo minder hoef te reizen. De hele spanningsopbouw naar een wedstrijd is nu ook anders. Vroeger werkte ik door de week en dan stond ik zaterdags opgepompt bij een ONK. Echte honger naar een wedstrijd. Nu werk ik de hele week naar de wedstrijd van het weekend toe. Dat was echt wennen.” Dat resultaten dan ondanks een tomeloze inzet en een grote motivatie dan toch wel eens tegen kunnen vallen, erkent Plekkenpol in alle eerlijkheid. Hij merkte het dit seizoen nog tijdens de WK Enduro’s in Wales en Frankrijk. “Voor die WK’s was ik een hele week hard aan het trainen geweest met viervoudig wereldkampioen Stefan Merriman en dat ging super. De souplesse in mijn rijden is duidelijk beter geworden. Maar in de wedstrijden wilde het niet. ONK-endurotoppers Erik Davids en Amel Advokaat zagen me rijden en zeiden allebei ook ‘je doet niks fout’, maar de agressie was er gewoon niet. Ik kwam tekort. Daarom heb ik vóór de Zesdaagse van Griekenland ook rust gepakt, hoe moeilijk dat ook was voor mij.”De ervaringen van de Nieuwzeelandse Aprilia-fabrieksrijder Merriman zijn veel waard, weet Plekkenpol. “We wonen dicht bij elkaar in de buurt en we gaan geregeld samen trainen. Ik leer er elke keer van als we samen rijden en hij vertelt me ook nuttige dingen over voorbereidingen op wedstrijden. Je moet je d’r niet op verkijken, hoor. Een voetballer weet wanneer hij moet trainen, voor ons is het heel anders. Ik kan niet de hele dag op de motor zitten, maar als ik een paar uur heb gereden, pak ik daarna nog wel eens de mountainbike. Die opbouw van je training is heel belangrijk. In Nederland werkte ik jaren met conditietrainer Jan Broekhof en ook nou helpt hij me nog geregeld. Jan weet hoe ik het beste kan trainen en ook van motorsporttrainer Hennie Lentink heb ik het een en ander opgestoken.”Ook zijn voedingspatroon diende Plekkenpol aan te passen. “Als je op mijn manier bezig bent, verbrand je veel meer dan wanneer je in de fabriek staat. En wat je verbrandt, moet je wel weer aanvullen. Zeker op twee van die wedstrijddagen achter elkaar. Ik heb daar vorig jaar ook een paar keer m’n neus flink mee gestoten. Was na twee rondjes de tank van de motor wel vol, maar was m’n eigen benzine helemaal op.”De kameraadschap onder de professionele endurorijders is een verademing. Plekkenpol vertelt over gezamenlijke trainingssessies met zijn Italiaanse HM Honda Zanardo-teamgenoten Oscar Baletti, Fabio Mossini en Alessandro Boturri. “In Nederland nam ik wel eens een woensdagmiddagje vrij en dan ging ik naar een crossbaan, een paar keer 25 minuten gassen. Hier gaan we vaak met twee of drie man op pad de bergen in of naar echte endurobaantjes die dan op de volgende WK-parcoursen lijken. Dan klokken we elkaar ook. We doen het samen, ook omdat we er samen beter van worden. Alleen kun je toch niet op pad, want wat gebeurt er als je er ergens in de bergen hard afgaat en je in je eentje bent?” Er werd vorig jaar wel wat vreemd aangekeken tegen die grote blonde Nederlander binnen zijn team, geeft Plekkenpol toe. Want wat had een endurorijder uit een land waar proeven voornamelijk over maïsvelden, zanderige crossbanen en vlakke bospaden leiden nu eigenlijk te zoeken in het WK, dat voornamelijk in bergachtige gebieden op stenige paden wordt verreden? “Ja, de Nederlandse wedstrijden zijn wel even anders dan wat je in het WK tegenkomt. Vorig jaar was ik de supportrijder in het team, een buitenstaander. Maar die jongens hebben me toch wel leren kennen en nu hebben we gewoon een goed contact, ook omdat ik m’n Italiaans wil opvijzelen. Ik start ook in het Italiaans kampioenschap, want het is zó anders hier. Stenen, rivierbeddingen, klimmetjes; dat is in Nederland ondenkbaar. Die jongens van mijn team merken ook dat ik er serieus voor wil werken. Mika Ahola (Plekkenpols Finse teamgenoot en vorig jaar wereldkampioen in de E2-klasse, FW) heeft me onlangs nog uitgenodigd om bij hem in Finland te komen trainen.”Plekkenpol beschikt over zelfkennis en is ambitieus en leergierig. In de voorbereiding op het seizoen trok hij naar Spanje om daar op trainingskamp te gaan bij tienvoudig wereldkampioen cross en Zesdaagse-winnaar Stefan Everts. “Stefan weet precies wat jij nodig hebt. Hij is een meester in het rijden van mooie bochtjes en kan het erg goed overbrengen, net als zijn vader Harry (voormalig tweevoudig wereldkampioen, FW). Ook al omdat ze dingen zelf voor kunnen doen. D’r waren veel jongens met gewone crossers, maar ik had mijn enduromachine daar bij me en Stefan vond dat prachtig. Hij gaf me ook extra tips, bijvoorbeeld hoe je op harde banen ook snelheid kunt houden in de bochten. In Nederland zijn we zo gewend om de motor een zandwal in te sturen om snelheid te houden, maar die walletjes heb je in het buitenland nu eenmaal niet.”In zijn debuutjaar in het WK Enduro werd hij twaalfde, terwijl hij de EK-competitie als vierde afsloot. Tijdens de Zesdaagse in Chili pakte Plekkenpol een keurige negende plaats in zijn klasse. Dit seizoen staat hij op een zestiende positie in de wereldtitelstrijd, ook al omdat hij twee keer moest opgeven met blessures (In Portugal kreeg hij een beenblessure en in Italië verrekte hij zijn rug na een val aan het begin van de tweede dag.) Bij zijn inmiddels zevende Zesdaagse, dit jaar in Griekenland, werd hij netjes twaalfde. “Ik wéét dat ik dit jaar echt beter ben geworden, maar het probleem is dat het er bij de wedstrijden nog niet uitkomt. Ik wil zó graag laten zien wat ik bijgeleerd heb, dat ik soms te veel push. Dat is iets mentaals, iets waar ik aan moet werken. De meeste rijders in het WK enduro zijn al begonnen op hun zestiende, dus qua leeftijd ben ik hier niet één van de jongsten, maar wat ervaring betreft behoor ik weer niet tot de ‘ouderen’.”Dit seizoen maakte Plekkenpol tijdens de uit acht weekenden opgebouwde WK-campagne onder meer sneeuw mee in Zweden, zinderende hitte in Spanje en eindeloze modderbaden in Wales. In Polen finishte hij op de tweede dag als elfde – zijn beste klassering tot nu toe. Het niveau in de E3-klasse mag dan aanzienlijk zijn gestegen, zijn ambities lagen hoger, beaamt Plekkenpol. Maar logica werkt niet altijd in de sport, merkte hij. “Ik was in Portugal geblesseerd geraakt en ik verwachtte dat het in Spanje (vijftiende en twaalfde, FW) erg lastig zou worden. Hard terrein met heel veel stenen, maar vanaf de eerste proef ging het super. En de wedstrijden in Wales in Frankrijk, daar had ik helemaal naar toe geleefd. Maar in Wales (DNF en achttiende, FW) liep het helemaal niet goed en op de eerste dag kwam ik ook nog eens zonder benzine te staan. De tweede dag was mentaal moeilijk en bij de wedstrijd in Frankrijk (zeventiende en veertiende, FW) ging het kaarsje uit. Ik baalde ontzettend, maar mijn sponsor lachte alleen maar. Hij had al voorzien dat dit wel eens kon gebeuren.” Dat hij zijn twaalfde plaats in het WK van vorig jaar niet zal verbeteren is een forse tegenvaller voor Plekkenpol. “Ja, daar baal ik wel van. Maar het team is tevreden en ik wéét dat ik vooruitgegaan ben. En mijn sponsor klaagt ook niet. We zijn samen aan een traject van drie jaar begonnen; da’s een prettig gevoel.” In zijn programma voor 2008 zijn in tegenstelling tot vorig jaar niet meer alle EK-enduro’s opgenomen. “Bewust”, zegt Plekkenpol. “Je kunt jezelf ook voorbijlopen als je plankgas van een WK-wedstrijd in Spanje naar een EK in Letland moet. Het kán ook te veel worden, dat bleek wel in Wales en Frankrijk.” Tijdens zijn enige EK-optreden in 2008 tot nu toe – in Portugal – verraste Plekkenpol daarentegen vriend en vijand. En zichzelf. “Ik ging naar Portugal zonder verwachtingen. Een plaats bij de eerste vijf was mooi, dacht ik, ook omdat het terrein totaal on-Nederlands was. Maar beide dagen won ik.” Het maakt Plekkenpol wellicht meteen tot de grote favoriet voor de EK-enduro die op 17 en 18 oktober rond het Gelderse Hengelo wordt verreden. Zelf is hij wat terughoudender: “Voor Hengelo kom ik net van een paar WK’s af waar de ondergrond juist hard is. En er zijn genoeg jongens die mij klop willen geven, ook omdat deze EK-wedstrijd ook meetelt voor hun ONK. Maar ik ben opgegroeid in de regio waar de EK is. De VAMC in Vorden is mijn club en die organiseren het samen met de HAMOVE Hengelo en de ZAMC Zelhem en mijn oom, die me al volgt vanaf de tijd dat ik op een 80 cc-tje zat, zit in de organisatie. Ik rij weer eens een ouderwetse thuiswedstrijd met veel familie langs de kant, dus ik wil er wel graag winnen. Als het enigszins kan graag ook het overall-klassement van de drie klassen samen!”Na het EK in Hengelo zit het internationale seizoen er op voor Plekkenpol. Het vizier is dan al weer gericht op 2009, het laatste jaar van zijn driejarenplan. Hij prijst zich gelukkig met de positie waarin hij onverwacht terecht kwam. “Van kinds af aan ging ik al mee naar de enduro’s in Nederland. Dat ik nooit crossprof zou worden, was me wel duidelijk. Ik ben meer een duursporter. Zo’n hele dag op de motor…. Die vrijheid, het sleutelen, het gas geven en het wedstrijdelement vind ik prachtig. Tuurlijk, het is wel eens jammer dat je niet naar een feest kunnen waar je vrienden zijn. Nou, jammer dan, ik heb zo een geweldig leven!” [[kasten]]Op vrijdag 17 en zaterdag 18 oktober wordt in de Gelderse gemeente Bronckhorst de vierde en laatste EK enduro van 2008 verreden. Beide dagen starten er vanaf 8.00 uur per minuut vier rijders voor drie rondes van 90 kilometer, waarvan het merendeel over onverharde paden, akkerlanden en door bossen. In de route zijn een aantal geklokte proeven opgenomen en de tijden van die proeven vormen – samen met de eventuele strafminuten voor het te laat ‘klokken’ op de verbindingsroute – het eindklassement. De wedstrijd telt tevens mee voor het ONK-enduro. Het episch centrum van de wedstrijd is het wegracecircuit De Varsselring, waar ook het rennerskwartier, het parc-fermé en de servicepost is. Naast Plekkenpol in de E3-klasse zijn Erik Davids, Marco Elting en Mark Wassink hoge ogen gooien. In de E1-klasse is Ralph Hubers kanshebber op een topklassering en in de E2-klasse zal alle Nederlandse aandacht uitgaan naar Alex van den Broek, die nu tweede staat in het EK en nog kans maakt op de Europese titel.[[BU]]De 27-jarige Erwin Plekkenpol is professioneel enduro-rijder in het italiaanse HM-Honda-Zanardi team van Jolly Racing.Het WK enduro speelt zich in vele verschillende terrein af.In de zware Special-tests is het vaak ploeteren en zwoegen om de machine bijvoorbeeld over een rij boomstammen te krijgen.[[bei 2008isde]]Een endurorijder is volledig op zichzelf aangewezen, dus ook het sleutelen moet hij zelf doen. Het wisselen van de banden na afloop van de eerste dag is een sport op zich geworden: in een minuut of acht heeft een toprijder voor- en achterband gewisseld!