Column Maarten Siffels MP 19-2008
Ken je dat gevoel, dat je het ineens helemaal te pakken hebt van een motorfiets? Pure verliefdheid, iets anders kan het niet zijn. Met een zwaar verhoogde hormoonspiegel en álle bijbehorende verschijnselen. Bibberende handen, nachtelijk zweten, totale afwezigheid. En complete blindheid voor de gebreken die test na test worden opgenoemd. Hoezo, hakerig schakelen? Dat is nieuwigheid. En die heftige gasrespons? Karakter! Nog meer? Oh, snoeiharde vering en een zadel met een dikte die in millimeters wordt uitgedrukt. Ha, dat noemt zich testers. Watjes zijn het, verwende papkereltjes. Dat merk je dan maar weer! Het glanzend middelpunt van mijn adoratie heet KTM 1190 RC8. Ineens vind ik het altijd verafschuwde oranje mooi. Hoewel de witte en de zwarte versie nog mooier zijn. Oranje is wel erg voetbal of dames-hockey-kuiten-kleur. Zuchtend van onvervuld verlangen staar ik naar plaatjes met verleidelijke pk-curves en vloeiend verlopende koppelkrommes. Mijn nieuwe liefde bezit de ideale maten! Vanzelfsprekend siert haar beeltenis het startscherm van mijn computer. Ineens kijk ik ook heel anders naar Oostenrijk, tot voor kort toch vooral bekend vanwege skileraren die Rudi heten en uitgestrekte woonkelders. Helaas blijft het bij aanbidding van verre. Behalve kort contact op een motorbeurs hebben wij elkaar nog niet in het echt ontmoet. Dus moet het er nu maar eens van komen. Ik wil haar zien, voelen en ruiken. Beter gezegd: ik wil een proefrit. Dat is nog niet zo makkelijk. Via de site van KTM kom ik achter adressen van dealers. De keus valt op Bruggeman in Nieuw-Vennep. Kom ik wel eens, mooie zaak, binnen een half uurtje aan te rijden. Ik bel op. Of ze een demo hebben? Dat blijkt niet het geval. Duur, fiets voor een niche-markt en zo. Ik snap het wel, uiteindelijk zul je hier geen CBR600-aantallen van verkopen.Heeft de importeur dan niets? Je kunt toch niet van de gemiddelde koper verwachten dat hij zeventien flappen neerlegt voor een motor waar hij nog nooit op gereden heeft. De Bruggeman-man beaamt dat. Er heeft een tijdje een demo gerouleerd tussen de dealers, vertelt hij, met een Oostenrijks kenteken. Dezelfde motor hebben ze ook ingezet tijdens de Ducati-clubraces. Hij gaat proberen iets te regelen. Ik wordt teruggebeld. Beloofd. Ongerust blijf ik achter. Ingezet bij races! Ze zullen toch wel voorzichtig zijn geweest? De telefoon wijkt niet meer van mijn zijde. Bel, oh Bruggeman-man, bel! Nou, vergeet het maar. Een week later besluit ik alsnog zelf het initiatief te nemen. De Bruggeman-man weet ervan. Hij heeft met de importeur gebeld, maar is nog geen steek verder. Maar beloofd is beloofd, volgende week laat hij wat van zich horen. Waarna dus volledige zendstilte intreedt. En de redelijkheid mijn verliefde hart te pakken krijgt. Ik kijk nog eens bij mijn huidige lief in de garage. Minder oranje, maar net schoongemaakt staat de R1200S me aan te glimmen. Samen hebben we in twee jaar al weer bijna 40.000 probleemloze kilometers afgelegd. Bergen beklommen, bonnen gekregen, circuits afgeragd, viercilinders ingehaald (en andersom). Dat schept een band. Ik aai nog eens over de kras op een van de uitstekende cylinders. Bij welke andere fiets kun je nou zeggen dat je met een kleppendeksel aan de grond hebt gezeten?Andere realiteit is de stand van de bankrekening. Die staat iets nieuws eigenlijk niet toe. Daarom besluit ik tot relatietherapie. Ik ga investeren in de oude liefde! En een week later sta ik bij Ruud Freriks in Goes naast de vermogensbank. Er wordt een Rapid Bike gemonteerd, een apparaatje waarmee het brandstofmengsel bij iedere stand van het gas én bij elk toerental geoptimaliseerd wordt. En binnen een paar uur zijn de motor en ik 7 pk en 8 Nm rijker.Wauw, dat voelt wel even anders. Weg koppeldalletje bij 5.000 toeren; in één streep door naar de toerenbegrenzer.Al op de weg terug blijkt de oude liefde door deze ingreep een heel ander karakter gekregen te hebben. Soepeler, vuriger vooral. Ik zie weer toekomst voor ons. Wij kunnen samen nog verder groeien.En oranje? Dat vind ik weer gewoon lelijk. Maarten Siffels