Toeren Galici
Wij kennen Spanje natuurlijk vooral van de zonnige Costa’s, maar het grote land heeft zoveel meer te bieden. Het is ook een land waarvan je alleen op de motorfiets maximaal kunt genieten. Te voet, te paard of op de fiets gaan de veranderingen te langzaam en in de auto mis je het imposante hemelgewelf boven je hoofd, waarin grillige wolkenformaties voortdrijven…De prachtige vallei van de rivier Sil voert me in de wereld van Galicië binnen. Het is één van de zeventien autonome regio’s van Spanje en ligt in het uiterste noordwesten van Spanje, boven Portugal dus. Qua oppervlakte is het te vergelijken met België en er wonen bijna drie miljoen inwoners.De Ribeira Sacra (‘heilige oever’) heet sinds de twaalfde eeuw zo vanwege het grote aantal kloosters, kluizenaarsgrotten en gebedshuizen die vanaf de samenloop van de Miño en de Sil stroomopwaarts in de kloof van de Sil liggen. De strenge lijnen van de Godshuizen contrasteren met de wulpse gratie van de plantengroei langs de slingerende rivier. De enkele huizen langs de weg zijn onbewoond, de vallei lijkt verlaten. Maar dat is schijn, want op de eeuwenoude terrassen in de hellingen staat het frisse groen van nieuwe aanplant keurig in het gelid.Dit is ook niet het centraal vanuit Madrid geleide Spanje. Galiciërs leven, net als Basken en Catalanen, aan de rand van het land en zijn trots op hun eigenheid. Eeuwenoude tradities en gebruiken koesteren ze zorgvuldig. Hier tref ik geen flamencodansers met klepperende castagnetten aan, maar doedelzakspelers die dansende jeugd in klederdracht begeleiden. Gebruiken die in de rest van Europa zijn uitgestorven, zijn in Galicië nog springlevend. Buiten eigen liederen en dansen uit zich dat ook in het gemeenschappelijk gebruik van de grond buiten de dorpen. Streekbewoners bepalen zelf hoe die wordt gebruikt, aan wie het vruchtgebruik toekomt en wie de lasten en lusten ervan heeft.Bepaalde heuvels zijn bestemd voor de jaarlijkse spektakels van de curros. De rest van het jaren leven in Galicië paarden in het wild, maar één dag per jaar worden ze door hun eigenaars bijeengedreven, om te brandmerken en de manen en staarten te knippen. Zoals kermissen door een streek rondtrekken, vinden ook curros op verschillende plekken en data plaats.Ik rij over een zandweg naar zo’n plaats in het bos. Langs de weg staan over kilometers auto’s geparkeerd, tussen de bomen staan paarden en zitten families te picknicken. Op de motor kan ik helemaal naar voren rijden, daar vind ik nog een parkeerplaatsje naast een van de biertenten op de rand van de heuvel, met uitzicht over de blauwe oceaan beneden.Op de open plek tussen de bomen is een omheining gemaakt, met een kraal waarin uiteindelijk de verzamelde paarden worden gedreven. De lucht is vol stof, gehinnik en geschreeuw van omstanders en mannen met ontbloot bovenlijf die tussen de paardenlijven naar hun eigen viervoeters zoeken. Authentieke traditie en kermisvermaak smelten in Galicië perfect samen, het is een feest van en voor de mensen zelf.De curro lijkt qua spektakel en vermaak wel op een geslaagd motortreffen. Motorrijders worden toch vaak voorgesteld als dolende ridders van de moderne tijd? De BMW en de Zumo zijn voor mij wat Rosinante en Sancho Panza waren voor Don Quichot! Mijn mechanische paard draaft onverdroten voort, terwijl de GPS me als echte schildknaap voor de ergste misstappen behoedt. Galicië is niet het Spanje waar miljoenen buitenlandse toeristen op af komen. Niet het Spanje van zongestoofde stranden en megadiscotheken. Dit is het Spanje van mist, mysteries en steen. Heuvels, bergen en kusten zijn van graniet, vaak bedekt met een laag vegetatie, groen vanwege de veelvuldige regen. Langs de wegen en op kruisingen is het graniet door mensen gevormd tot kruizen, relikwieënkastjes, herenhuizen en de typische hórreos: opslagschuren voor gewassen, waar vocht en ongedierte niet bij konden komen. En verder natuurlijk oude bruggen over de talrijke rivieren, muren langs de talloze kleine akkertjes en van de huizen.Vaak zijn die stenen al duizenden jaren geleden gestapeld. Zoals de gracieuze ronden vormen van de gedeeltelijk opgegraven Keltische nederzetting op Monte Tecla, een berg naast de plaats waar de Rio Miño uitmondt in de Atlantische Oceaan. Niet alleen een strategische plek, maar ook met een overdonderend mooi uitzicht over de rivier vol zandbanken en de vandaag blauwe zee, met aan de kust het haventje van A Guarda. Toen de Romeinen kwamen, legden ze wegen aan waardoor de Keltische forten en nederzettingen aan de kust minder belangrijk werden, en op den duur werden verlaten. Nu liggen ze als bezienswaardigheden langs de kust. Samen met menhirs, oude offerstenen, dolmens en prehistorische rotstekeningen doen ze verslag van een mysterieus verleden. Hun lijnen getuigen van menselijke gratie, gehouwen in graniet. Die Romeinen mogen dan rare jongens zijn geweest, ze hebben toch mooi maar de wegen in Galicië aangelegd. Met die erfenis doe ik zo’n tweeduizend jaar later mijn voordeel op de C550, langs het haventje van A Guarda vol kleurige huizen en bootjes. Noordwaarts beginnen de zandstranden, en daarmee ook in dit deel van Spanje het toerisme. Een paar jaar geleden dobberden er nog alleen vissersboten in de haven van Baiona. Nu liggen de luxejachten er zij aan zij onder de granieten kantelen en transen van het fort Montereal, thans een luxe Parador-hotel. Tussen het witte plastic steekt de bruine houten romp van La Pinta kleintjes af, de replica van een van Columbus’ schepen, die in 1493 hier aanmeerde om het grote nieuws van de ontdekking van Amerika te melden.Boven Baiona slingert de BMW over de kustweg die me langs de Rías Galegas brengt. Deze rías zijn oorspronkelijk valleien tussen de bergen, die de zee in bezit heeft genomen. Daardoor is er een soort fjordenkust ontstaan, met diepe inhammen die vanaf de prehistorie goed als havens dienst deden. Visvangst is in Galicië nog steeds een belangrijke bedrijfstak, te meer daar de kleine akkertjes in het binnenland niet voldoende opbrachten om alle monden te voeden. Zo verlieten vanaf de rías eeuwenlang Galiciërs hun vaderland, om elders een bestaan te zoeken.Deze streek is geknipt voor motortochten, nu eens langs de inhammen aan de kust, dan weer door het binnenland waar heuvels, bergen en stokoude eigendomsrechten het wegverloop bepalen. De weg gaat zo nu en dan over een hoog boven het water gespannen brug. Het uitzicht is dan geweldig, over bergen, zee, kustplaatsen en drijvende mossel- en oesterbanken.Padrón is vandaag de dag in heel Spanje bekend om de paprikaatjes die als tapas, gefrituurd in olijfolie en daarna bestrooid met grof zeezout, hier en daar voor een scherp accent op de tong zorgen. ‘Os pimientos de Padrón, algunos pican, otros non’ is een in Spanje bekend rijmpje wat zoveel wil zeggen: ‘De pepers van Padrón, sommige prikkelen en andere niet’. Ook prikkelend om te weten: onder het kerkaltaar van Padrón staat een kleine menhir. Daaraan meerde volgens de legende het schip aan waarmee het lijk van de apostel Santiago (Sint-Jacobus) uit Jeruzalem naar Galicië kwam, waar Jacobus bij leven en welzijn had gepreekt. Nadat deze voorvechter voor Christelijke waarden en belangen door de moslimmannen in Palestina was onthoofd, werd zijn lichaam door goddelijke Voorzienigheid in een stenen schip gevlijd dat daarna op eigen kracht voer naar de kust van Galicië. In de negende eeuw werd het lichaam van de heilige Santiago ontdekt door een godvruchtige kluizenaar genaamd Paio, die een sterrenspoor in de hemel volgde. Op het sterrenveld verrees een kapel, daarna een kerk en uiteindelijk de kathedraal waar miljoenen pelgrims heen trokken: Santiago de Compostela. Maar hoewel deze plaats vlakbij ligt, rij ik eerst nog verder langs de kust, die al leger en ruiger wordt. Op naar het rij het einde van de wereld. Dat betekent Finisterre tenminste in het Latijn. Cabo Finisterre is de meest westelijke punt van Spanje. Dit was het einde van de wereld voor Europeanen, totdat La Pinta in 1493 de haven van Baiona binnenvoer met het nieuws dat zich achter deze meest westelijke punt van Spanje niet de plaats bevond waar volgens Griekse kolonisten elke avond de zon stierf, en volgens Middeleeuws geloof het rijk van de Christelijke God ophield te bestaan. Ik rij hier over een deel van de Kust van de Dood, Costa de la Muerta, waar de zon elke dag in zee zinkt en in afgelopen eeuwen vele schepen vergingen. Een fijne plek kortom, om lekker aan land te blijven en vanuit het motorzadel het standbeeld te bekijken, de bootjes op het droge, de wandelaars en de golven van de oceaan die op de granieten kust beuken. Nadat ik de spetters zeewater van mijn vizier heb gewist draai ik de BMW wederom richting binnenland. Voor de wandelaars in vrijetijdskleding die ik langs de weg zie is Finisterre een bonus bij hun wandeltocht naar Santiago de Compostela. Nadat ze het hoofddoel van hun pelgrimage hebben bereikt, lopen ze voor het gemak nog even door naar Kaap Eind van de Wereld. Voor mij is het andersom: frank en vrij op de motorfiets kan ik naar believen mijn route bepalen en variëren. Zo kom ik eerst langs de kust, om dan pas het einddoel Santiago de Compostela aan te doen. Waar de zon in zee stierf, eindigde ook het sterrenspoor van de Melkweg dat Paio volgde om in 813 het graf van de heilige Santiago te vinden. Campus stellae, Latijn voor sterreveld, verbasterd tot Compostela, met Santiago ervoor geplakt ontstond hier de belangrijkste bedevaartsplaats in Europa.De kathedraal waarin zijn gebeente een laatste rustplaats kreeg staat aan het plein Praza do Obradoiro, van het werkwoord obrar (werken). Want hier werd al het graniet gekapt dat tot op heden de gratie van de rond het plein staande gebouwen bepaalt. De kathedraal, het Raxoy paleis, het klooster van San Jerónimo en het Hospital de los Reyes Catholicos- het oudste hotel ter wereld. Waarachtig een unieke en inspirerende plek om inrijborden en patrouillerende politieagenten voor te negeren. Om in het motorzadel de tocht te volbrengen.Kerken zijn in mijn persoonlijke optiek alleen geschikt om omheen te rijden, maar deze kathedraal laat toch rillingen tussen mijn kruin en stuitje heen en weer rennen. Niet alleen de imposante architectuur van de gebouwen rond het plein Plaza de Obroidoro maakt indruk. Maar ook de wetenschap dat door de eeuwen heen miljoenen pelgrims uit alle hoeken van de Christelijke wereld naar dit bedevaartsoord trokken, maakt de nodige emoties los. Daar sta ik dan, achteraansluitend in een lange rij die zich door de eeuwen heen over stoffige paden dwars door heel Europa slingerde, voor het eindpunt van talloze reizen die hier allemaal hun einde en hoogtepunt vonden. Santiago de Compostela is beslist een van de hoogtepunten van Galicië. Een land waar natuur en mensen weerbarstige lijnen in beitelden, echter ook met een heel eigen gratie.Santiago is eveneens het eindpunt van mijn motorreis. Ik lever mijn in Madrid gehuurde motor namelijk in bij de lokale BMW-dealer, te vinden aan een van de snelwegen die tegenwoordig Santiago de Compostela met de rest van Europa verbindt. Vanaf hier vlieg ik terug naar Nederland. Vanaf hier begint het fantaseren over al die ritten door de binnenlanden en langs kusten van Galicië, die ik ooit nog wil gaan maken.[[infokasten]]INFOGalicië is een van de zeventien autonome regio’s van Spanje, verdeeld in de provincies Pontevedra, A Coruña, Lugo en Ourense . De regio beslaat zo’n 30.000 vierkante kilometer en heeft een kustlijn van ongeveer 1300 kilometer. Er wonen bijna drie miljoen mensen in Galicië, het merendeel in de kuststreek. De belangrijkste economische activiteiten zijn visvangst, visverwerking, kleinschalige landbouw, enig toerisme en bosbouw. Grote delen van de streek zijn met bos bedekt.De Galicische regering zetelt in Santiago de Compostela. Dat is een historische, maar ook levendige stad met ongeveer 100.000 inwoners waaronder veel studenten. De vele pelgrims die dagelijks naar het Prazo do Obradoiro trekken voegen daar een eigen accent aan toe. Zo hangt er in de eeuwenoude straten van Santiago de Compostela een unieke sfeer, die niets met plat massatoerisme of bekrompen provincialisme heeft te maken.DE GEOGRAFIEGalicië grenst in het zuiden aan Portugal, in het westen aan de Atlantische Oceaan, in het noorden aan de Golf van Biskaje en in het oosten aan de Spaanse regio’s Asturië en Castilië-Leon.In het oosten liggen de hoogste bergen, waar rivieren ontspringen die zich bruisend een weg naar de kust banen, zoals door de prachtige vallei van de Sil.HET MOTORWEEREen regenpak of waterdicht motorpak is beslist aan te raden op een motorreis door Galicië. Soms regent het er namelijk dagen achtereen (het is er niet voor niets zo mooi groen!) en hangen er geheimzinnige nevels tussen het grijze graniet. Maar soms waait de wind de hemel meteen weer droog en blijft de regen tot een klein plensbuitje beperkt, wat plaatselijk naar het koosnaampje ‘Orvallo’ luistert.DE TAALDe Galicische taal (Galego) lijkt net als het Catalaans wel op het officiële Spaans (Castellano) maar laat dat Galiciërs niet horen (Catalanen trouwens ook niet). Galego ligt voor ons gehoor een beetje tussen Castellaans en Portugees in, die laatste taal. Galicië is in tegenstelling tot een groot deel Spanje nooit door de Moren bezet geweest. Islamitische invloeden zijn er dan ook gering. De tradities gaan lijnrecht terug op dezelfde Keltische oorsprong als in Bretagne, Ierland of Schotland. Vandaar de snerpende tonen uit een doedelzak tussen het graniet van Santiago de Compostela, of op een volksfeest in een willekeurig dorp in het binnenland. HET GRANIETGaliciërs heten somber en hardhoofdig te zijn, eigenschappen die zich spiegelen aan het weerbarstige graniet dat ze gebruikten als bouwmateriaal en waarop ze hun karige boterham probeerden te verdienen. Platen granieten staan vaak rond de erven en de stukken land die met elke generatie kleiner werden door de gewoonte het ouderlijk grondbezit over alle kinderen te verdelen. Van graniet zijn de landhuizen, de kerken, de kathedralen, de straten en vaak zelfs nog de banken en tafels buiten de authentiek Galicische herbergen. Van lichtzinnige troep moeten Galiciërs niks hebben: de dichtstbijzijnde Ikea staat bij Porto. In Portugal dus.DE REISWij vlogen met Iberia naar Madrid, om daar een motor te huren, die we dus in Santiago de Compostela weer inleverden. Vanaf Schiphol zijn er dagelijks vijf vluchten naar Madrid. En vanuit Galicië kun je met Iberia van Vigo, La Coruña en Santiago de Compostela weer naar Madrid vliegen. Voor informatie en boekingen kun je bellen met Iberia’s Call Center in Nederland: 0900-777 77 17 (€ 0,10 per minuut) of via www.iberia.com.Onze huurmotor kwam van Iberian Moto Tours (IMT). Je kunt ook bij hen terecht voor georganiseerde reizen door Spanje. Ze hebben in vele grotere plaatsen een vesting waar je de huurmotor kunt ophalen of retourneren. Het hoofdkantoor zit in Madrid, aan de Calle Chapineria 6-B, Pol. Ind. Venterro del Cano, 28925 Madrid. Tel: +34 91-591 34 82, of email : info@iberianmt.com. Meer info over de motorhuur vind je op www.IMTBike.com of www.BMWMOTOrental.com.INFORMATIEToeristische informatie over Spanje en Galicië:Spaans VerkeersbureauLaan van Meerdervoort 8ANL-2517AJ Den HaagTel. +31 (0)70 346 59 00infolahaya@tourspain.eswww.spain.info/nl