Column Maarten Siffels MP 15-2008
In onze logeerkamer staat een monumentale kapstok, geheel volgehangen met mijn motorspullen. Heb ik die dan allemaal nodig? Ja, daar kan ik niks van missen. Sterker nog, het is niet eens genoeg. Laten we de ideale uitrusting voor de sportieve (toer-) rijder maar eens doornemen. 1. Het pak. Of beter gezegd: de pakken! Ten eerste is er natuurlijk het leren pak. Afhankelijk van gebruik en lenigheid één- of tweedelig. Doe je veel op het circuit, ga dan voor eendelig. Zit je tussendoor vooral op het terras en zie je er ook zo uit, neem dan een tweedeler. Bij het leer hoort een regenoverall. Onzinnig ding, want voordat je je er in geworsteld hebt, ben je drijfnat van het zweet. Daarna, tijdens het rijden, word je nog eens extra nat van de condens. Dus voor natte omstandigheden liever een pak met Goretex of een ander membraan. Voor de zomer een dunne versie en voor de winter de Michelin-mannetjes-variant. Onder het motto: het gaat er niet om hóe je er uit ziet, het gaat er om dat je warm blijft.2. De helm. Ja, daar kom je ook niet met eentje weg. Voor normaal gebruik raad ik een klaphelm aan. De bescherming van een integraal en toch de mogelijkheid om een menselijk gezicht te tonen als je GPS stuk is en je de weg moet vragen. Of om even van de frisse wind op je gezicht te genieten. Niet te lang, want dan had je net zo goed een open helm kunnen kopen en die raad ik sinds mijn laatste val af. Als je toen zag hoe de voorkant van mijn helm er uit zag… En dan bedenkt: “daar zat mijn neus”. Brrr… Voor sportief gebruik komt alleen een echte integraal in aanmerking. Ik heb sinds kort een fraaie Shoei, door Toni Elias zelf beschilderd. Denk ik. Gezien zijn resultaten dit seizoen krijgt hij daar waarschijnlijk volgend jaar veel tijd voor. Maar aan de helm kan het niet liggen. Zet hem op, Toni!3. De laarzen. Onder mijn kapstok staat een paar BMW-laarzen die er uit zien alsof ze dienst gedaan hebben bij de maanlanding in 1969. Maar nog altijd waterdicht én er kunnen dikke sokken in, samen met elektrisch verwarmde zooltjes. Perfect voor temperaturen onder de vijf graden. Daarnaast zijn voor de rest van het jaar waterdichte sportieve laarzen handig. Kun je overal mee terecht, passen bij al je pakken (zie boven) en je kunt met droge voeten doorrijden als het gaat regenen. 4. De handschoenen. Heb ik een doos vol van. Handschoenen vallen onder het hoofdstuk impulsaankopen. De helft van de doos is dan ook maar kort gebruikt. Dat heb je met een impuls, daar wordt slecht over nagedacht. Wat over blijft vult trouwens toch nog een klein doosje. Ik kom tot vier paar. Een paar goede sporthandschoenen, ruim voorzien van protectie en met lange kappen over de mouwen. Een paar off the road handschoenen, voor heel warme dagen, als je het liefst alles zou willen uittrekken. Een paar waterdichte winterhandschoenen, waar mijn verwarmde onderhandschoentjes (familie van de zooltjes) onder passen. Een paar waterdichte tussendoorhandschoenen. Die draag ik eigenlijk nog het meest. Ze geven meer warmte dan de sporthandschoenen en meer gevoel van de winterhandschoenen. O ja, ze moeten wel in de mouwen van het pak kunnen. Anders heeft al dat waterdicht zijn geen enkel nut. Loopt de regen alsnog vanuit je mouwen zo in je handschoenen. 5. Divers klein grut. Daaronder vallen helmmutsen, kragen (een grote, een kleine) en een paar van die rekbare buffs. Omdat ik door hooikoorts nog wel eens onder mijn helm moet niezen, ben ik van de helmmuts afgestapt. Nog een voordeel van de klaphelm. Als je hem op tijd open krijgt, tenminste. Erg onmisbaar zijn oordoppen op maat. En dan niet krenterig doen, maar eens in de paar jaar nieuwe laten aanmeten. Oren blijven namelijk groeien en de gehoorgang ook. Heeft iedereen last van. Soms komen er ook haren op. Is helemaal niet erg. Je kapper wil ze graag discreet verwijderen.6. De aanbouw. Want met deze verzameling motorspullen heb je natuurlijk niet genoeg aan een simpele kapstok. Dit vraagt om een tweede hypotheek om daarmee de extra kamer, serre of garage te financieren. Die garage komt toch wel van pas. Ideaal gezien beschikt elke motorrijder namelijk over minimaal drie motorfietsen. En je hebt die extra ruimte echt nodig om verwarmd te sleutelen of te poetsen. Ach, het zijn simpele wensen. Dat zou zo’n vrouw/man/partner toch moeten begrijpen!Maarten Siffels