+ Plus

Mito-Transalp van Peter van Lit

Ze worden steeds zeldzamer; die ongecompliceerde no-nonsense types van ‘wat mijn ogen zien, kunnen mijn handen maken’. Maar Peter van Lith is er nog zo een, selfmade bovendien. Toen hij een dikke tien jaar terug een racende Duitser in het zadel van een Cagiva Mito met een Suzuki VX800-blok voorbij zag razen, begonnen zijn handen direct te jeuken. Een decennium later hebben zijn handen afgerond wat zijn ogen destijds registreerden: een kleine Italiaan met een groot Japans hart, in dit geval dat van een Honda Transalp 650.Het beeld bij aankomst is veelzeggend. Peter van Lit heeft zijn voordeur nog nauwelijks geopend, of de buurman schiet hem al aan. Of Peter vanmiddag even tijd heeft om naar zijn auto te kijken. ‘’Hij maakt zo’n raar geluid, vandaar.’’ Maar vanmiddag wordt lastig. ‘’Misschien dat ik morgen tussendoor nog een uurtje over heb’’, lacht van Lit zijn buurman toe, onderwijl mijn hand schuddend. Duidelijk een hand die weet hoe je gereedschap moet vasthouden en een hand ook die dat nog met grote regelmaat doet. Want Van Lit mag dan wel een gepensioneerd ANWB-keurmeester zijn, stil zitten doet de 68-jarige Brabander allerminst. Hij heeft net zijn huis helemaal opgeknapt, springt nog geregeld bij in de werkplaats van een lokale motorzaak en ook de buurt spint garen bij zijn aanwezigheid. Van Lit zelf zou het misschien niet met zo veel woorden zeggen, maar het houdt zijn lichaam en geest duidelijk fris. Zijn sprankelende oogopslag, gesoigneerde snorretje en de energieke tred, waarmee hij me voor gaat, spreken wat dat betreft boekdelen. Dat Van Lit nog jong van geest is, blijkt na een stap over de drempel. Bijna alles in de woning van de zestiger ademt motoren, sportieve motoren welteverstaan. De vele schaalmodellen, boeken en een heel arsenaal aan petjes doen eerder denken aan een joviale student, dan aan iemand die in de herfst van zijn leven is. Maar bij Van Lit schijnt de zomerzon nog volop, vooral in zijn garage. Ook hier is de sfeer uitgesproken sportief. De geur van Castrol raceolie is bij wijze van spreke nog tastbaar. Oude helmen, raceposters en kasten vol onderdelen en gereedschap. Aan zijn tevreden blik te zien duidelijk een ruimte waar Van Lit graag verpoost. Om, zoals hij het zelf omschrijft, ‘lekker te knoeien’. Uiteraard aan de Mito, maar ook aan zijn andere motoren. Geen lekker gemakkelijk ‘recht-op-toerspul’, maar een snelle Aprilia RSV mille en een dikke Husky enduro, waarmee hij nog regelmatig in een Brabants bos te keer gaat. Dat die enduro er nog staat is niet zo vreemd, want zijn eerste schreden op het motorpad zette Van Lit op een zandpad. ‘’Ik moet een jaar of dertien zijn geweest’’, graaft Van Lit in zijn geheugen. ‘’Mijn vader deed aan Motoball (voetbal met motoren, JH) en had een Sachsje waar ik stiekem mee door de bossen reed.’’ Het illegaal rijden met de Sachs werd al snel legaal het zand in met een echt crossertje en op zijn achttiende was Van Lit de trotse eigenaar van een 200 cc Sparta. ‘’Daar heb ik zelf een ander frame voor gemaakt. Ik crosste met dat ding en reed er mee op de weg. Zaterdag in ‘t zand, daarna de wielen wisselen en op zondagavond weer naar de kazerne waar ik toen gelegerd was.’’Het zelf maken van een frame was Van Lit klaarblijkelijk goed bevallen, want ook zijn drie kinderen doken het zand in met een frame van pa Van Lit. Emplooi vond de Brabander evenwel niet in de motorwereld. ‘’Tja, ik koos uiteindelijk voor het autovak’’, klinkt het bijna verontschuldigend. ‘’De motorhandel was destijds erg slap. Maar ik heb motorbloed, en dan pik je ook die techniek snel op. Ik heb zo door hoe iets zit. Dat zit in mijn vingers. Zet hier een motor neer en ik haal hem uit elkaar en zet hem ook weer netjes in elkaar. Ik kan aan de buitenkant zien wat er binnen in zit. Vormen, bulten, inkepingen, ik zit er niet vaak naast.’’ Zo ging het ook met de Mito, die Van Lit net in zijn definitieve kleurstelling heeft laten spuiten, de Italiaanse tricolore met een subtiel wapperend Japans vlaggetje ter hoogte van het blok. ‘’Ik had die Duitser zien racen met zijn dikke Mito en wist het meteen zeker: dat kan ik ook maken. Ik ga een Mito kopen en ik tik ergens een blok op de kop’’, vertelt Van Lit. ‘’Maar ja, naast het idee had ik natuurlijk nog helemaal niets. Ik moest alles nog aanschaffen, waarbij mijn voorkeur in eerste instantie uitging naar een Cagiva Mito, maar ook een Aprilia RS125 was een optie. Die RS viel al snel weer af, omdat die een dwarsbalk tussen de beide zijden van het frame heeft. De ruimte voor een ander blok is daardoor zeer beperkt.’’ Een Mito moest het dus worden, maar het vinden daarvan was nog niet zo makkelijk. ‘’Ik wilde perse het Evo-type, want ik wilde populair gezegd een mini Ducati 916 maken’’, blikt van Lit met een grijns terug. ‘’Mito’s met ronde koplampjes waren er genoeg, maar naar een mooie Evo moest je echt zoeken. Ik vond er uiteindelijk een helemaal onderin België. Die man had al een mogelijke koper die een dag later zou komen kijken. Ik ben er dus meteen heen gereden en kwam midden in de nacht terug, een Mito rijker.’’ Het 125 cc-tweetaktblok van de Mito ging een week of twee later weer retour naar België, waarna Van Lit serieus werk kon gaan maken van zijn bijzondere harttransplantatie, die door het ‘tussen-de-bedrijven-door-karakter’ maar liefst tien jaar in beslag zou nemen. ‘’Het Transalp-blok dat ik had gekocht, paste nagenoeg precies. Er moesten alleen een paar motorsteunen worden vervangen door eigen gemaakte exemplaren en andere zijn verlengd met vulbussen. Alleen voor de luchtfilterkast was geen plek meer. Daar zitten nu twee losse filters, die er wel lekker stoer uitzien.’’ Toch gaf de Mito zich niet helemaal zonder slag of stoot over aan de Japanse inmenging. Van Lit: ‘’Het voortandwiel van het Transalp-blok zit een stuk lager dan bij het Mito-blok, dus moest de kettinglijn worden aangepast. Op de swingarm heb ik daarom een speciale kettinggeleider gemaakt en om het achtertandwiel in lijn te krijgen heb ik er een dikke opvulring achter gemonteerd.’’Ook de koeling van de V-twin zorgde aanvankelijk voor een probleem. ‘’Ik wilde erg graag de originele koelers behouden, maar daar was geen plek voor’’, vervolgt Van Lit, terwijl hij uit een volgepakte stellingkast een rechthoekig blok hout opduikt. ‘’Kijk, toen heb ik deze houten mal gemaakt en daarmee ben ik op pad gegaan. Op een sloperij vond ik uiteindelijk twee verwarmingskoelers uit een autodashboard. Vreemd misschien, maar ze pasten precies aan beide kanten van het blok. Ik heb alleen de openingen in de kuip iets groter moeten maken en ook onderaan is de stroomlijn iets breder. Maar voor de rest is de kuip nog helemaal standaard, ook de bevestigingspunten.’’De beide uitlaatdempers vond Van Lit ook op de sloop en kregen voor een vriendenprijsje een tweede leven op zijn Mito. De uitlaatbochten zijn van eigen hand, in een weekje gemaakt. De pijpdelen komen van het spaghettispruitstuk van Alfa Romeo 146. Ook voor de benzinetank moest Van Lit op pad, want de originele paste door de nieuwe luchtfilters niet meer. Het werd een tank van een oud model Honda CBR600, die een plek in het kontje van de Mito kreeg. Hier zit ook de CDI-unit, die dus eveneens naar achteren moest worden verlegd. Die elektronica zorgde wel voor wat hoofdbrekens. Van Lit, krabbend achter zijn oor: ‘’Dat is nog een enorme puzzel geweest. Beide elektrische systemen heb ik in elkaar moeten vervlechten en dan ontdek je vanzelf dat Italianen het weer net even anders doen dan Japanners. De dodemansknop bijvoorbeeld. Dat is op de Mito standaard een massaverbinding, maar op de Transalp is het precies andersom, een doorverbinding dus. De toerenteller van de Mito reageerde ook niet op de impulsen van het Transalp-blok, waardoor ik uiteindelijk de toerenteller van de Honda heb moeten gebruiken. Jammer voor de eenheid in het dashboard, maar het werkt nu wel.’’En dan zit het er op. Tien jaar klussen, knoeien en creatieve oplossingen bedenken. Het logboek dat Van Lit van de Italiaans-Japanse harttransplantatie bijhield is vol. Achter het woord ‘spuitwerk’ staat een dikke punt, de laatste in het handgeschreven boekje. ‘’En het is goed zo’’, vindt Van Lit. Het is af. Hij is netjes gespoten en de techniek is helemaal voor elkaar.’’ Van Lit koestert zijn bijzondere Mito, maar hij is er de man niet naar om de ranke Italiaan met het Japanse hart als een veredelde etalagepop in zijn garage te stallen. Van Lit: ‘’Nee, ik heb hem gemaakt om mee te rijden en dat doe ik dan ook, het liefst op een circuit. Echt snel ben ik natuurlijk niet, maar door het lage gewicht van mijn Mito kan ik het de snelle 600’s en 1000’s nog flink lastig maken als het op remmen en bochtsnelheid aankomt.’’ Voor komend jaar staan er al weer wat dagjes gepland op Francorchamps en Folembray. 69 is ‘ie dan. Het houdt lichaam en geest waarschijnlijk jong, al zal Van Lit dat niet met zo veel woorden zeggen. [Bilder + Unterschriften][Opener: Ettenleur_10, vier Spalten mit Fliesstext auf Openerspread. Wenn es moglich ist die Fahne retouchieren, Kein Unterschrift][Dritter Seite][Ettenleur_11]Ook al is de Mito-Transalp klaar, al het onderhoud doet Van Lit zelf.[Ettenleur_13]Met een houten mal ging Van Lit op stap om passende radiateurs te vinden. [Ettenleur_18, unter an die Seite, kein Unterschrift]

Lees meer over

Ducati Honda Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...
Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...