Motornieuws 2022 – Ducati Panigale V4/S
Was er iemand bang dat Ducati’s Panigale V4 komend jaar niet meer in de prijslijst zou staan vanwege Euro-norm perikelen? Tuurlijk niet, en de enkeling die toch licht twijfelde kan vannacht met een gerust hart z’n oogjes dicht doen, want ziehier de 2022 superbike uit Bologna. Met Euro5 en nog tal van andere aanpassingen!
Hoe je een sportieve tweewieler op poten moet zetten, hoef je de rode brigade uit Bologna niet uit te leggen. Hoe je aanstekelijk mooie machinerie moet ontwerpen ook niet. De Panigale V4 is daarvan een lichtend voorbeeld. Die windt al sinds zijn introductie in 2018 iedere sportadept om de elegante vingertjes met zijn enerzijds bijzondere fraaie, ronduit elegante lijnen en anderzijds likkebaardend lekkere technische snufjes. Wat betreft dat laatste is er een absolute glansrol weggelegd voor de 1.103 cc grote Desmosedici Stradale V4 met contra-roterende krukas met 70° verzette kruktappen, die door de unieke vonkintervallen met de twee hele korte en twee lange pauzes (90°-200°-90°-340°) klinkt en voelt als een V-twin. Een beresterke krachtpatser, die evenwel nog in het Euro4-tijdperk bivakkeerde.
Het slechten van de Euro5-barrière leek vooral een papieren aangelegenheid, naast aangepaste mappings kreeg het blok namelijk enkel einddempers met grotere uitlaatopeningen, evenals een geoptimaliseerd oliecircuit met een nu lichtere oliepomp. Relatief kleine ingrepen kortom, die in ieder geval geen negatieve invloed op de prestaties hebben gehad. Sterker nog, de V4 kreeg er zelf anderhalve pk bij (vermogen nu 215,5 pk bij 13.000 tpm), terwijl het koppel nagenoeg gelijk blijft met 123,6 Nm bij 9.500 tpm, alleen wel vijfhonderd toeren eerder wordt vrijgegegeven. Middels de optionele, niet gehomologeerde titanium Akrapovic raceuitlaat zijn de prestaties overigens nog op te krikken naar 228 pk en 131 Nm koppel, terwijl je tegelijkertijd ook vijf kilo van het gewicht afsnoept. Daarmee is het blok nog niet helemaal behandeld, de versnellingsbak werd namelijk ook aangepast. Meer specifiek de ratio’s van de eerste, tweede en zesde versnelling, die respectievelijk 11%, 5,6% en 1,8% langer zijn geworden.
Een eerste blik op de Italiaanse racer leert dat er op designgebied slechts heel licht geschaafd. Zo kreeg de V4 naast zwarte graphics voor een meer agressieve uitstraling, ook een iets anders gevormde tank die meer grip biedt in de remfase (en ook één liter meer brandstof wegslikt). Ook zijn de ‘double profile’ winglets nu wat compacter vormgegeven, al genereren ze volgens Ducati nog altijd 37 kilo neerwaartse druk bij 300 km/uur. Dat laatste geeft wel aan dat het bij de Italianen niet alleen maar om vorm draait, maar ook functie. Getuige ook de kleine opening linksonder in de kuip, voor een optimale temperatuurregeling van de quickshifter-sensor.
Verder kreeg de Panigale nog een nieuw zadel, die in het geval van de wat rijker aangeklede S-versie in two-tone is uitgevoerd. Die krijgt trouwens ook de beschikking over een nieuwe, elektronisch geregelde voorvork met een 5 millimeter langere veerweg. De huidige S is nog uitgerust met een NIX30 van Öhlins, de nieuwe krijgt echter de beschikking over een Öhlins NPX 25/30-versie waar links de ingaande en rechts de uitgaande demping wordt geregeld. Aan de vering van de basisversie, een Showa BPF voorvork en Sachs schokdemper (beide volledig instelbaar), is niets gewijzigd. Wel is nu bij beide Panigales de swingarm vier millimeter hoger gelagerd, dit met name voor meer anti-squat werking. Dat zorgt ervoor dat de motor meer zijn oorspronkelijke geometrie behoudt bij het uitaccelereren, zorgt kortom voor meer rust en een betere controle.
Blijft over het hoofdstukje elektronica, dat niet geheel onverwacht behoorlijk uitgebreid is. Was het immers ook al. Alle bekende, deels hellingshoekafhankelijke systemen zijn weer aan boord, zoals ABS, tractiecontrole, verschillende rijmodi, slide-control, powermodes, wheelie-control, instelbare motorrem, launch-control en een up/down quickshifter. Het pakket is uiteraard her en der aangescherpt, zo is bijvoorbeeld de powermode ‘Full’ nu de meest sportieve ooit. Enkel in de eerste versnelling is het vermogen beknot, in alle andere versnellingen kun je het volle potentieel van de V4 mobiliseren. In de Low-modus is het vermogen trouwens tot 150 pk afgeknepen, in combinatie met een meer soepele gasrespons. Daarnaast is ook het aantal rijmodi uitgebreid. Nog altijd is er de keuze tussen Race, Sport en Street, elk met passende settings van de hulpsystemen. Echter is de Race-modus nu opgedeeld in Race A en Race B, waarbij de laatste een iets mildere circuitvariant betreft.
Benieuwd naar hoe Ducati’s jongste volbloed rijdt? Hou dan MotoPlus 24/2021 in de gaten, komende week gaan we er namelijk al mee rijden!