Toeren East Anglia
Temidden van stofwolken en opspattende kluiten stuift het monster voorbij met een machtig motorgebrul en een blauwzwarte uitlaatwalm. De toeschouwers juichen in bewondering, om vervolgens een veilig heenkomen te zoeken voor de naderende stofwolk achter de Russische T55-tank.Nee, het is geen militaire oefening, hier bij Weyborne aan de noordkust van Norfolk. We zijn gewoon getuige van de wekelijkse demonstratie van de Muckleburgh Collection, het grootste privémuseum van oorlogstuig in heel Engeland. Van de 120 tanks zijn er nog zestien rijklaar en elke zondagmiddag laat ‘Muckleburgh’ zien dat het een levend museum is.Overigens horen we tot ons verdriet nu pas dat je voor 120 euro zelf één van die kolossen kunt besturen, maar dan moet je het wel van tevoren hebben gereserveerd… Want wat is er nu mooier om, over een tankbaan te rossen met een veelvoud aan FJR-pk’s onder je gat? Dat staat nu al bovenaan onze lijst voor het volgende bezoek aan dit museum!Naast Sherman tanks, Britse Chieftains and Centurions, heeft het museum materieel tot uit Israel en Syrie toe. Hier en daar aangevuld met oorlogsbuit uit de Falkland-oorlog en Irak. Het museum blijkt ook tanks te hebben geleverd voor populaire televisieseries, zoals Allo, Allo en Band of Brothers. Voor de deur staan onder meer een uitgevlogen Harrier straaljager en een antieke Gloster Meteor.Vrijdagmorgen in alle vroegte ronken we in Harwich de catacomben van de Stena Brittannica veerboot uit, voor een lang weekend East-Anglia. Hoewel er tegenwoordig bij de paspoortcontrole borden hangen dat je je helm moet afdoen, doen we net of we gek zijn. Voor de douanier achter het loket hoeft het kennelijk ook niet en we mogen zo doorrijden.Via de onaantrekkelijke A120 gaan we westwaarts, om er bij de eerste rotonde bij Ramsey snel weer af te gaan. Door het landelijk gebied, langs het brede estuarium van de rivier de Stour, slingeren we op ons gemak naar Manningtree. Vanaf een bankje aan de boulevard genieten we daar van een weids uitzicht over water en slik, als waren we in Zeeland. Het opkomende getij drijft foeragerende slikvogels naar de oever. We herkennen grutto’s, met hun lange poten en snavels, op tussenstop van hun broedgebied in IJsland naar hun winterkwartier in Afrika.Vanaf Ipswich moeten we even doorbijten over de A14 en de A12, voordat we bij Woodbridge de juiste toerwegen vinden. Door bos en heide kachelen we naar het dromerige kustplaatsje Orford. Vooral op de smalle holle wegen is het opletten, omdat er nogal eens uitgespoeld zand en fijn grind op de weg ligt.Orford lag in de Middeleeuwen echt aan zee en was toen een drukke handelsplaats. Het indrukwekkende Normandische kasteel is er waarschijnlijk niet voor niets gebouwd. De natuur stak sindsdien echter een spaak in het wiel, en de altijd bewegende modder- en grindbanken hebben de kustlijn de afgelopen eeuwen zeker een kilometer zeewaarts verplaatst. Vreemde gebouwen – in de verte pal aan zee – herinneren aan geheim radaronderzoek in de Tweede Wereldoorlog.Bij Snape vinden we een gigantisch brouwerijcomplex uit de Victoriaanse tijd. Een deel is gerestaureerd, en huisvest nu een grote concertzaal, horeca en winkels. Maar zeker de helft is nog in oorspronkelijke staat. Verweerde baksteen, gietijzeren muurankers en muren vol varens, in combinatie met doorgeroeste ijzeren balken en halfingestorte houten loopbruggetjes maken Snape Maltings de ideale film-set. Het ruikt er zelfs naar ‘oud gebouw’Aldeburgh is net zo’n mooi oud kustplaatsje als Orford, maar ligt wel pal aan zee. Bij gebrek aan een haven trekken hier oude rupstractors en roestige lieren de vissersbootjes het kiezelstrand op. Rond rommelige schuurtjes liggen netten en kisten van vrijwel alle Nederlandse visveilingen hoog opgetast. De vissers moeten het hier vooral hebben van Noordzeekrab, die voor goed geld direct aan hotels wordt verkocht. Met behulp van slechts een lepel maken visser Dean Fryer en z’n maat juist een verse portie krab verkoopklaar.Aan de zuidkant van Aldeburgh ligt een Martello-toren, een compact fort dat in het begin van de negentiende eeuw is gebouwd om de verwachte invasie van Napoleon het hoofd te bieden. Het is onderdeel van een keten van tientallen exemplaren. Veel zijn er vervallen, maar sommige zijn verbouwd tot woonhuis. Thorpeness, even verderop, is een beetje een vreemde eend in de bijt. Het is amper een eeuw geleden gesticht als vakantienederzetting. Het piepjonge dorpje heeft echter al wel zijn eigen publiekstrekkers. Naast een fraaie witte windmolen vinden we een huis bovenop een zes verdiepingen hoge staak. Het ‘huis-in-de-wolken’ en de molen hebben direct met elkaar te maken, legt de molenaar uit. De molen pompte ooit grondwater op naar de ijzeren watertoren, die zo lelijk was dat hij maar werd gecamoufleerd als huis! Aan de kust bij Leiston ligt een bezienswaardigheid van een geheel andere orde: de twee kerncentrales van Sizewell. Het cafe aan het einde van de strandweg ligt vrijwel in de schaduw van de oude afgedankte centrale, een lelijke betonnen doos. Ernaast ligt de nieuwe, een blinkend witte koepel op een blauw gebouw. Beide kolossen bepalen het beeld tot in de wijde omtrek. De binnenwegen voeren ons door glooiende velden, met boomgroepen en monumentale eiken. Het nazomerzonnetje voelt warm op onze rug. Hier en daar zien we bescheiden bunkertjes, die waarschijnlijk weinig hadden betekend als de Duitsers hun invasieplannen voor Engeland hadden doorgezet. Southwold, met zijn vertederend piertje, geldt als een typische Engelse familiebadplaats. Het zijn nu vooral ouderen die hun klapstoel opzetten op het strand, om vervolgens volledig gekleed te gaan zitten zonnen. Op een terras gaan we ons te buiten aan een kop thee – op z’n Engels uiteraard, met melk – en een bord fish-and-chips. Ter weerszijden van de pier ligt een lange rij vrolijk gekleurde strandhutjes, die ’s zomers als vakantiehuisje dienst doen.Omdat er hier vrijwel nergens een weg pal langs de kust loopt, zigzaggen we weer noordwaarts, om bij Covehithe – in the middle of nowhere – de ruine van een abdij te vinden. Er liggen er nogal wat in Engeland. Ze stammen uit de zestiende eeuw, toen koning Henry VIII ruzie met de paus kreeg over een echtscheiding. Het liep zo uit de hand dat de koning de Rooms-Katholieke Kerk in de ban deed, en zijn eigen staatskerk begon. Hij was kennelijk zo over de rooie dat hij de grote katholieke abdijen in puin liet beuken. Overigens blijken de gelovigen in de tussentijd van de nood weer een deugd te hebben gemaakt: tussen het beschermende skelet van de grote abdijkerk is weer een klein kerkje gebouwd. Net voorbij de abdij van Covehithe eindigt de zeeweg abrupt in een klif. Jaarlijks vreet de Noordzee zich ettelijke meters landinwaarts.Ondersteuningsvaartuigen van de offshore-industrie hebben tegenwoordig in de haven van Lowestoft de plaats ingenomen van de visserschepen. Terwijl we een kijkje nemen op de kade, komen bemanningsleden van de Anglian Earl nieuwsgierig een kijkje nemen bij onze motoren. En tot onze verbazing reageren ze uiterst welwillend als wij vragen of wij hun boot mogen zien.Een uur lang zijn we – voorzien van bouwvakkershelm – te gast bij kapitein Leo, die ons rondleidt over de brug met bedieningspanelen als van een kerncentrale. Dekmaat Andre laat ons alle andere hoeken van het schip zien, inclusief de machinekamer met twee bestelbusgrote diesels van elk zesduizend pk. De Anglian Earl – ooit gebouwd in Groningen – blijkt juist de helft van het gebroken containerschip Napoli te hebben versleept. De stranding, afgelopen winter voor de zuidkust van Engeland, haalde onder meer het nieuws vanwege de strandjutters die met splinternieuwe BMW R1200RT’s uit de aangespoelde containers aan de haal gingen.Door een grote verkeersopstopping vanwege een verkeersongeluk arriveren we pas tien minuten voor sluitingstijd bij het Motor Museum Caister Castle, net ten noorden van Great Yarmouth. Dat blijkt te laat, want de poort van de ‘grootste privecollectie motorvoertuigen in Groot-Brittannie’ is al dicht. Volgens de folder missen we onder meer de eerste auto, een Panhard & Levassor uit 1893, de eerste Ford Fiesta en de laatste Morris 1000. Maar er moeten ook motorfietsen staan. Nog wat voor onze lijst voor een volgende toer.Op het platteland ten oosten van Great Yarmouth blijken nogal wat windmolens te staan, vooral watermolens die het moerasland hier eeuwenlang hebben droog gehouden. Veel staan er vervallen bij, een enkele is gerestaureerd. ‘Yarmouth’ is een echte uitgaans- en vakantieplaats en lijkt wel een dependance van Las Vegas: de boulevard staat vol kolossale gokhallen met bijpassende gevelbrede knipperverlichting. In deze permanente kermisattracties zie je brave huisvaders aan flipperkasten rukken, fanatieke moeders in virtuele zwaardgevechten en tieners al vroeg over hun theewater raken. In een bizar contrast zien we ook bejaarden in bingohallen die braaf de afgeroepen nummertjes afstrepen.En passant is hier ook nog eens een ‘bikers meet’: honderden overwegend oudere jongeren in zwart leer, vieren hier het einde van de werkweek, temidden van veel chroom, pk’s en motorkabaal. De sfeer is echter gemoedelijk en er is dan ook geen politie te bekennen.Voorbij Yarmouth wordt het weer mooi onderweg. De A1159 voert ons aanvankelijk door een plat landschap met gras, sloten en koeien, dat soms verdacht veel op Nederland lijkt. Maar soms is de weg ook hol en onoverzichtelijk door zijn slingerwerk en heggen. Niet om over te sjezen, maar om op je gemak van de omgeving te genieten. Verderop knorren we langs stoppelvelden vol grote rollen geperst stro. Meidoorns vol rode bessen en verzamelende zwaluwen onderstrepen de naderende herfst. De tint van het licht begint ook al te veranderen.Hier en daar liggen ommuurde boerderijcomplexen, of een eenzame kerk. De fraaie vuurtoren op de hoogte bij Happisburgh staat in schril contrast tot de kamerbrede chaos die we erachter aantreffen. De rijzende zeespiegel blijkt jaarlijks een steeds grotere hap te nemen uit de zachte kliffen, ondanks een houten palenscherm, een stalen damwand en een rij rotsblokken. Zo’n 25 huizen zijn al over de rand getuimeld, evenals de betonnen lanceerhelling van de plaatselijke reddingsboot. Midden op het strand ligt een bunker ondersteboven. Het geheel oogt als een landingsstrand op D-Day…Net voorbij Cromer ligt Sheringham, ook een badplaats, maar dan met wat minder glitter en zonder pier. Sheringham’s sterke punt is echter zijn stoomtrein. Vanaf een authentiek stationnetje vertrekken stoomlocomotieven en antieke diesels naar het plaatsje Holt. De zestien kilometer lange retour – langs de kust en door bos en hei – is de tien pond volledig waard, vinden we.Vanaf Sheringham westwaarts voert onze toerroute ons over een glooiende helling, met rechts overwegend duinen en moeras, en erachter de zee. Links bovenons liggen goudgele stoppelvelden en verspreide boomgroepen. De dromerige dorpjes staan vol huizen van vuursteen dat hier van nature in de bodem voorkomt. Salthouse, Cley-next-the-Sea en Stiffkey zijn allemaal aantrekkelijke nederzettinkjes. Blakeney heeft een jachthaventje in het zoutmoeras, van waaruit je boottrips kunt maken om zeehonden te zien. En in Wells-next-the-Sea ontdekken we nog een historisch spoorlijntje.In Thornham vallen we met onze neus in de boter, als er juist een regionaal festival voor Morris-dansers van start gaat. Tientallen vrolijk uitgedoste mannen en vrouwen geven een uitgebreide demonstratie voor de plaatselijke pub. Onder harmonicamuziek en andere Koperen Ko-geluiden – en zwaaiend met witte zakdoeken, kransen en stokken – maken ze de meest potsierlijke capriolen. Deze typische Engelse traditie gaat zo ver terug in de tijd dat zelfs de Morris-dansers me niet de oorsprong ervan kunnen vertellen. “Sommigen denken dat het een vruchtbaarheidsritueel is…,” probeert een van hen.Badplaats Hunstanton oogt als een mini-Great Yarmouth met dito vermaak. Hoewel het ook een bekende ontmoetingsplaats voor motorrijders moet zijn, is er op deze zonnige zondag niet één te bekennen. Die zitten natuurlijk allemaal op de weg. Of op de Lavendelboerderij bij Heacham, zoals we even later ontdekken. Een deel van de parkeerplaats blijkt speciaal afgezet voor de ‘Vriendenclub van het Motormuseum’ van North-Walsham. Tussen de bonte verzameling van hypermodern tot uiterst klassiek tweewielig speelgoed, valt een antieke fiets op: een eeuwoude Sunbeam. Tijdens een praatje met de eigenaar ontdekken we dat we elkaar zes jaar geleden ook al eens hebben ontmoet bij het museum in Noordoost-Norfolk! Douglas – ooit vernoemd naar zijn vader’s motorfiets – was toen op zijn eigen antieke Douglas. “Die heb ik inmiddels verkocht, zegt’ie. “Want zo emotioneel gebonden ben ik nou ook weer niet.”Het koninklijk buitenhuis Sandringham ligt – helemaal volgens het boekje – verscholen in een groot bosrijk landgoed, met een schitterende parktuin en waterpartijen. Er zijn vandaag niet alleen veel pick-nick’ers. Volgens de koninklijke portier is er elders in het bos een jachtshow; er is zoveel geknal dat het wel oorlog lijkt. Het paleis – de Britse royals komen er maar een paar keer per jaar – hangt vol met steek- en slagwapens, vooral uit Azie. Veel van de tientallen verschillende jachtgeweren aan de muur – variërend van luchtbuks tot luchtafweerkanon – konden mee in de Koninklijke jachtauto; een in houtmotief gelakte 6-cilinder Daimler uit 1924. In de stallen vinden we ook de Koninklijke brandweerwagen met veel glimmend koper en de modelraceauto van prins Charles. Het elektrische karretje kon wel zestig halen, lezen we. Ook de jongere royals hebben er kennelijk nog in rondgescheurd.Na deze paleisexcursie vinden we de doorgaande A149 vol stapvoets weekendverkeer op weg naar huis. Onze gok voor een alternatieve route blijkt echter een gouden greep. Tien minuten later sjezen we over een vrijwel lege weg zuidwaarts. De B1153 is niet alleen stil, maar ook nog eens veel mooier, en vol fraai bochtenwerk. We gaan ‘like the clappers’ zoals de Engelsen zeggen!En dat geldt ook voor de A134 via Swaffham. In Thetford Forest moet je overigens beducht zijn voor overstekende herten. Vooral in het donker grazen die tot in de wegberm en het aantal aanvaringen met verkeer is legio. In Bury Saint Edmunds nemen we de A14 richting Ipswich, Harwich en de nachtboot. Het is verrassend hoeveel je van Engeland kunt zien in een lang weekend…INFOEast-Anglia, zoals de streek rond Norwich heet, ligt letterlijk om de hoek. Het is het stukje Engeland dat het dichtste bij Nederland ligt. Gewoon bij Hoek van Holland de Stena-Line-veerboot naar Harwich nemen (www.stenaline.com, tel: 0174-38 93 33). Als je de nachtboot pakt, vaar je om 22.00 uur weg uit Nederland, om de volgende ochtend vroeg (ca. 6.30 uur) in Engeland aan wal te gaan. Met nog één of twee overnachtingen ter plekke heb je een heerlijk lang weekend dichtbij huis, maar in een totaal andere wereld! Een wereld waar het weer trouwens vergelijkbaar is met dat in Nederland.INFORMATIE:Voor meer informatie kun je terecht bij het Brits Toeristenbureau, Stadhouderskade 2, 1054 ES Amsterdam, tel. 020-689 00 02 of www.visitbritain.com. Meer specifieke info over East Anglia vind je op www.visiteastofengland.com, of via tel. 0044 1284 727 470.Verdere nuttige internetadressen voor een toer door East-Anglia zijn: www.norfolklavender.co.uk; www.nnrailway.co.uk; www.muckleburgh.co.uk; www.classicmotor.co.uk; www.sandringhamestate.co.uk.ONDERDAKHet is niet moeilijk om in deze regio bed & breakfast-accommodaties (B&B’s) te vinden. En vooral in de grotere (kust-)plaatsen zijn er ook veel hotels. Maar vroeg boeken is wel aan te bevelen.GELDGroot-Brittannië is (nog) geen euroland en hanteert nog steeds het Britse pond, dat ongeveer 1,43 euro is. Dat wordt dus weer ouderwets omwisselen…VERKEERDat ze in Engeland links rijden, weet waarschijnlijk iedereen wel. Toch vraagt dit voor ons van het vasteland altijd even goed nadenken. Vooral wanneer je weer op pad gaat na een benzinestop of korte pauze (bijvoorbeeld om even op de kaart te kijken), moet je goed je gedachten erbij houden, want de ervaring leert dat je juist dan makkelijk een vergissing kunt maken.De benzine kost ongeveer evenveel als in Nederland. De beste (lees: goedkoopste) plek om te tanken is doorgaans bij de grote supermarkten.en is doorgaans iets goedkoper bij de grote supermarkten.De maximumsnelheid is 48 km/uur binnen de bebouwde kom en 96 km/uur erbuiten. Op de snelweg met gescheiden rijstroken mag je 112.Wij gebruikten voor het uitzetten van de route de East Anglia Regional Road Atlas (‘2.5 miles to the inch’) en de Geographers’ A-Z Map Company, die te verkrijgen zijn via www.a-zmaps.co.uk.