Reizen: Hunsr
Een pareltje, dat door mij uitgekozen hotel. Direct aan de ingang van het Simmerbachtal, zodat ik ’s morgens al na een paar honderd meter de rotswanden passeer die als stenen wachters de toegang tot het dal markeren. De beek bruist naast de weg, stroomopwaarts laat ik de Guzzi in de ene bocht na de andere vallen. Er ligt weer een piekfijne toerdag in het verschiet, vandaag neem ik de mij onbekende Hunsrück onder de wielen.‘Een hoogvlakte, ingesloten door Rijn, Moezel en Nahe. Toeristisch minder bekend dan de Eifel aan de andere kant van de Moezel.’ Deze informatie had ik al aan internet ontfutselt en die ga ik nu met eigen ervaringen verrijken. De eerste indrukken langs de Simmerbach zijn veelbelovend. Tussen de bomen piepen steenformaties, de laatste mistflarden wijken voor de zon. Bij Gehweiler sla ik linksaf en stijg met de nevels omhoog. In de hemel verwelkomen vogels van diverse pluimage deze dolende ridder die eenzaam door het binnenland rijdt. Bos en zo nu en dan zelfs zon heb ik in Holland ook, maar voor natuurlijke steenformaties klop ik in de polder vergeefs aan. Voor edel gesteente en daarmee gepaard gaande hoogteverschillen in het landschap, moet ik bij het Duitse Middengebergte zijn. In de Hunsrück ligt onder het groene kleed van moeder natuur een ware schat verborgen. Dat is het gesteente dat de bergen vormde waarin wegen niet rechtlijnig verlopen. En er is nog meer dat een bezoek aan deze natuurlijke schatkamer de moeite waard maakt. Dat zal ik vandaag ontdekken.Op de open hoogvlakte passeer in het plaatsnaambord Woppenroth. Miljoenen televisiekijkers wereldwijd kennen dit dorpje en de coulissen van de heuvels erachter. Hier zijn namelijk de opnames gemaakt van de serie Heimat, waarin filmmaker Edgar Reitz het wel en wee van generaties streekbewoners in beeld brengt. Een prachtig landschap en bovendien erg rustig, kan ik mooi de Guzzi de sporen geven. Zo laat ik Woppenroth, in de film Schabbach genaamd, al snel achter me en rij verder over de groene hoogvlakte.Ter hoogte van Rhaunen komen de stenen weer in beeld en daarmee neemt het aantal bochten ook weer toe. Mijn adelaar uit Mandello hapt er gretig in zonder zich te verslikken. Die rotsen zijn onze beste vrienden, niet alleen van ons want sommige plaatselijke wegen zijn er ook naar genoemd. Eerst rij ik over de Hunsrücker Schiefer- und Burgenstrasse, die ik ter hoogte van Herrstein inruil voor de Deutsche Edelsteinstrasse. De eerste straat is vernoemd naar kastelen en leisteen, gezichtsbepalend voor de Hunsrück. Miljoenen jaren geleden klotste hier het water van de tropische Devon zee, de massa’s modder werden in de loop van de tijd samengeperst tot lagen leisteen van wel vier kilometer dik. Dat was de rijkdom van de Hunsrück, die natuurlijk met kastelen moest worden bewaakt: ook uit steen opgetrokken. De naam Edelsteinstrasse bevalt me ook best. Edel gesteente, dat staat synoniem voor een bergwereld vol bochtige wegen, waarop je als motorrijder helemaal los kunt. Een straat speciaal daarnaar genoemd, daar wil ik het mijne van weten. In de Alte Wasserschleiferei bij Asbacherhütte ontmoet ik Ernstotto Biehl. “Vierde generatie edelsteenslijper,” meldt de man trots. Sinds het begin van het familiebedrijf lijkt er weinig aan het interieur veranderd te zijn. Het piept, het knarst en het kraakt. Een houten waterrad met leren riemen de enorme molensteen aan waarop Herr Biehl zijn edelstenen slijpt en polijst. En dat op de traditionele manier, liggend op een wippende houten bank, waardoor de slijper zijn werkzaamheden met wisselende druk kan uitvoeren. “Goed genoeg voor m’n overgrootvader, goed genoeg voor mij,” moet Ernst Biehl gedacht hebben. En het scheelde een flinke investering in de modernisering van het bedrijf. Naast de werkplaats staat zijn winkel waar inrichting en prijsstelling echter wel weer aan de huidige tijd zijn aangepast. De romantische waterslijperij was al meerdere malen op tv, tot in het Nederlandse ‘Weg van de Snelweg’ aan toe.Ik begin me waarachtig in die edelstenen te interesseren. In Kempfeld drink ik bij bakkerij Dahlheimer een kop koffie en eet er een stuk taart bij. Bij het afrekenen wil ik graag weten waar ik de edelsteentuin kan vinden, die zich volgens mijn kaart ergens hier in Kempfeld moet bevinden. “Vraagt u het die meneer,” zegt de bakkersvrouw wijzend naar de man die net de bakkerij binnenstapt. “Hij weet er alles van, hij heeft de Edelsteingarten namelijk opgezet.” En zo maak ik kennis met Martin Schupp, van beroep bewerker van en handelaar in edelstenen. We steken de straat over, en warempel, achter de huizen ligt een plein waar Schupp een verzameling edelstenen tentoonstelt. Aangezien ik de moeite heb genomen om helemaal uit Holland te komen, neemt hij uitgebreid de tijd voor me. Schupp: “Hier zijn meer dan honderd verschillende soorten edelstenen te zien. Er komen zoveel toeristen naar onze streek en overal moeten ze entree betalen. De Edelsteingarten is een privé initiatief en daarom kan ik ook zorgen dat de entree gratis is. Het is ook een soort dankbaarheid jegens onze vele Nederlandse gasten. In 1953 werd ik als klein jongetje samen met mijn zus uitgenodigd door een stel Nederlanders om bij hun in Haarlem de vakantie door te brengen. We werden hartelijk opgenomen en ik heb toen voor het eerst van mijn leven chocolade gegeten. Thuis kreeg ik dat nooit omdat we nogal arm waren en dan krijg je zomaar een hele reep voor jezelf alleen!”Door hard werken kan Martin Schupp zich vandaag de dag vast wel een reep chocola veroorloven. In Idar-Oberstein heeft hij een gerenommeerde zaak in edelstenen opgebouwd, waar ik natuurlijk later een kijkje ga nemen. Maar nu eerst die Edelsteingarten van ‘m, en het middelpunt daarvan: een weergave van het nieuwe, hemelse Jeruzalem dat, zoals wij uit bijbelboek Openbaringen 21 mogen opmaken, gebouwd zal worden op twaalf edelstenen. Helaas is ook de omgeving van het hemelse Jeruzalem, net als de aardse variant trouwens, niet gevrijwaard van agressie en geweld. Diverse stenen zijn door baldadige plaatselijke jeugd vernield. Schupp: “Albert Einstein zei ooit, het heelal en de domheid van de mensen zijn oneindig. Alleen wat het heelal betreft ben ik daar niet zo zeker van.”Ik laat mijn stemming er niet door bederven. Voorzien van tips van meneer Schupp stap ik weer op de motor, op weg naar het buiten Kempfeld gelegen Wildenburg. Het wildpark kan me maar matig boeien, net als de rustieke Gaststätte trouwens, want ik heb net Kaffee mit Kuchen achter de kiezen. Wel interessant is de verzameling voor de Hunsrück typerende edelstenen, die in het Infocentrum worden getoond. Na beklimming van de kasteeltoren heb ik een prachtig uitzicht over de omringende heuvels en de diverse ruggengraten daarvan die alle kanten op gaan. Ik strek nog even de benen en loop over een bergrug die op de Wildenburg begint, maar dan neem ik door het uitzicht geïnspireerd snel weer plaats in het zadel.De Guzzi davert voort over de heuvels, die ontstonden toen de aardkorst omhoog kwam, en de Devon zee verdween. Achter bleef behalve leisteen ook ‘n duizend meter dikke laag kwartsiet, ontstaan doordat diverse lagen zand onder hun eigen gewicht werden samengeperst. Net uit de natte luiers was de Hunsrück nog een zeer respectabel gebergte met toppen tot wel 4500 meter hoog, maar water, weer en wind hebben de bergen in miljoenen volgende jaren afgesleten tot de huidige liefelijke heuvels.De Norge laat de aarde trillen. Hij roffelt voort als een voortdurende, gelukkig in toom gehouden vulkaanuitbarsting. In Kirschweiler rij ik langs een edelsteenfontein. Slim bedacht! Niet alleen vang je er blikken van potentiële klanten mee, door het water blijven de stenen nat en fonkelen ze alsof ze net van de band rollen. Zo komen de kleuren het mooiste uit. Naast deze aanlokkende pracht is een winkel met geschenkartikelen, maar die is helaas gesloten. Dan neem ik maar foto’s mee als souvenir. Ik heb héél eventjes gevoeld, maar die edelstenen zitten wel degelijk rotsvast aan de fontein, waardoor ik niet in gewetensnood kom. Volgens Schupp zijn er in Kirschweiler wel tweehonderd edelsteenbedrijven, maar die zitten dan waarschijnlijk allemaal onder de grond. Zo groot is dit dorp nu ook weer niet.Na Kirchweiler raakt het gesteente enkele tientallen kilometers verder enigszins op de achtergrond. Voor echte snelheidsduivels zijn de binnenwegen niet geschikt, maar het Italiaanse temperament van mijn motorfiets laat zich goed met de rondingen van de Hunsrück verenigen. De Romeinen hadden hier dan ook al hun villa’s, grafheuvels en wegen liggen. Richting westen rijdend kom ik door een dicht naaldbos, leuk voor de afwisseling, maar het uitzicht over de schitterende heuvellijnen is mij liever. Ook vanaf de Erbeskopf, met 818 meter de hoogste berg van de Hunsrück, is het uitzicht door de rijen dennenstammen niet zo mooi als vanaf de Wildenburg. Het loofbos dat de Hunsrück oorspronkelijk bedekte werd vanaf de Middeleeuwen in rap tempo gekapt. Onder Pruisisch bewind werden nieuwe bossen aangeplant, waarbij naaldbomen vanwege hun snelle groei de voorkeur hadden. Bij de storm van 1989 ging echter veel dennenhout weer tegen de vlakte en sindsdien probeert men overwegend weer loofbomen aan te planten.Ik vind het allemaal best, zolang mijn uitzicht er niet door wordt belemmerd. Op de B327 sla ik linksaf. Dit is de Hunsrück Hohenstrasse, bijgenaamd Straat van de Open Vertes, eind jaren dertig aangelegd als nazistische variant op de oude Keltische, Romeinse en Karolingische heerbanen. Wel mooi uitzicht, maar weinig bochten. En meer verkeer, voornamelijk vrachtwagens met Oost-Europese kentekens die de vrachtwagentol op de autosnelwegen (Maut) op deze manier proberen te omzeilen. Vrij als een vogeltje zou ik boven die veertigtonners willen vliegen, een droom die ter hoogte van Hermeskeil waar zou kunnen worden. Direct langs de B327 ligt namelijk een privé museum dat helemaal aan de luchtvaart is gewijd. Antonov, Boeing, Junckers, Mig, Lockhead en niet te vergeten een Fokker staan er luchtvaartgeschiedenis te zijn. Achter de schutting piepen staartstukken met vreemde tekens omhoog, veel materiaal uit Arabische landen belandde kennelijk na modernisering hier op de schroothoop, pardon, in het museum. Meest opvallende verschijning is echter wel een Franse Concorde die als versteend aan de grond staat. Het interieur is als kantine in gebruik, waar je in koffie, taart en broodjes kaas of salami kunt gebruiken. Ik durf te wedden dat passagiers tijdens de vluchten een heel wat rianter menu kregen voorgezet.Ik rij lekker weer de binnenlanden in, waar me geen vrachtwagens of andere treuzelaars voor de wielen rijden. Daar kan zo’n Guzzi slecht tegen. Over de L165 rij ik het avontuur tegemoet. Abentheuer, zo heet een plaatsje op de landkaart, en daar pas ik mijn route graag op aan. Tijdens het rijden constateer ik in de gauwigheid dat avontuur daar ter plaatse onder meer bestaat uit forellenkwekerij, Hare Krisjna tempel, luxe restaurant La Cachette en een gemeenschappelijke speelweide. Waar het bos ophoudt beginnen de bochten en kom ik het gesteente weer tegen. Ik eet een smakelijke Überschnitzel in de Schlemmerstube aan de B41 richting Idar-Oberstein. Daardoor gesterkt maak ik nog een omtrekkende beweging door het binnenland, voordat ik de hoofdstad der edelstenen ga bekijken. Een landweg kronkelt langs het spoor en even later langs de rivier de Nahe. Langs de weg rijzen niet alleen hoge wanden van natuursteen op, maar ook vreemde handgeschilderde borden in het kader van de wereldvrede of iets dergelijks. Vast een project van een plaatselijke kunstenaar, die me even later voorbij komt zetten in een automobiel dat ook weer van ludieke teksten is voorzien. Idar-Oberstein is niet voor niets het wereldhandelscentrum voor edelstenen geworden. De bergen rondom zitten nog steeds vol edelstenen, maar de exploitatie daarvan is te duur geworden. De honderden handelaren in statige Jugendstilvilla’s importeren nu stenen uit Brazilië, India en andere lage lonen landen. Ik draai zoals beloofd nog even langs de winkel van Martin Schupp. Ook nu maakt hij tijd voor me vrij. Na een rondleiding door zijn eigen bedrijf neemt hij me mee naar het ernaast gelegen Deutsche Edelsteinmuseum. Op drie etages gaat de wonderbaarlijke wereld van de gemmologie (edelsteenkunde) voor me open. De prachtigste kleuren en vormen spatten me in halogeenlicht tegemoet, omlijst door vakkundige uitleg van Herr Schupp. Het blijkt dat nagenoeg alle edelstenen zijn synthetisch na te maken, behalve het juist rond Idar-Oberstein veel voorkomende agaat. “Als er weer agaat uit Brazilië is aangekomen ga ik met extra veel plezier aan het werk. Wanneer je genoeg geld hebt kun je alle briljanten kopen die je wilt, maar ze lijken allemaal op elkaar. Elk stuk agaat daarentegen is uniek,” aldus Schupp.Zo kom ik vandaag een berg te weten over edelstenen in de Hunsrück en het gesteente waarover aanlokkende motorwegen lopen. Je kunt je afvragen of dat wel het pakkie aan van iedere motorrijder is, maar dat hoeft ook niet. Het edele gesteente van de Hunsrück is voor elke motorrijder de moeite waard, die graag gemoedelijke toeren maakt over verlaten wegen tussen heuvels en bossen.________________________________________[INFOKASTEN]INFOBoven de oevers van Moezel, Nahe en Rijn ligt de hoogvlakte van de Hunsrück, deel van het Rijnse Leisteengebergte. Open vlaktes worden afgewisseld uitgestrekte wouden. Dankzij herbebossing is de Hunsrück met veertig procent een van de dichtst beboste streken van Duitsland. Op de heuvels getuigen talrijke ruïnes van een rijke geschiedenis. Over de Hunsrück lopen al sinds de prehistorie verschillende handels- en heerwegen. Kelten en Romeinen leefden er na de val van het Romeinse Rijk vreedzaam samen, het gebied is echter altijd dunbevolkt gebleven. Onder Pruisische en Franse heerschappij deden nieuwe invloeden hun intrede in het gebied, maar het eigen karakter is gelukkig behouden gebleven.Het gebied is wereldberoemd vanwege fossielen en de natuurlijke edelstenen, die met name rond Idar-Oberstein worden gevonden. Het Deutsche Edelsteinmuseum en de voormalige edelsteenmijnen Steinkaulenfels geven er een fascinerende blik van achter de schermen.LEZERSREISSpeciaal voor lezers van MotoPlus organiseert Michiel van Dam, de auteur van dit artikel, een groepsreis in het teken van de edelstenen route. Je overnacht in Hotel Felsengarten op basis van half pension (ontbijt en diner), met twee personen in een tweepersoons kamer. De reis begint in Zuid-Limburg, vanwaar we via een ontspannen route naar het hotel rijden. Tijdens twee verschillende dagtochten rijden we over de mooiste wegen van de Hunsrück. De vierde dag rijden we over weer een alternatieve route terug naar huis. De reis is inclusief Nederlandse reisbegeleider, routeboek en GPSroutes (Garmin), en een speciaal ‘edelstenen programma’. Het belooft een afwisselend weekend te worden, waarin motorrijden en gezelligheid centraal staan. Vertrek op 09 mei ‘s morgens, terug in Zuid-Limburg op 12 mei eind van de middag. De prijs bedraagt 230 euro per rijder. Kijk voor meer informatie op www.motormezzo.nl.Ga je liever op eigen gelegenheid dan kun je op www.motoplus.nl de dagroute in Word of voor de Garmin downloaden. CONTACTDuits VerkeersbureauPostbus 120511100 AB AmsterdamT 020-6978066E duitsland@d-z-t.comI www.duitsverkeersbureau.nlADRESSENEdelsteinschleiferei Ernestotto BiehlAn der Deutschen Edelsteinstrasse (L160)D-55758 AsbacherhütteT +49 (0)67-861 505I www.alte-edelsteinschleiferei.deDeutsches EdelsteinmuseumHauptstrasse 118D-55743 Idar-ObersteinT +49 (0)67-8190 0980I www.edelsteinmuseum.deMartin Schupp Schmuck & EdelsteinenHauptstrasse 108D-55743 Idar-ObersteinT +49 (0)67-814 7474I www.edelsteingarten.kempfeld.de Hotel FelsengartenBanzel- Auf der Lay 2D-55618 SimmertalT +49 (0)67 549 190I www.landhaus-felsengarten.deJe kunt deze MotoPlus dagtocht rond dit hotel downloaden op www.motoplus.nl. Als routeboek en GPS bestand (Garmin)