+ Plus

Eerste test Aprilia Tuono V4 Factory

Aprilia heeft de nieuwe Tuono V4 een Euro5-vaccinatie in de linker schouder gegeven en daarnaast elektronica een upgrade gegeven en de swingarm van de RSV4 gedoneerd. Waar het basismodel juist iets comfortabeler werd, is deze Factory gebombardeerd tot de meest compromisloze tot dusver.

Waarvan droomt iedere coureur? Precies, van een factory-bike. ‘Factory’ staat in de racerij voor het meest begerenswaardige, fabrieksmateriaal, extreem snel en exclusief, uitsluitend voorbehouden aan de besten. Bij de straatmachines van Aprilia staat deze aanduiding al jaren voor de meest radicale en sportiefste uitvoering van een naked of superbike. Dat geldt uiteraard ook voor de nieuwe Tuono V4 Factory, die nog meer dan voorheen zijn plek wil innemen aan de top in het power-naked-segment.
De Tuono Factory verschilt nu meer dan ooit van de standaard versie (zie ook kader verderop). Met de ‘normale’ Tuono V4 deelt de Factory wel het 1.077cc metende motorblok, dat in de Euro5-configuratie goed is voor 175 pk bij 11.350 toeren en een vet koppel van 121 Nm bij 9.000 toeren. Het maximum toerental ligt vergeleken met de voorganger nu 300 toeren hoger. Dit werd mogelijk door de toepassing nieuwe, lichtere klepveerschotels. Het gewicht van de Factory wordt net als voorheen opgegeven voor 209 kilo bij een tot 90 procent gevulde benzinetank.

 

Zowel de Tuono V4 als ook de Tuono V4 Factory ogen zo op het eerste oog al heel duidelijk opgefrist. Naast het nieuwe neusje met led-koplampen en een 5 inch TFT-display kregen beide versies ook de nieuwe swingarm met onderbouw in MotoGP-stijl toebedeeld. Op het circuit van Misano hebben we uitsluitend de beschikking over de Factory-variant, die zich hier als de bekende vis in het water voelt. De Tuono-kenner wordt begroet met de bekende zitpositie en het al vanaf de eerste meters vertrouwd aanvoelende gevoel. De zit zelf is trouwens heel iets langer en de tank smaller, maar deze meet net als voorheen 18,5 liter. Het frame lijkt op dat van de voorganger, terwijl de nieuwe swingarm volgens Aprilia voor 48% meer stijfheid zorgt. Een ingrijpend andere rijsensatie levert dat in de eerste paar bochten evenwel nog niet op. Net als het vorige model geeft ook deze Tuono een enorm goed gevoel over de voorzijde en is de instuurprecisie ongekend hoog. Ook weer verbazingwekkend is de enorme stabiliteit die de Tuono V4 Factory aan de dag legt. Wel zit je nog redelijk rechtop in het zadel en heeft de rijwind, in tegenstelling tot de superbike, redelijk vrij spel op je bovenlichaam en hoofd. Bij hoge snelheden valt wel de gemodificeerde aerodynamica op. Daardoor ziet de Aprilia er niet als een klassieke naked uit. Door het kleine ruitje heb je nog iets van windbescherming en het gehele pakket, inclusief de winglets, draagt ook bij aan de enorme stabiele stuureigenschappen in de snelle passages van het circuit. Dat geldt natuurlijk ook voor de van de Factory al bekende – en ook bij de RSV4 superbike gebruikte – elektronische veerelementen Smart EC 2.0 van Öhlins, die drie semi-actieve en drie manuele modi kennen. In de stugge, semi-actieve A1-modus heeft de Tuono al net zo weinig moeite met de lichte oneffenheden in het Italiaanse raceasfalt als de flinke Brembo-M50-monobloc-remklauwen hebben om de opgebouwde snelheid weer af te bouwen.

Het nieuwe elektronicapakket, waarvan de Marelli 11MP ECU de grootste vernieuwing is, komt ook sterk voor de dag. Het moet sneller en verfijnder ingrijpen mogelijk maken en moet er voor zorgen dat de motor nog directer aan het gas hangt, zonder dat dit ten koste gaat van de doseerbaarheid. De dikke V4 vreet toeren alsof het niks is en lijkt nog wel een tik sportiever dan voorheen. Vergeleken met het RSV4-zustermodel zorgen de afstelling van de V4 en een kortere overbrenging voor meer punch bij lage toerentallen, wat natuurlijk ook ten goede komt bij gebruik op secundaire wegen. Maar ook bij het uitaccelereren van de krappere bochten op Misano komt het goed van pas. Bovendien kan het elektronicapakket hier alles uit de kast trekken. Het is identiek aan dat van de superbike en heeft nu onder andere een in drie standen instelbare motorrem, door Aprilia ‘AEB’ gedoopt. Hellingshoekafhankelijk zorgt het voor een heel precies en stabiel aanvoelend achterwiel bij het ingaan van bochten. Remmen en insturen verloopt wonderbaarlijk soepel, alsof je vanuit het zadel het spel met koppeling, gas en achterrem net zo perfect beheerst als een echte fabriekscoureur. Naast de armada aan hulpsystemen – wheelie controle is uiteraard standaard, tractiecontrole en ABS zijn instelbaar en werken vanzelfsprekend ook hellingshoekafhankelijk – biedt de 2021 Tuono V4 zes verschillende rijmodi, die over twee gebruiksgebieden zijn verdeeld. Voor straatgebruik heb je de beschikking over twee voorgeprogrammeerde modi en een vrij te configureren modus. Voor het circuit is het precies andersom met een voorgeprogrammeerde modus en twee vrij aan te passen modi. Alle assistenten grijpen, in hun minst gevoelige setting, alleen in noodgevallen in. Het ABS laat zelfs de late remmers onder ons met rust, en het voorwiel mag tijdens accelereren ook rustig het contact met het wegdek verliezen. Naar wens kun je de systemen natuurlijk vroeger laten ingrijpen en zijn ze duidelijk meer aanwezig.

 

Aprilia heeft de Euro5-update onmiskenbaar aangegrepen om de meest uitgesproken Tuono V4 Factory ooit op de wielen te zetten, een Tuono die niet alleen in optische zin agressiever oogt dan zijn voorgangers. Maar dankzij de elektronica is ‘ie dat uitsluitend voor zijn concurrenten en beslist niet voor zijn berijd(st)er. In tegendeel zelfs, deze Italiaanse donder is in zijn nieuwste gedaante juist toegankelijker en makkelijker te beheersen. In de paardenstal ontbreken weliswaar nog de laatste paardjes om de 200pk-grens te doorbreken, maar in het zadel overheerst het positieve gevoel en de constatering dat deze vurige donderstraal ook in Euro5-trim een beest van een power naked is. Sterker nog, het is een onvervalste superbike, maar dan met het zitcomfort van een naked. De meest relevante onderdelen en software zijn zonder de genadeloze rode stift en zonder het sluiten van compromissen van het RSV4-vlaggenschip overgenomen. Dankzij de uitgebalanceerde elektronica is de bruut van een V4 nog makkelijker en nauwkeuriger te beheersen.

Gerelateerde artikelen