Op pad met – Bas van Loo
De 90e Dutch TT van Assen vindt aanstaande zondag gelukkig wel plaats, al mogen er door de maatregelen slechts 11.500 toeschouwers bij zijn. Van echte TT-koorts is dus ook dit jaar helaas geen sprake, maar Bas van Loo’s uitnodiging om de Tour de TT te komen rijden greep ik met beide handen aan.
Normaal gesproken hangt de TT in juni al kilometers voor Assen ‘in de lucht’, als je over de A28 noordwaarts rijdt. Spandoeken, reclamevlaggen, andere motorrijders, busjes met caravans en auto’s met Rossi-stickers op de achterklep doen je beseffen dat het weer staat te gebeuren. Maar hoewel de TT nu wel doorgaat, blijft ook dit jaar de TT-koorts helaas achterwege.
Voor Bas van Loo (59) was trouwens niet die TT de reden dat hij ruim 35 jaar geleden Amsterdam verliet om zich in de Drentse hoofdstad te vestigen: “Nee zeker niet. Ik volg de motorsport slechts zijdelings, maar ik kreeg hier een baan als ‘schoolmeester’, zoals dat vroeger heette. Dus we zijn hier naar toe verhuisd, om er nooit meer weg te willen. We hebben het enorm naar onze zin, met de rust en de ruimte in Drenthe.”
De BMW R27 uit 1964 die op de werkbank in de garage staat doet vermoeden dat Bas al van jongs af aan motorrijdt, maar hij haalde zijn rijbewijs pas op 38-jarige leeftijd. “Ik heb er wel altijd interesse in gehad, maar het kwam er gewoon nooit van. Mijn broer en enkele vrienden reden wel, dus ruim twintig jaar geleden heb ik toch ook mijn motorrijbewijs gehaald. En ik vind het geweldig. Normaal rij ik zo’n 15.000 km per jaar; naast toerritten en vakanties naar bijvoorbeeld de Alpen of Schotland gebruik ik de motor veel voor woon-werk verkeer. Ik ben tegenwoordig in het dagelijkse leven onderwijsbestuurder en werkte de laatste jaren in Drachten. In principe ging ik daar altijd op de motor naar toe. Ter plekke had ik altijd ‘nette kleding’ hangen, zodat ik me daar dan even om kon kleden. Binnenkort start ik in dezelfde functie in Hardenberg, en ook daar ben ik van plan met m’n Suzuki V-Strom naar toe te gaan. We hebben ook wel een auto, maar dat zie ik meer als functioneel vervoer; de motor is beleving. Zo’n rit naar je werk en aan het eind van de dag weer naar huis is toch heerlijk!
Die R27 in de schuur heb ik een aantal jaren geleden bijgekocht, als restauratieproject. Ik heb een ‘kopbaan’ zoals ik dat altijd noem: de hele dag bezig met denkwerk. Dan is het lekker om in de vrije tijd de zinnen te verzetten en met je handen bezig te zijn. Werkplaatshandboek erbij, beetje knutselen, een onderdeeltje zoeken op een oldtimerbeurs; dat is pure ontspanning! Bovendien is zo’n oude motor nog eerlijk en eenvoudig: ook als je geen super-techneut bent kun je daar lekker aan werken. Dat spreekt me aan, ik ben ook een basic-motorijder. Al die toeters en bellen op die moderne motoren, dat hoeft voor mij niet zo. Zo’n hypermoderne machine vol elektronica? Mooi dat het kan, maar er zit mij eigenlijk veel teveel op en aan. Heb je dat ook echt nodig om lekker te rijden? Het enige wat ik wel belangrijk vind is een goed ABS, tegenwoordig dus zo’n bochten-ABS. Dat is zoveel veiliger, dat moet elke motorrijder willen. Ik probeer daarnaast ook elk jaar wel een VRO-cursus te doen, even de puntjes weer op de i zetten qua rijvaardigheid, qua motorbeheersing, qua remmen en qua verkeersinzicht. Met als motto: ‘Motorrijden is niet gevaarlijk, maar er is wel gevaarlijk motorrijden!’ Vanuit de provincie Drenthe wordt zo’n voortgezette rijvaardigheidsdag vaak gesubsidieerd en kun je voor 50 euro zo’n training volgen. Dat zou in mijn ogen in heel Nederland zo moeten zijn, voor alle motorrijders.”
Je Suzuki V-Strom 1050 is natuurlijk een echte allroad. Is dat ook het type motor waar je voorkeur naar uit gaat, of heb je ook andere soorten motoren gehad? Bas: “Jazeker, dit is mijn vijfde. Ik ben begonnen op een Suzuki GSX-F, daarna volgden twee Yamaha Fazers en in 2014 kocht ik mijn eerste V-Strom. En die heb ik vorig jaar vervangen door deze nieuwe 1050: ik heb van dit nieuwe model nummer 7 van de 25 ‘First Editions’. Er staat nu 12.000 op de teller, ook al omdat ik door al het thuiswerken afgelopen jaar veel minder woon-werk verkeer heb gedaan. Het was eigenlijk mijn bedoeling om op dit moment in mijn uppie een motorreis door Marokko te maken, daar heb ik deze nieuwe V-Strom zelfs een beetje voor gekocht, net als bijvoorbeeld een lichtgewicht kampeeruitrusting. Alles was er klaar voor en de route’s stonden al in de GPS, maar ja door de beperkingen van corona kwam het er helaas niet van. Die trip staat nu op mijn verlanglijstje. En als compensatie heb ik onlangs met mijn zoon, die ook motor rijdt, een trip langs de grenzen van Nederland gereden: 1754 km in zes dagen. Een prachtige tocht, die laat zien hoe mooi en divers Nederland eigenlijk is.”
Maar we zijn natuurlijk in Assen om samen de Tour de TT te rijden en zo toch nog een klein beetje TT-sfeer op te snuiven, voordat aanstaande zondag de 90e Dutch TT wordt gehouden. Sinds 2015 bestaat deze ruim 60 km lange toerroute als een soort eerbetoon aan de befaamde wegrace die in 1925 voor het eerst werd georganiseerd door de Motorclub Assen & Omstreken op de wegendriehoek Rolde, Borger en Schoonloo. Een traject van 28,4 kilometer lang dat de coureurs 10 keer moesten rijden: 284 km racen op slechte wegen met hun machines zonder fatsoenlijke vering en remmen…
In het oorspronkelijke circuit zat ook een paar honderd meter zandweg en daar maakten veel coureurs achteraf bezwaar tegen. Omdat het verzoek van de motorclub aan de gemeente, om dat stuk voor de TT in 1926 te verharden, niet werd gehonoreerd werd er al voor de tweede editie een ander parcours gezocht. Dat werd het 16,5 km lange traject vanaf De Haar richting Assen en vervolgens via Hooghalen, Laaghalen en Laaghalerveen weer terug naar De Haar. Dat illustere rondje werd tot en met 1954 gebruikt. De start/finish van het huidige TT-circuit bevindt zich zelfs nog altijd op exact dezelfde plaats als in 1926! In 1955 kreeg het circuit een permanente status en werd de lengte ingekort tot 7.700 meter, waarna in 1984 de noordlus flink werd ingekort en het circuit zijn huidige vorm en lengte (4.555 meter) kreeg.
De Tour de TT-toerroute voert vanaf de Bonte Wever, nabij het centrum van Assen, via Rolde, Borger, Schoonloo en Grolloo via Hooghalen, Laaghalen en Laaghalerveen weer terug naar het huidige TT-circuit. De route wordt met gele borden goed aangeduid, maar is ook als navigatie-bestand te downloaden, onder meer vanaf de MotoPlus-website. Met name het nu bijna 100 (!) jaar oude en 28 km lange parcours over smalle landweggetjes tussen de bomen dwingt ook vandaag de dag nog steeds respect af voor die helden van toen.
Het laatste deel van de Tour de TT rij je onderlangs ‘De Bult’, aan de zuidkant van het huidige TT-circuit, over een prachtig uitnodigende stuurweg. Zo uitnodigend zelfs, dat de gemeente daar inmiddels stukken asfalt heeft vervangen door klinkers om ons motorrijders tot rust te manen en de snelheid wat te remmen. Tja, als je die twee hele grote T’s in de verte ziet staan, gaat bij elke motorrijder het hart immers iets sneller kloppen en voelen we ons allemaal een heel klein beetje Valentino Rossi…