Column Maarten Siffels MP 17-2007
Met volledig gecontroleerde banden vertrokken we dit jaar richting zuidelijke bergen. Twee dagen voor vertrek had Michelin namelijk een waarschuwing uit doen gaan dat ze 60.000 voorbanden terug gingen halen na een ‘mogelijk defect aan het loopvlak, veroorzaakt door een productiefout’.Het vriendelijke Franse dikkerdje vermelde wel dat er “tot op heden geen enkel ongeluk mee gebeurd was”. Maar je voelt je na zo’n waarschuwing toch onzeker, zelfs nadat ik er achter kwam dat het risico alleen bestond als ik gedurende langere tijd harder reed dan 250 km per uur. En ik geef toe, mijn motorfiets kán waarschijnlijk niet eens harder dan 250. Maar stel je voor, wind mee, bergaf en dan ook nog uren achtereen…Op dus naar de dealer om er daags voor de vakantie nog even naar te laten kijken. Volgens hem was er echter geen enkel probleem, dus ging ik met een veilig gevoel op pad. Maar helaas hield het veilige setje Pilot Powers het geen volledige vakantie uit. Na bijna 4.000 km Alpen, Vercors, Mercantour en Apenijnnen was de koek op en kwamen de slijtnokjes akelig dicht aan het oppervlakte te liggen. En met de Dolomieten in het verschiet en de regenberichten van de Italiaanse weerkolonel… Want even voor degenen die het niet weten: in Italië wordt het weer op Rai Uno gepresenteerd door een luitenant-kolonel in vol uniform. Het weer schijnt daar ook veel volgzamer te zijn. De kolonel vertelt wat het morgen gaan worden en de wolken voeren zijn orders uit. Erwin Krol droomt daar wel eens van.Maar alle gekheid op een stokje: ik moest dus op zoek dus naar een “gommista”. Van een vorige bandensessie in Italië wist ik nog dat je banden (pneumatici) niet bij een motorzaak koopt, maar bij een bandenbedrijf (gommista). Eerst hadden we online een dealer in Ravenna opgezocht, in de hoop dat die ons naar een goede gommista kon door sturen. Maar dat hoefde niet. Aan de eerste rotonde in Ravenna bleek meteen het lokale bandenparadijs gevestigd.We kwamen er maandagochtend om iets over negen aan. Het bedrijf was in volle gang, allerlei bestuurders stonden op hun auto of scooter te wachten, maar we zagen ook een rekje met wat motorbanden. Vier motorbanden moest ik hebben, zodat ik en mijn motorvrienden weer met verse banden huiswaarts konden rijden. En dat vertelde ik dus aan de mevrouw achter de balie, in mijn allerbeste Italiaans. En het ging lukken, begreep ik, we moesten alleen even wachten.Na een half uurtje meldde de chef-werkplaats zich. Dit was duidelijk de man waar alles om draaide. Alle vragen van klanten en monteurs kwamen uiteindelijk bij hem terecht. We noemden hem Cor-Twee, naar een goede vriend (Cor-Een in dit geval) die in Nederland bij een bandenbedrijf werkt en daar ook de spil van het hele circus is.We vertelden wat we wilden en hij verdween naar boven, naar het magazijn. Even later kwam hij terug, we moesten mee. Hij had namelijk niet alles precies zoals we het vroegen voorradig. Boven kwamen we er tussen de stapels banden echter al gauw uit, met één voorband uit een vorige modelserie.Cor-Twee toog aan het werk. Het was duidelijk te zien dat hij wist wat hij deed. Netjes en vlot, een vakman. Alleen toen ik hem vroeg de wielbouten nog even aan te trekken op het juiste aanhaalmoment keek hij me een beetje vaag aan. Ik begreep al snel dat ze dat nooit deden. Dat ging altijd op het gevoel. Maar ze hadden hem wel, hoor! En uit het magazijn verscheen een doos met daarin een spiksplinternieuwe momentsleutel. Met enig Italiaans gevoel voor drama werd de sleutel ingesteld door het complete personeel bestudeerd en in gebruik genomen.Uiteindelijk kwam de rekening. Cor-Twee overhandigde een velletje met wat krabbels aan de mevrouw achter de balie, die met de Michelin-folder en een rekenmachine heel ingewikkelde berekeningen maakte. 295 euro kreeg ik te horen, voor mijn 190-band. En 280 euro voor mijn maatje, met die 180-band. Even dachten we dat het alleen om de achterband ging. Oef, dat was pittig. Maar in Nederland zijn we ook stevige bandenprijzen gewend. Maar no, no, no. Dit was de prijs voor voor- en achterband, inclusief montage. Dat luchtte op. Maar helaas deden ze weer niet aan creditcards en bleken onze bankpasjes ook niet te werken op de Italiaanse pinautomaat van het bedrijf. Maar geen probleem: we kregen de sleutels in handen gedrukt van een Fiat Punto en de aanwijzingen dat de geldautomaat zich onder het gele gebouw iets verderop bevond. Dat bleek dus hemelsbreed maar 150 meter verderop te zijn. Italianen lopen nu eenmaal niet, vandaar die Punto.Nog voor twaalf uur reden we uiteindelijk weer weg, uitgezwaaid door de baliemevrouw en Cor-Twee. Op twee nieuwe setjes banden met ingebouwde historie!Maarten Siffels