Interview Kenan Sofuoglu
Elk jaar organiseert de Duitse Münch Mammut Klup een treffen rond deze uitgestorven mastodont onder de motorfietsen. Dit jaar echter vatte de Nederlander Maarten Becker de olifant bij de hoorns en liet de Mammoeters naar Nederland komen.Jaarlijks treffen de bezitters van een stoere Münch Mammut-rijders elkaar tijdens het clubevenement ergens in Duitsland. Dit jaar kwamen ze echter naar Nederland met hun op een NSU-automotor gebaseerde machine. Naar het Overijsselse Delden om precies te zijn, waarbij er een toerrit werd gemaakt naar het Amerikaans Motor Museum in Raalte. Twaalf Mammuts en een Mammut-zijspan draaiden daar uiteindelijk de parkeerplaats op; een indrukwekkende colone. Tien daarvan droegen een Duits kenteken, er was er één met Nederlands kenteken en twee met een Oostenrijkse plaat. De oudste deelnemer, ruim in de zeventig, reed met zijn Münch vanuit Oostenrijk naar Nederland. En omdat het onderweg zo’n slecht weer in gelaste hij een opdroogstop in. Bij Herr Friedrich Münch, de bouwer van deze bijzondere machines, thuis!Die anekdote is tekenend voor alles wat met de Münch te maken heeft. Bezitters van deze unieke machines kennen elkaar allemaal. Waarbij moet worden opgetekend dat de doorsnee-Münch – hoe zeldzaam ook – niet in het museum staat, maar ècht gebruikt wordt. Weinig motoren uit de geschiedenis spreken zo tot de verbeelding als deze Duitse kolos van schepper Friedrich Münch. Weinig motoren zijn zo heroïsch, zo mysterieus, zo zeldzaam en zo duur. En dus is er een club, er is iemand die ze nog nieuw bouwt, iemand die replica’s maakt, iemand die een moderne versie wilde gaan produceren en iemand die een museum heeft opgezet. En er is nog steeds een echte mijnheer Münch, wiens achternaam uitgroeide tot die roemruchte merknaam. Dit jaar is hij 80 geworden en hij zit al jaren in een rolstoel na een beroerte, maar hij hoort er nog steeds helemaal bij. De Münch-adepten dragen hem op handen. Sterker nog, ze eren hem als een soort god. Daar kan zelfs een man als Castiglioni, de ‘mister goodlooking’ eigenaar van MV Agusta) niet aan tippen.Friedrich Münch is geboren op 6 februari 1927 en afgestudeerd ‘Kraftfahrzeugmechaniker’. Hij bracht het tot hoofdingenieur bij het toenmalige Horex, voordat hij zich op zijn eigen motorproject stortte. Die Münch Mammut gaf Friedel, zoals hij liefkozend genoemd wordt, een enorme status in de motorwereld. Maar hij was een pure technicus en zéker geen designer: net zoals zijn vierpotige tegenvoeter van vlees en bloed is ook de Münch Mammut mooi van lelijkheid. En een commercieel succes was het nimmer.Het gerucht gaat dat de oorsprong van de Münch ligt in een vraag die Friedel halverwege de jaren zestig kreeg vanuit Frankrijk om een heel krachtige motor met zijspan te bouwen. De motorfietsen hadden toen nog niet zoveel vermogen en daarom zou Münch naar een geschikt automotorblok hebben gezocht. Niemand kan of wil dat verhaal bevestigen, maar wel kwam MÚnch in 1965 met een prototype motorfiets rond een luchtgekoeld (en loodzwaar) 1000 cc NSU-blok. Om het totaalgewicht enigszins in toom te houden gebruikte Friedel veel elektron, een sterke en lichte metaalsoort. Daarvan werden onder meer het achterframe, carterdelen en de zelf ontwikkelde ‘four-leading-shoe’ trommelrem in het voorwiel (met de zo herkenbare luchthapper) gemaakt. Ook het achterwiel werd van dit dure materiaal gemaakt. Dat gietwiel kon de 100 Nm trekkracht tenminste aan, waar de toenmalige stalen spaken steeds braken als lucifershoutjes.Münch stapte met zijn prototype naar de NSU-fabriek en de autofabrikant vond de tweewieler weliswaar reuze-interessant, maar zag er geen aanleiding in om opnieuw motorfietsen te gaan produceren. En dus startte Herr Münch met financiële steun van de Amerikaan Floyd Clymer in eigen beheer de productie van deze unieke motorfiets met een autoblok. Clymer haakte in 1969 weer af vanwege gezondheidsklachten, financiële problemen en ruzie; zijn plek werd toen overgenomen door de Amerikaanse miljonairszoon George Bell, die onder meer een nieuwe fabriek bouwde, maar eveneens snel weer weer afhaakte toen hij zag dat het moeilijk zou worden echt geld te gaan verdienen met de Münch.In 1967 werd het NSU 1000-blok vervangen door een NSU 1200-blok en steeg het vermogen van 55 naar een toenmalig sensationele waarde van 88 pk. En juist op het moment dat Kawasaki in 1972 met de Z1 in de buurt van dat vermogen kwam, pakte verpakkingsfabrikant Hassia Friedel Münch in. Met het Hassia-geld kon de 1200 van injectie worden voorzien, net als de snelle NSU-autootjes. Die TTS leverde mede daardoor 105 pk en zou goed zijn voor een topsnelheid van 245 km/uur.Maar ook Hassia haakte weer af, waarna het motormerk Münch in handen kwam van zakenman en Münch-rijder Heinz W. Henke. Ondanks al die financiële en zakelijke perikelen bleef Friedel Münch gewoon Friedel Münch en bouwde hij onverstoorbaar verder aan zijn eigen creaties. Na de TTS zouden er nog zeven machines volgen met 1400 cc en een turbo; goed voor een vermogen van 136 pk. In 1977 brak Friedel met Henke en dat betekende meteen het officieuze einde van Münch als motorfabrikant.In totaal werden er 478 van deze geweldenaars gebouwd en daarvan zijn er waarschijnlijk geen twee dezelfde. Alle machines werden namelijk handmatig en op bestelling gebouwd en ook af-fabriek vaak al aan de persoonlijke wensen van hun toekomstige bezitter aangepast. De Münch Mammut werd ooit in Nederlands geïmporteerd door Ed Pols, ras-Amsterdammer en zijspanspecialist. Hoeveel hij er ooit naar Nederland heeft gehaald is niet precies bekend, vermoedelijk gaat het slechts om een stuk of veertien. Acht daarvan zouden er nu nog steeds in Nederland zijn.[kasten 1]MAARTEN BECKERBecker is de enige echte Nederlandse ‘Münch-activist’. Hij is lid van de Duitse club en organiseerde dit jaar dus het treffen. Hij kwam in contact met de Münch, omdat zijn ouders destijds NSU-dealer waren. In eerste instantie dacht hij nog: ´Wie koopt nou zo’n lelijk ding?’ Maar nadat hij zich wat meer had verdiept in Friedel en zijn motorfiets, ging hij overstag. Dus plaatste hij in 1983 een advertentie waarin hij een Münch te koop vroeg. Er reageerden een aantal mensen, waaronder een Belg die er vanaf wilde, maar hem niet aan ´zomaar iemand´ wilde verkopen. Zijn Mammut moest naar een echte liefhebber gaan en Maarten was er inmiddels één geworden. Dus Becker nam het carburatie-exemplaar met 59.000 kilometer op de klok over. De huidige kilometerstand bedraagt net 70.000: Becker rijdt er alleen op als hij echt zin heeft. In 1986 werd Becker lid van de Duitse Münch-club tijdens een Münch-treffen op Zandvoort, destijds georganiseerd door importeur Ed Pols. Er kwamen toen vier Münch-rijders opdagen…[kasten 2]LEO SCHUILDe motorsloper uit Leeuwarden heeft zelfs twee Mammuts: een carburateur-fiets en een injectie-exemplaar. En als bezoeker van het Münch-treffen heb je al na 5 minuten twee fluitende oren: niet vanwege het oorverdovend uitlaatgeluid van deze machines (dat valt juist erg mee), maar wel vanwege de niet aflatende woordenstroom uit Leo’s mond. Hij vond de Mammut destijds wel ‘een interessant ding’, dus kocht hij er in de zeventiger jaren één. Op die ’72-er heeft hij aardig wat kilometers gereden, ondanks het feit dat’ie op de vrije vaart zat, máánden van huis was en in zijn vrije tijd ook nog begon met het slopen van motorfietsen. En een paar jaar later zag hij er eentje in een piepkleine drieregelige advertentie in de Leeuwarder Courant te koop staan: “Ik zag direct dat het niet al teveel mocht kosten om die Münch te verkopen. Dus op naar de andere kant van Leeuwarden en daar kocht ik dus voor een paar duiten een 1200-Einspritzer,” aldus Schuil. “Maar tegenwoordig rij ik eigenlijk nooit meer met de Mammoets; ze staan ergens achter in de schuur, met een oude Mercedes ervoor tegen de diefstal. Maar de liefde voor het merk is er niet minder om. Ik ben vaak van de partij als er een Münch-bijeenkomst is. Ik kwam destijds op een Duitse beurs in contact met de club en daar wilden ze niet geloven dat ik er twee had. Dat bestond gewoon niet. Of ik de framenummers even kon noemen. Nee natuurlijk niet, ik had toen zóveel motoren’. Maar de keer daarop had ik de kentekens meegenomen en toen was ik dus ‘binnen’. Toen het Münch-museum openging, kreeg ik als één van de eersten een uitnodiging.”[kasten 3, bild folgt]MÜNCH MAMMUT 2000Friedel kreeg vaak financiële steun in de vorm van overnames, maar in 1977 leek het doek definitief te vallen. Totdat aan het eind van de vorige eeuw ene Thomas Petsch opdook. Deze rijke Duitse zakenman wilde het motormerk Münch nieuw leven inblazen. En dat leidde tot de Münch Mammut 2000. Met de technische hulp van Friedel en onder meer Cosworth bouwde Petsch een exotisch vloeistofgekoeld twee liter motorblok met een turbo, goed voor 250 pk. Het blok kwam in een al net zo excentriek rijwielgedeelte te hangen en het plan was om deze ‘Millennium Münch’ voor het exorbitante bedrag van € 175.000,- te gaan verkopen. Op de website www.friedel-muench.de kun je er nog alles over lezen, al houdt het nieuws op medio 2004. Op dat moment waren er onderdelen voor 15 motoren geproduceerd en reden er ook daadwerkelijk een aantal rond, maar het bleek dat de 250 geplande motoren – ondanks hun hoge prijs – nooit voldoende zouden opleveren om uit de kosten te komen. Petsch zette dus een streep door het ambitieuze project en rijke stinkerds die op dat moment al een aanbetaling hadden gedaan kregen deze terug. Inclusief rente.[[kasten 4]]HET MÜNCH MUSEUMFriedel Münch heeft een eigen museum in Altenstad. Dat is geen ‘echt’ motorfiets museum, want alles wat Friedel zoal heeft gemaakt, staat daar. Zoals erg veel motorblokken, van Horex-lijnblokken, via een Münch driecilinder-tweetakt, tot aan vliegtuig-stermotoren.Het èchte Münch motormuseum is te vinden in Wallsdorf en is een privé-initiatief van de inmiddels overleden Wilhelm Groh. Vanaf zijn zestiende verzamelde Groh alles wat met de Mammut te maken had; folders, prijslijsten, speldjes, artikelen in kranten en motortijdschriften. Pas op 36-jarige leeftijd kwam Groh eindelijk in het bezit van een echte Mammut. Maar de verzamelingdrift hield daarmee niet op. Integendeel zelfs: in 1994 opende hij een klein museum en in 2003 volgde het echte werk. Op 450 m² staan 50 Mammuts te pronken! Info: www.muenchmuseum.de[[kasten 5]]ROLF DAMENDeze ‘Kraftfahrzeugmeister’ uit Lüneburg is interessant omdat hij sinds 1991 de bezitter is van alle mallen, gereedschappen, werktekeningen en wat er nog meer nodig is om álle onderdelen van de oude Mammuts te kunnen maken. Dus als iemand een nieuw onderdeel nodig heeft, kan dat in Lüneburg besteld worden!Damen restaureert München, reviseert München en levert dus alle onderdelen van München. En… hij bouwt ook héle níeuwe Münch Mammuts model 1967. Want zo eens per twee jaar blijkt er weer iemand te zijn die dik 50.000 euro over heeft voor een nieuwe Münch, waarvan wij dachten dat’ie volledig uitgestorven was. Info: www.motorradtechnik.de.[kasten 6]INGOLF KEICK Ingolf is de ‘Pressewart’ van de Münch Club. Hij liep 4 jaar geleden op een beurs bij toeval tegen de kolos aan en was direct ‘begeistert’ door het grote motorblok en de gedachte dat één man die motor had ontwikkeld en gebouwd. De motor waarmee hij toen oog in oog stond liep wel, maar zag er slecht uit en moest eigenlijk gerestaureerd worden. Maar Ingolf verkocht zijn moderne motor en gebruikt de Mammut nu als ‘dagelijks vervoer’. Hij rijdt er zo’n 8.000 km per jaar mee. Vorig jaar is met de Münch op vakantie geweest naar Normandië en zijn machine is dan ook niet op de aanhanger naar Delden gekomen, zoals sommige andere exemplaren. Volgens Ingolf rijdt de Mammut super, stuurt hij goed ondanks zijn gewicht van een kleine 300 kilo. Sterker nog, volgens hem “is er ècht niets slecht aan de Münch”. Tja, je bent PR-man of je bent het niet![[bildunterschrifte]]1De Münch is geconstrueerd rond een NSU-autoblok. In die tijd leverde dat voor motorfietsen ongekend eprestaties.2Mooi van lelijkheid. De Münch doet zijn naam Mammut alle eer aan.3Dertien Münch-rijders kwamen er naar Nederland voor hun jaarlijkse treffen.4Friedel Münch (rechts) hoort er nog steeds bij en wordt op handen gedragen. 5Veel Mammuts worden nog steeds ‘gewoon’ gebruikt.6Dik in de 70 en dan op de Münch vanuit Oostenrijk komen rijden!7Het bijzondere elektron achterwiel, omdat gewone spaken de kracht niet aan konden.8Na de 1000 en de 1200 volgde deze 1200TTS met injectie, goed voor 105 pk.9Af-fabriek kon de Münch naar wens van d eklant worden aangekleed. Deze koper hield van metertjes…10Herkenbaar uit duizenden: de dubbele koplamp.11De zelfgemaakte voorrem met vier oplopende remschoenen. 12Daar gaan ze weer, een eindje indruk maken.