WK Superbike Spanje en Portugal
De start van het WK Superbike-seizoen leek op het eerste gezicht ‘business as usual’. Weldkampioen Jonathan Rea leidt het kampioenschap na twee raceweekends in Spanje en Portugal. Met zijn overwinning in de seizoensopener bracht de Kawasaki-coureur zijn totaal aan zeges op honderd. Michael van der Mark reed in Aragon even op kop, maar kon met de BMW nog geen vuist maken tegen de gevestigde orde. Wel is hij de bestgeklasseerde rijder van het Duitse merk.
Met twee overwinningen en een tweede plaats achter Scott Redding mocht titelverdediger Rea dik tevreden vertrekken uit Aragon. Ondanks het chagrijn bij Kawasaki vanwege het feit dat de nieuwe ZX-10RR zijn toerentalplafond niet verhoogd zag worden, bewezen Rea en teamgenoot Alex Lowes met podiumplaatsen in alle races dat ook dit nieuwe pakket de maatstaf is in het WK Superbike. In Estoril werd Rea in de eerste race verslagen door Redding, terwijl ook Yamaha’s Toprak Razgatlioglu de wereldkampioen achter zich hield. In de Superpole-race was Rea voor de Yamaha-rijder en de Ducati-coureur weer de beste. Redding leek in de slotrace op weg om zijn puntenachterstand op Rea te minimaliseren. Rea liet zijn jongere landgenoot echter niet ontsnappen en nam zelfs de leiding over. Daarop gleed Redding onderuit. Razgatlioglu had het Rea misschien moeilijk kunnen maken, maar vanwege een jumpstart moest hij twee maal een long lap-penalty pakken. Dat hij achter Chaz Davies nog derde werd, was een prestatie van formaat.
Michael van der Mark speelde in de aanloop naar de eerste race in Aragon een bijrol en dat zinde de BMW-rijder maar matig. Een crash in Barcelona zorgde ook voor vertraging. “Maar uiteindelijk was het belangrijk dat we alles hebben kunnen testen en dan moet je de knop omzetten”, vond Van der Mark. Dat Van der Mark de Yamaha als referentie gebruikte, was na vier seizoenen op het merk wel begrijpelijk. “Met het remmen voelde de BMW in het begin niet zo stabiel aan. Bij de Yamaha kon het achterwiel wel omhoog komen, maar hij bleef voorspelbaar. De BMW kan nog wel eens gemeen uitbreken. Dat is iets waar alle vier BMW-rijders (waaronder Van der Marks teamgenoot Tom Sykes, red) moeite mee hebben. Dat was altijd al zo op de BMW. Deze fiets heeft ook een andere swingarm, waardoor het probleem al iets minder is, maar het is wel een punt van aandacht.”
Van der Mark begon zijn WK-campagne van 2020 nogal ongelukkig door een crash op vrijdag in Aragon. “Met de Yamaha wist je altijd wel wat de voorkant deed, met de BMW voel ik dat nog niet. Dat is wel een dingetje, dat kost je een beetje vertrouwen. Hij geeft gewoon weinig feedback. Dat hebben we gelukkig al wel kunnen verbeteren.” Ook merkte Van der Mark het verschil in motorkarakter tussen de Yamaha R1 en de BMW M 1000 RR. “De Yamaha heeft overal vermogen, bij de BMW is er veel, maar het zit wel vrij hoog in de toeren. Ik krijg het vermogen nog niet aan de grond. Het is goed dat het er is, maar je moet er wel anders door rijden. Je moet ‘m zo snel mogelijk overeind zetten en dan het gas er op. Maar dat lukt niet altijd. Bij Tom lijkt het wel alsof hij nooit een bocht maakt. Zoals hij een bocht in gaat, dat is mij nog nooit gelukt, maar soms is het beter en omdat we allemaal onze data delen, kun je daar soms wel wat van leren.”
Met een matige vijftiende startplaats begon Van der Mark aan zijn eerste race op de BMW. “We hadden weer pech op zaterdagmorgen. Het meest frustrerende was dat we ’s ochtends de lange run hadden gepland die we op vrijdag niet hadden kunnen doen. Die ging dus wéér niet door. Maar goed, het was niet anders.” Zo werd zijn wedstrijddebuut op de BMW een verkapte testsessie. “Veel informatie had ik niet voor die eerste race. Ik begon met een best wel goed gevoel, maar na een aantal ronden werd de grip duidelijk minder. Dat is waardeloos, maar je moet je er overheen zetten. Iedereen wist het en ik moest toch punten proberen te pakken. Na afloop zeiden ze ook sorry.”
Op ruim 20 seconden van winnaar Rea werd Van der Mark elfde; teamgenoot Sykes reed vanaf de eerste startrij naar de zesde plaats. Op zondag maakte de Nederlander in de warm-up voor het eerst kennis met de BMW op een natte baan. “Maar na drie ronden had ik het al onwijs goed naar m’n zin. Van mij mocht het wel blijven regenen! Maar toen we de baan opgingen voor de Superpole-race dacht ik: slicks! Maar toen begon het weer te regenen en het was te laat om weer te wisselen. In de warm-up ronde wist ik: tóch de goede keus. Maar ja, ik stond zó ver naar achteren en met die slicks moest ik natuurlijk wel de droge plekken op de baan zien te vinden, terwijl iedereen met intermediates overal reed.”
Van der Mark reed echter een ijzersterke race en finishte mede dankzij de snelste raceronde als vijfde. “Daarmee waren ze wel happy”, omschreef Van der Mark zijn onthaal na die spectaculaire sprint over tien ronden. Belangrijk was dat hij de tweede race op zondag ook vanaf de vijfde plaats mocht beginnen. Regen na de Supersport-race zorgde weer voor twijfel. “Ik had echt nog nooit met intermediates gereden en na de eerste bocht wist ik: geef die eerste prijs maar aan Redding, want die had de slicks wel aangedurfd. Het droogde zó snel, maar die intermediates waren bizar goed.”
Heel even reed Van der Mark zelfs nog op kop – “dat moest even voor de TV”- daarna bemoeide hij zich ouderwets agressief met de strijd om de podiumplaatsen. In de slotfase moest hij lossen en restte een vijfde plaats. “Ik had het gevoel dat ik écht kon vechten, maar ik wist natuurlijk ook wel dat ik dat niet kon volhouden. Ik wist dat er een verval zou komen; het was mijn eigen schuld. Maar het gaf wel vertrouwen.” Met name Van der Marks bikkelharde tweestrijd met wereldkampioen Rea was het aanzien zeer waard. Pas bij zijn derde poging moest Van der Mark definitief buigen. Achter Sykes werd hij vijfde. “Balen dat Tom nog voorbij kwam, waarschijnlijk was hij iets zuiniger geweest op de banden. Maar het was een belangrijke race. De Kawa’s zijn overal en in alle omstandigheden goed en met die mannen konden wij toch het gevecht aan.”
Na het weekend in Spanje maakten Van der Mark en zijn team de balans op. De voormalig Supersport-wereldkampioen meende dat de BMW iets te veel op de voorkant leunde, waarna men ook de elektronica aanpaste om een vloeiendere vermogensafgifte te bereiken. Op vrijdag stond Van der Mark echter weer lang in de pitbox. “Weer domme pech. Een elektronisch probleem, waardoor je eigenlijk weet dat je het hele weekend weer achter de feiten aan rent. Maar uiteindelijk viel het nog mee. ’s Middags liep het al beter en ik kon merken dat we steeds dichter in de buurt komen van wanneer ik kan zeggen dat het wel mijn fiets is.” Van der Mark kwalificeerde zich als twaalfde en reed, hoewel ver achter de kopmannen, een degelijke race met een zevende plaats als eindresultaat. “Voor de race hadden we de geometrie aangepast, waardoor ik hard en laat de bocht in kon. Davies kwam me voorbij en toen ik met hem mee probeerde te gaan, was ik de voorkant een paar keer kwijt. In feite was het door de pech op vrijdag weer mijn eerste lange run. Het gat met de kop was nog steeds te groot, maar ik was constant en dat was tot nu toe vaak het probleem met de BMW.”
De Superpole-race eindigde door verkeerd uitgepakte modificaties teleurstellend met een dertiende plaats, maar in de slotrace op zondag werd Van der Mark – ook profiterend van een paar crashes voor hem – keurig zesde, net voor Honda-coureur Alvaro Bautista. Voor de derde keer in zes races was de Nederlander de hoogst geklasseerde BMW-vertegenwoordiger. “We leren nog”, luidde Van der Marks conclusie. “Bij de eerste keer op het gas uit de bocht missen we nog grip en drive ten opzichte van de rest. Remmen en sturen doet de BMW inmiddels echt goed. Ik sta zevende algemeen en natuurlijk kijk je dan waar de andere BMW-rijders staan. Wij moeten ons vooral op onszelf richten. Dit is eigenlijk het eerste jaar dat er met een heel nieuwe machine echt ontwikkeling wordt gedaan. Ik wist dat er veel werk op ons af zou komen. Coureurs zijn allemaal ouwe wijven: er wordt altijd geroddeld, haha! Ze weten allemaal dat we er aan komen.”
In de Supersport-klasse voert Steven Odendaal dankzij drie raceoverwinwinningen het klassement aan. De tweede race in Portugal eindigde voor de Zuid-Afrikaan voortijdig door technische problemen. Supersport-debutant Dominique Aegerter bezorgde zo het Ten Kate Racing Yamaha-team de eerste Supersport-zege op Yamaha. Hij volgt lijstaanvoerder Odendaal op zes punten.