Producttest 10 jethelmen
Eindelijk! Eindelijk komen de systeem- en integraalhelmgoeroes hier op de redactie op het lumineuze idee eens een keer echte mannenhelmen te gaan testen. Jethelmen kortom, en dan niet met frivole extra’s als een zonnevizier of iets dergelijks, maar gewoon een pure pothelm. Met de neus in de wind kortom!
Vroeger was echt niet alles beter, maar luchtiger wel degelijk. In ieder geval wat betreft de helmmode. Deze vorm van hoofdbescherming ontwikkelde zich via een leren pet en halve schaal tot uiteindelijk de klassieke jethelm, die in de jaren 70 doorgaans de eerste keus was voor motorrijders. De helmplicht voor motorrijders werd in Nederland in 1972 ingevoerd en brommerpiloten waren vanaf 1975 verplicht om een beschermend hoofddeksel te dragen. De jaren zestig en zeventig waren dan ook de decennia waarin men collectief naar de jethelm greep. Daarna echter ging het snel bergafwaarts met de populariteit. Ook in helmenland is er immers sprake van evolutie en eind jaren zestig werd de eerste integraalhelm gelanceerd. Deze innovatie had weliswaar even aanloop nodig, maar vanaf beginjaren 80 greep iedereen die het zich ook maar een beetje kon veroorloven, naar de integraalhelm die het hoofd volledig omsloot. Enkel de eigenaren van echte oude klassiekers vertrouwden nog altijd op de combinatie ‘van boven hard, van onderen zacht’, zoals de oude Cromwell helmen uit de jaren 50.
De klassieke jethelm werd vooral omarmt door (motor)scooterrijders, die toch niet zo heel hard reden en het wel graag wat luchtig hadden. Middels (zonne)vizieren verloor de jethelm echter door de jaren heen veel van zijn pure karakter. Enkel de cruiser en chopper clientèle wilde nog wel eens naar de oorspronkelijke jethelm, laten we ‘m voor het gemak maar pothelm noemen, grijpen, maar dat was wel een héél select groepje. Met andere woorden, de jethelm in zijn oorspronkelijke vorm, zonder allerlei extra franje, was gedoemd tot uitsterven. Een uitgebreide producttest met kandidaten uit dit genre dus ondenkbaar.
Tja, en toen waren daar ineens de in houthakkershemden en zware werkschoenen gestoken volle-baard-dragers, die op hun customs, retro’s en café racers graag een passend hoofddeksel wilden dragen. Wie zich met zijn Kawasaki W800, Triumph Modern Classic of Royal Enfield twin op Neerlands ’s heeren wegen stort, doet dat immers bij voorkeur op een stilistisch gezien zo verantwoord mogelijke wijze. En zo ziet een nieuwe, oude helmcategorie het levenslicht. Wat ooit een heel basic jethelm was, is nu ineens een modestatement dat zeer gretig aftrek vindt. Alleen al de populariteit van de klassieke pothelm rechtvaardigt inmiddels een uitgebreide producttest, maar er is ook nog iets anders. Onze eigen nieuwsgierigheid. Je hoeft immers geen Einstein te heten om te zien dat een pothelm letterlijk niet veel om het lijf heeft. En dat is een nogal twijfelachtige constatering met betrekking tot iets dat ons motorrijders moet beschermen. Je zou bijna zeggen, die dingen zijn levensgevaarlijk, hoe kun je die nou gaan testen?
Dat gevaarlijk klopt in ieder geval niet. Althans niet als in de zin van levensgevaarlijk. Gerenommeerde ongevalsanalisten gespecialiseerd op motorgebied zijn het er in ieder geval over eens dat de pothelm in staat is, in tegenstelling tot de leren pet en halve schaal helmen, dat te beschermen wat voor overleven belangrijk is: de hersenen. De klassieke jethelm bedekt namelijk bijna altijd precies het schedelbereik af, ofwel het meest kwetsbare deel van je hoofd. Of om het wat meer drastisch uit te drukken: een geschaafde neus of gebroken kaak mogen dan behoorlijk pijnlijk zijn, ze zijn niet noodzakelijk om te overleven. Ongevalsanalist Florian Schueler, die ook betrokken was bij de ontwikkeling van ons eigen helmtestprotocol, omschrijft de genoemde lichaamsdelen meer als ‘kreukelzones’, die kinetische energie bij een val absorberen en daarmee bijdragen aan de overlevingskansen. Dat hoeft echter niet. Iedereen is vrij in zijn of haar keuze en het laatste wat we willen is iemand de wet voorschrijven, maar komt het op ‘passieve veiligheid’ aan, dan is er maar één beste keuze: een volledig beschermende integraal- of systeemhelm.
Er zitten evenwel twee kanten aan ieder verhaal, in dit geval dat van de ‘actieve veiligheid’. Die speelt een belangrijke rol wanneer er van een ongeval nog geen sprake is. Sterker nog, het draagt wezenlijk bij aan het voorkomen ervan en precies hier speelt de jethelm zijn troefkaarten uit. Bijvoorbeeld doordat de drager dankzij het enorme blikveld het verkeer rondom veel beter waarneemt, hij/zij duidelijk meer hoort, een veel directer gevoel met betrekking tot de snelheid ervaart en/of alerter blijft door de frisse wind in het gezicht. Er zijn dus wel degelijk zaken die in het voordeel van de jethelm spreken.
Of beter gezegd: in het voordeel van een ECE-gecertificeerde jethelm spreken. Daarover gesproken, na meer dan 19 jaar ECE-R22.05 staan we nu aan de vooravond van de nieuwe 22.06 richtlijn. De komende jaren wordt deze uitgerold, waarbij momenteel al nieuwe helmen conform de nieuwe richtlijn kunnen worden gecertificeerd. Deze staat echter nog in de kinderschoenen (pas vanaf juni 2023 vervalt de ECE-R22.05 richtlijn), wij baseren ons dus nog gewoon op de bestaande richtlijn (zie kader ‘De helmen in het laboratorium’). Tien deelnemers melden zich aan de start van de test, op de navolgende pagina’s zie je hoe ze het er vanaf hebben gebracht.
Geteste jethelmen:
BMW Bowler € 377,00
Redbike RB-756 Titanium € 135,00
Sena Savage € 331,75
Harley-Davidson Retro Tank Stripe € 154,00
Nexx X.G10 Purist € 199,99
Nishua Jet 2 € 99,99
Bogotto V541 Scacco € 119,90
Premier Le Petit Classic € 199,00
Bell Custom 500 € 149,00
Craft Jethelm 1.0 3C € 199,99
ZO TESTEN WE
Van iedere helm participeerden vier exemplaren aan de test: eentje in S en eentje in XL voor de praktijktest. Verder zijn er nog twee exemplaren in maat M, die in het laboratorium hun einde tegemoet gaan. Alle testmonsters zijn door de fabrikanten zelf in de herfst van 2020 in de originele verpakking aangeleverd. Dat heeft onder meer als voordeel dat we niet achteraf in conclaaf met de fabrikanten hoeven omdat er tussendoor een modelupdate is geweest of de geteste helm uit een overjarige serie zou stammen. Mogelijke manipulatie van de testmonsters hebben we uitgesloten door een zeer korte aanlevertijd. Bovendien kennen de experts in de regel de bewuste modellen al, en anders komen eventuele onregelmatigheden bij de klapdempingstest in het laboratorium wel naar voren. Zoals gezegd mochten de maten M daar hun kwaliteiten tonen, maten S en XL mochten zich tijdens een uitvoerige praktijktest op een Royal Enfield Interceptor 650 en Husqvarna Svartpilen 401, beide redelijk onbeschermde motorfietsen dus, in de praktijk bewijzen. Omdat de Sena-helm er niet in maat S was, werd hiervan een M-exemplaar voor de praktijktest gebruikt, uiteraard door een testredacteur met bijpassende helmmaat. Direct na iedere testrit werden de indrukken geprotocolleerd voor wat betreft onder meer draagcomfort, akoestiek, aerodynamica en ventilatie. Uiteraard zijn ook alle helmen gewogen en stond er zoals altijd een ‘droogzwemoefening’ op het programma, waarbij onder meer het op- en afzetten, de kinriembediening, uitrusting en algemene afwerking uitvoerig zijn beoordeeld.