+ Plus

Interview Valentino Rossi

Het was een situatie waaraan iedereen gewend was. Valentino Rossi leidde het wereldkampioenschap en de rest moest maar proberen om hem van de eerste plaats te verdringen. Dat gebeurde dus vorig jaar toen de pechduivel een pact met Nicky Hayden sloot en Rossi zijn wereldtitel kwijt raakte. Maar ach, hij zou in 2007 wel weer wereldkampioen worden. Dat blijkt echter moeilijker dan verwacht; ook dit jaar is Rossi voorlopig veroordeeld tot de rol van jager.
Er moet veel gebeuren wil Valentino Rossi de buitenwereld laten blijken dat hij het niet naar zijn zin heeft. De Italiaan is professional pur-sang. Hij is zich bewust van de camera’s, van de fans, van de media en van de belangen van zijn team. Praat met Rossi en het is nooit nietszeggend. Harde woorden pakt hij mooi in en zijn humor is een bijna even geducht wapen als zijn verpletterende snelheid. Over de snelheid van de Ducati: “We moeten op circuits met lange rechte stukken twee rijstroken maken. Eén voor de Ducati’s, de andere voor de rest.” Over de scherpe uitremacties ten opzichte van Casey Stoner: “Ik zal hem er niet meer uitremmen als hij me niet meer inhaalt op het rechte eind.” En over het gladde asfalt in Donington: “Dat komt niet door de vliegtuigen die overvliegen. Het komt door het popconcert dat er vorig jaar werd gehouden. De hamburgertent stond namelijk op het asfalt.”
De verdiensten van Rossi zijn ongekend en Yamaha is hem eeuwige dank verschuldigd toen hij besloot zijn contract te verlengen tot en met 2008. Het tekent ook de passie en de eerzucht van de zevenvoudig wereldkampioen, die beseft dat winnen steeds moeilijker zal worden. Max Biaggi en Sete Gibernau gingen, Nicky Hayden en vooral Dani Pedrosa en Casey Stoner kwamen. En er komen er nog meer, mogelijk zelfs in Rossi’s eigen Fiat/Yamaha Team. Het gerucht rond de komst van Jorge Lorenzo wordt immers steeds hardnekkiger en het vertrek van Colin Edwards lijkt onvermijdelijk. Het zal Rossi zwaar vallen om afscheid te nemen van zijn beste racevriend ooit en die vervangen zien worden door een jonge, ambitieuze coureur van wie hij een zichtbare afkeer heeft. Lorenzo reikte hem in Barcelona de hand na zijn vijfde pole van het jaar. De ronde was sneller dan Rossi’s pole in 2001 op een Honda NSR500. “Het was bijzonder om harder te rijden dan Valentino, de beste coureur aller tijden”, aldus Lorenzo. Rossi zat er bij en luisterde er naar. Of de twee volgend seizoen daadwerkelijk teamgenoten worden, is nog onbekend, maar Rossi is in zijn MotoGP-jaren nog nooit achter een teammaat gefinisht. Onlangs bleek in Misano hoe de Yamaha-coureur met zijn metier bezig is. In de wetenschap dat er in september voor het eerst sinds veertien jaar weer een GP wordt verreden, ging Rossi daar op werkbezoek. En zag pal voor zijn ogen zijn oude rivaal Biaggi hard crashen.
 
Je was in Misano. Je zag De Crash. Wie maakte de fout?
“Wie denk je? Je kon daar onmogelijk in halen. Hij kwam er te hard in en het was dus Biaggi’s fout, natuurlijk.”
 
Maar soms moet je beslissingen nemen waarvan je niet weet of ze goed af lopen.
“Natuurlijk. Daar ben ik het mee eens. Een rijder moet soms wat proberen. Maar hij maakte een fout.”
 
Racen zit in een hoofd. Hoe bereid jij je mentaal voor?
“Al het werk begint op vrijdag. Dan probeer ik de setting van de machine te begrijpen en de staat van het circuit. Dan begint je ervaring mee te tellen. Maar ook dan is het zo dat een baan het ene jaar anders kan aanvoelen dan het vorige. Misschien door de banden, misschien doordat er gewoon minder grip is. Soms moet je dan andere lijnen rijden dan het jaar daarvoor. Daarom probeer ik zoveel mogelijk ronden te rijden om de data in mijn brein op te slaan. Daarna probeer ik in de goede stemming te komen om de race te gaan inschatten, hoe de concurrentie er voor staat en met wie ik de meeste rekening moet houden. De echte concentratie begint op zondagmorgen. Ik probeer dan zo ontspannen mogelijk te blijven.”
 
Hoe doe je dat?
“Niks bijzonders, eigenlijk. Ik luister altijd naar muziek voordat ik op de motor stap. Italiaanse muziek, maar ook rock en hardrock. Dat ligt aan de tijd en de stemming waarin ik wil verkeren. Als ik rustig wil worden, zoek ik daar de juiste muziek bij. Maar geen rustige muziek, hoor, want ook van hardrock kan ik relaxt worden. Om te zeggen dat ik een vast stramien heb waar ik me aan vast houd, nee, dat niet. Ik breng veel tijd door met Uccio, mijn beste vriend en doe verder geen gekke dingen.”
 
Is dat in de loop der jaren veranderd? Je racet nu al meer dan tien jaar GP’s.
“Het gevoel en de emotie is nog steeds hetzelfde als toen. Misschien ietsje anders omdat de eerste race de eerste race was. Maar de tweede race was het al hetzelfde. Het ligt heel erg aan het weekend. Als je heel snel bent geweest, ben je rustig. Als je problemen hebt gehad, ben je meer gestresst.”
 
Welke mensen helpen je in de voorbereiding naar een race?
“Ik heb hulp van Marco Montenari, die me fysiek prepareert voor de race. Gedurende het weekend masseert hij me en hij houdt me soepel. Geestelijk knap ik het zelf op. Daarvoor heb ik geen hulp. Ik heb veel goede mensen om me heen met wie ik kan praten over de tactiek en de race. Uccio, mijn manager, het team. Wat de tactiek betreft, is het zo dat ik een duidelijk beeld heb van de concurrentie, van mijn motor en van de banden. Tijdens de race beslis ik wat voor tactiek ik hanteer. Een plan vooraf werkt niet. Je kunt alles mooi uitgedacht hebben en als er dan wat onvoorziens gebeurt, klapt je plan in elkaar. Ik probeer het altijd op te bouwen. De concentratie moet goed zijn en dan moet ik zo snel mogelijk starten en dan bij de eerste bocht zo hard mogelijk remmen. Daarna zie ik het wel.”
 
Was je sneller nerveus toen je net de GP’s binnenstapte?
“In het begin zeker. Maar niet veel. Ik ben nu voor elke race ook nog nerveus. Voor de camera lach en zwaai ik wel, maar dat is maar de buitenkant. Binnen is het heel anders.”
 
Jaren lang was je de gejaagde. Nu ben je al voor het tweede jaar zelf de jager. In hoeverre verschilt 2006 van 2007?
“Vorig jaar was erg moeilijk voor me. Vorig jaar moest ik vechten tegen de pechduivel. Dit jaar moet ik het opnemen tegen een echte rivaal. Dat is anders. Dat is veel makkelijker te accepteren. Vorig jaar was het erg. Tot de tweede helft van het seizoen kon ik de motor niet rijden zoals ik dat wilde. Ik had ongelooflijk veel pech. In Le Mans had ik moeten winnen, maar de motor stopte er mee. Dit jaar is de situatie duidelijker en eerlijker. Ik heb een fantastische rivaal in de persoon van Stoner. Vorig jaar was hij snel en maakte hij fouten, dit jaar rijdt hij erg goed en maakt hij géén fouten. En hij heeft een geweldige Ducati, omdat de fabriek veel eerder klaar was voor de nieuwe reglementen dan alle Japanse fabrieken. Het allergrootste verschil met het verleden is de banden. De Yamaha is fantastisch met qualifiers, maar Bridgestone heeft in het geheel een enorme stap gemaakt. Die banden zijn ook eerder op temperatuur.”
 
Vorig jaar stond je veel verder achter dan nu. Was er ook meer sprake van stress?
“Van de eerste zeven wedstrijden won Stoner er vier en toch stond ik maar veertien punten achter. Ik had in Donington al veertig punten meer dan vorig jaar om deze tijd. Dat is anders. Vorig jaar had ik veel meer nadelen. Dan wordt het ook steeds moeilijker om je te concentreren op je werk. We hadden Le Mans, daarna kwam de pech in Laguna en ik crashte ook nog in Assen. Het kwam te vaak voor dat ik pech kreeg als aan het vechten was om voorin te komen of te blijven. Ook in China. Daar stond ik dertiende op de grid en kwam ik naar voren naar de vijfde plaats. Misschien had ik nog verder naar voren kunnen komen, maar de band ging kapot. Veel pech en erg moeilijk om de uitdaging steeds met volle concentratie aan te gaan. Het was met afstand het moeilijkste seizoen uit mijn hele carrière. En uiteindelijk kwam ik maar vijf punten te kort.”
 
Was je ook teleurgesteld in jezelf?
“Vooral in Assen was ik teleurgesteld. Dat was mijn enige echte fout van 2006. Het was nog erg vroeg in de trainingen en ik pushte veel te hard. Ik crashte al na drie, vier ronden, brak een botje in mijn pols en ik had veel pijn. Toen dacht ik ‘Fuck, 2006 is over’. De tweede fout was Valencia, de laatste race van het jaar. Heel vreemd. Als je de crash ziet, doe ik geen gekke dingen. Ik verloor 0,8 seconden op dezelfde machine met dezelfde rijder. We wisten niet wat er gebeurde.”
 
Tactiek is toch belangrijk. In China remde je Stoner er steeds uit terwijl je wist dat zijn motor sneller was.
“Ja, ik wilde hem onder druk zetten en nerveus maken. Ik had een gigantisch nadeel in topsnelheid. Ik wilde met hem het gevecht aan gaan. Maar het was ook voor mezelf, om mezelf geconcentreerd te houden. Als ik twintig ronden achter iemand aan rijd zonder iets te proberen, gaat het niet goed. Dan maak ik sneller een fout. Dan vecht ik liever. In Donington viel ik op zaterdagmorgen toen ik uit de pits reed met nieuwe banden. Erg dom. Ik was er niet goed genoeg bij met m’n hoofd. Ik zag Melandri aan komen, wilde ruimte maken, maar ik zat al op de kerbstones. Ik gleed er over heen en achter de kerbs was het één modderpoel. Ik wilde me wel onder de motor verschuilen om niet op te vallen…. Maar er waren te veel camera’s. Ik moest de hele ronde terugrijden naar de pits. Ik zag eruit alsof ik een cross had gereden. Onder de modder van helm tot laarzen.”
 
Onze laatste vraag voordat we naar de TT in Assen gaan. Je vecht ook voor de veiligheid en zit samen met Loris Capirossi en Kenny Roberts in de veiligheidscommissie. Jullie hielden je ook onder andere bezig met de nieuwe baan in Assen.
“Veiligheid gaat elke coureur aan, niet alleen ons drieën. In Donington had ik een meeting met Loris, omdat Kenny er niet was, maar verder komt er helaas ook geen enkele coureur meepraten en meedenken. Veel rijders komen bij mij klagen of stappen direct naar de journalisten toe als er in hun ogen iets niet deugt. Maar blijkbaar heeft niemand zin om op vrijdagavond om zeven uur nog eens ècht over die problemen te praten. Terwijl het ons toch allemaal aan gaat. Ik vind dat ik dit moet doen. En wat Assen betreft: de laatste verandering van de baan had met veiligheid niets te maken. Tot vorig jaar was Assen een droom; nu is het een gewoon circuit geworden. Helaas. Elk jaar worden de bochten gewoner en verliezen we dat speciale gevoel. Assen is nu gewoon één van de circuits. Een goed circuit, meer niet.”
 
 
[[kasten]]
ROSSI’S DOZIJN

Valentino Rossi maakt dit jaar zijn twaalfde GP-start in Assen.
In 1995 kwam hij er aan de hand van vader Graziano voor een EK125-race. Het jonge talent crashte.
Een jaar later promoveerde Rossi tot GP-coureur. De eerste Assen-overwinning volgde in 1997, het jaar dat hij ook zijn eerste wereldtitel veroverde.
In 1998 deed hij wat zijn vader 19 jaar eerder had gedaan: winnen in de kwartliterklasse.
Een overwinning in de 500 cc behaalde Rossi in Assen nooit. Zijn tweede plaats in 2001 achter Max Biaggi is zijn beste resultaat.
Bij de entree van de viertakten, toonde hij zich in 2002 de beste op de Repsol/Honda RC211V. Voor Yamaha zegevierde hij in 2004 en 2005.
Rossi startte vijf keer (in drie verschillende klassen) van de pole.
Vier van zijn vijf overwinningen in Assen (1997 125 cc, 2002, 2004 en 2005 in de MotoGP) werden voorafgegaan door pole-positions.
In navolging van Phil Read en Jim Redman won Rossi in drie klassen. De Italiaan deed dat echter op drie verschillende merken: Aprilia, Honda en Yamaha.

 
 
Plaats hier uw tekst

Lees meer over

Ducati Honda Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...
Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...
Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...