Oude Liefde: Benelli 650 Tornado
Sommige motoren dwingen respect af, alleen maar door er te zijn. Het kan door de naam op de tank komen of de robuuste uitstraling van het blok. Misschien wel door het grove gietwerk of de ‘no-nonsens’ bediening. Als het echter om al deze elementen tezamen over één motor gaat, dan heb je het dus over een Benelli 650 Tornado!Georg Drent uit het Gelderse Oosterbeek herkende het bijzondere in de Benelli direct. Geboren in de toenmalige DDR groeide hij op in een land waar het snelste monster op twee wielen een MZ was. En ook Georg had een MZ als eerste motor, een 150cc-tje. “Geen onaardige motor hoor,” zegt de bebaarde vijftiger nu, “Maar ook in de DDR zagen we foto’s en lazen we berichten over de motoren in het – volgens de partijbonzen verderfelijke – westen. We droomden zelfs van die motoren. Vooral de races op de Sachsenring, waar de hele wereldtop aan de start verscheen, waren hoogtepunten. Er kwamen honderdduizenden mensen naartoe, uit alle hoeken van het Oostblok. We maakten foto’s van al die helden en natuurlijk van hun motoren. Die voorbeelden werden dan later weer in vele Oost-Duitse of Tsjechoslowaakse schuurtjes zo goed mogelijk nagebouwd.” Als hij het verhaal vertelt, lijkt Georg het allemaal zo weer mee te maken. “Ik had een vriend die gek was van BMW’s en die er diverse nabouwde. Een ongelofelijke vakman waar ik veel bewondering voor had.”
Behalve op de MZ reed Georg ook nog even op een Sport-AWO viertaktmotor, maar lang duurde dat niet, want als zoon van een Duitse vader en een Nederlandse moeder had hij andere plannen voor zijn toekomst: Georg was 18 toen hij met een vervalst paspoort de DDR ontvluchtte.
”Ik kwam in Amsterdam terecht en had daar toch wel even moeite mee. Er was van alles te koop en als motorliefhebber keek ik smachtend naar al dat chroom en staal.” Al snel reed hij op een DKW 350 rond. En toen hij – als Nederlander – in dienst moest maakte hij van de nood een deugd: hij werd motorordonnans en mocht zijn kunsten vertonen op een Engelse Matchless.
Wanneer een vriend een Honda CB500 Four koopt, lijkt ook Georg voor dit stukje Japans vernuft te vallen. “Maar toen was daar ineens die Benelli. Ik zag de Italiaanse twin bij het Tweewieler Centrum in Amsterdam staan en was gelijk gecharmeerd. Ik weet nog dat ik me eerst heb verdiept in de technische gegevens en die heb vergeleken met de Honda CB500. Vooral de manier waarop het blok gebouwd was boezemde mij veel ontzag in. Uiteindelijk kocht ik de Benelli in 1973. Wat een geluid! Ik vond en vind hem mooier klinken dan die Honda. Ik weet nog goed dat ik ermee naar de DDR ben gegaan, naar de Grand Prix!”
Benelli werd in 1911 nabij Pesaro in Italië opgericht door de gebroeders Benelli. Het racebloed stroomde hen lustig door de aderen en Tonio Benelli werd in de jaren dertig maar liefst 4 maal Italiaans kampioen. Het palet aan straatmotoren behelsde in die tijd hoofdzakelijk ééncilinders van 250 en 500cc.
Benelli overleefde de tweede wereldoorlog maar net; de fabriek zelf werd volledig verwoest. In 1949 werd een herstart gemaakt en kwam er een nieuwe 98cc op de markt, die snel werd opgevolgd door de 125 cc ‘Leoncino’. Dat bleek een waar succesnummer. Maar de jaren zestig waren moeilijk voor alle motorfietsfabrikanten en ook voor Benelli. De in 1948 voor zichzelf begonnen Guisseppe Benelli keerde met zijn eigen merk MotoB weer in de moederhaard terug, wat toen de redding van het bedrijf werd. Want het door MotoB ontwikkelde 250cc-blokje (in de volksmond bekent als het ‘krachtei’) zorgde voor de broodnodige verkopen.
Ondanks dat het financieel niet altijd rozengeur en maneschijn was, bleef Benelli zich inzetten voor de racerij met bekende namen als Kel Carruthers (wereldkampioen 250) en Renzo Passolini.
In 1968 toonde de fabriek de 650 Tornado, maar naar goed Italiaans gebruik duurde het dus nog twee jaar voordat de motor werkelijk leverbaar was. De productie kwam langzaam op gang en bleef over de hele periode laag met gemiddeld 10 stuks per dag. De 650cc zware twin moest volgens de fabriek goed zijn voor 50 pk bij 7200 toeren. Het gewicht van de machine was 210 kg en de motor was uitgerust met trommelremmen, waarvan vooral de voorrem met zijn dubbele remtrommel een indrukwekkende verschijning was. Later kwam er nog een S-versie op de markt met iets grotere carburateurs en een elektrische starter. Deze machine leverde ook 2 pk meer. Er volgden daarna nog een aantal kleine wijzigingen op die S-uitvoering, onder meer met een sportzit en een kleine stuurkuip, maar in 1975 verdween de Tornado definitief van het toneel. De motor was qua uiterlijk al die tijd niet veranderd en toonde toen behoorlijk gedateerd.
Het waren de raceactiviteiten die het bedrijf uiteindelijk in financiële nood bracht en ondanks het feit dat de Tornado in de beginjaren redelijk succesvol was, ging de fabriek in andere handen over. De Argentijnse zakenman Alesandro de Tomaso begon direct met een vernieuwingskuur en introduceerde spectaculaire nieuwe modellen, met als absolute blikvanger de 750 Sei. Deze zescilinder zorgde voor een ware revolutie en was ook de eerste zescilinder-productiemotor.
Benelli is tegenwoordig in Chinese handen en probeert nu weer terug te komen op de markt met de 1130 cc driecilinders, terwijl er ook al studiemodellen zijn getoond van ééncilinders en tweecilinders. De naam Tornado van deze 650 is inmiddels ook gekoppeld aan een nieuwe 1130cc-model.
De Tornado 650 is geen grote motor, maar echt klein te noemen is hij nu ook weer niet. Stoere lijnen om een machtig blok, dat een beetje weggedrukt lijkt. De blauwe tank en de grote zijdeksels vallen direct op, de forse voorrem ziet er nog steeds indrukwekkend uit. Het simpele zadel lijkt Spartaans. En is dat ook. Het exemplaar van Georg lijkt gisteren uit de winkel te zijn gekomen zo mooi staat hij er bij. “Ik ben nog steeds zeer tevreden,” zegt Georg als we naar de Italiaanse schone kijken. “In het verleden reed ik werkelijk overal met de Benelli naar toe. Jarenlang bezocht ik vrijwel alle wegraces in Nederland. Vooral de bezoeken aan de vroegere NMB-races (van de niet meer bestaande Nederlandse Motorsport Bond, RdJ) waren een happening. Zo hard als die mannen daar vroeger over die erg smalle wegen reden. Ongelofelijk!”
Georg ging ook wel op zijn Benelli terug naar zijn geboorteland: “Ja, dan trok je wel aandacht. Vooral de motorrijders in de DDR smulden van de techniek en als ik weer eens langskwam werden er tientallen foto’s van de Tornado 650 gemaakt. Vergeet niet dat er in de toenmalige DDR heel veel technisch vernuft onder de mensen zat. Ze hadden er alleen niets, dus moesten alles zelf maken. Maar men kon daar werkelijk van niets iets maken. Complete motorfietsen werden er nagebouwd. En die zagen er dan ook nog eens fantastisch uit. Ja, die ritten naar de DDR en ook naar Tsjecho-Slowakije, die vergeet ik mijn hele leven niet meer. En die mensenmassa’s ook die er destijds naar naar de Grand Prix kwamen. Ik zie het nog voor me. Ruim 200.000 mensen kwamen er op die races af en bijna allemaal leken ze ook bij ons langs te komen. Om mijn Benelli en de Honda van mijn vriend te komen bekijken. Ongelofelijk!”
Comfortabel is de Benelli 650 Tornado echter bepaald niet en de zithouding, die Georg zelf met het sportstuur heeft gecreëerd, hielp daar ook niet aan mee. “Mijn vrouw ging ook mee en met de tent achterop reden we in één stuk met 140 op de teller naar de DDR. Man, we waren gebroken als we aankwamen.”
Ondanks het feit dat Italiaanse motoren een weinig betrouwbare reputatie hebben, heeft Georg weinig problemen met de Tornado gehad. “De snaar die de dynamo aandrijft wilde nog wel eens breken en daarom had ik ook altijd een reserve bij me. En één keer hadden we de koppeling niet goed vastgedraaid na een inspektie, waardoor de drukplaat tijdens het rijden door de deksel schuurde. Ik heb dat deksel, met een mooi rond gat erin, altijd nog bewaard,” zegt hij lachend.
Toen de kinderen kwamen, bleef de Benelli steeds vaker in de garage staan. Totdat Georg in de jaren negentig door een buurman attend werd gemaakt op het bestaan van een heuse Benelli-club. “Ik raakte meteen weer enthousiast, heb me aangemeld en de Tornado weer rijklaar gemaakt.
Omdat het mooi weer is, gaan we ook nu een ritje maken. Georg heeft zijn allereerste Oost-Duitse helm nog, glanzend wit met stickers erop die verklappen waar hij ooit allemaal geweest is. Of de helm nog aan de huidige eisen voldoet, is twijfelachtig. Dat is Georg zich ook wel bewust: “Maar het hoort toch bij het plaatje hè”.
Het starten blijkt een heel ritueel: choke erop, contact aan, even voorzichtig doortrappen en dan slaat de 650 Tornado in twee ferme trappen aan. “Ik heb nooit problemen gehad met starten, maar daar hoor je ook nog wel eens andere verhalen over.”
We maken een mooie toer door de achterhoek, en maken wat foto’s op de Varsselring bij Hengelo Gld. “Weet je, zo’n motor wordt gewoon een deel van jezelf. Het zijn niet alleen de herinneringen, maar ook dat gevoel van zo’n machtige twin. Ja, ik heb destijds in 1973 de juiste keuze gemaakt!” zo besluit Georg zijn verhaal.
Benelli Club Nederland
Nederland zou Nederland niet zijn, als er voor de Benelli niet een club zou bestaan. De club is zelfs zeer actief en heeft een werkelijk voortreffelijke website: www.benelli.nl. daar vind je heel veel informatie over zowel Benelli als MotoB.
Plaats hier uw tekst