Koningsassendag Startwin
Onder het motto ”Je moet af en toe iets aparts doen en verder niet teveel nadenken” werd bij Startwin in Loenen onlangs voor de derde keer de Koningsassendag gehouden. Bedoeld voor alle motorrijders, maar bij voorkeur voor de berijders van machines met een koningsas-nokkenasaandrijving.
Nokkenassen worden vanaf de krukas anno 2007 aangedreven door een ketting, een tandriem of een tandwieltrein. En in een enkel geval door een combinatie van voornoemde mogelijkheden. In een nog niet zo heel ver verleden hoorde daar ook de koningsas bij: een aandrijfas die middels twee haakse overbrengingen ervoor zorgde dat de nokkenas met het halve krukastoerental werd gemobiliseerd. Vooral in de racerij vond deze (dure) koningsasconstructie gretig aftrek; tal van snelle BMW’s en Ducati’s waren ermee uitgerust. Ducati bracht zelfs Koningsasmodellen uit voor op de straat en de bezitters van dergelijke machines koesteren ze nog steeds. Je hebt dan immers iets bijzonders in huis!
In april worden veel van die speciale oude machines weer van stal gehaald om naar Loenen te knallen, wanneer Kees van der Starre van Startwin zijn inmiddels traditionele Koningsassendag organiseert. Gewoon een dagje kijken en bekeken worden onder gelijkgestemde zielen.
Een kleine veertig motoren maakten dit jaar hun opwachting, waarbij werkelijk elke cilinderinhoudklasse vertegenwoordigd was. Van de lichte 125 cc ééncilinders tot zware 900 cc V-twins. En eigenaren die elkaar allemaal lijken te kennen. Allemaal zijn ze dan ook besmet met het koningsassenvirus, gecombineerd met de charme en het elan van de desmodromische Ducati-klepbediening, ook een techniek waar volgens velen niets aan kan tippen.
Onder het genot van een stukje pizza, op 200 graden gebakken in de verhardingsoven in de Startwin-werkplaats (normaal wordt deze oven opgestookt tot wel 900 graden om metalen uit harden…) en een drankje werden er op het buitenplein weer mooie verhalen uitgewisseld. Over de avonturen die men had beleefd op de weg naar Loenen toe. Of gewoon over de talloze uren die afgelopen winter weer in de motor zijn gestopt om hem weer helemaal op te frissen.
Opmerkelijk is dat veel Koningsassen-fietsen al vanaf nieuw in het bezit zijn. En dat veel bezitters ooit de bedevaart naar het Italiaanse Bologna hebben gemaakt. En het merk trouw zijn gebleven ondanks de tegenslagen die ze hadden met de techniek als ze weer eens te hard en te stevig hadden doorgereden.
Kortom, een dag vol prachtige anekdotes en mooie en sterke verhalen, die duidelijk maken dat motorrijden zoveel meer is dan alleen maar van A naar B rijden. De motoren tijdens het gesprek vaak als het “levende bewijs” ernaast!
[[kasten 1]]
PIEROBON-RACER
Op de Koningsassendag werd voor de ogen van het publiek door startwin begonnen met de bouw van een heel speciale Pierobon-racer voor deelname aan de 3D-cup (Dutch Ducati Dealer Cup). Het reglement daarvoor is eenvoudig: als je maar met een Ducati rijdt is het goed. Model, type en cilinderinhoud zijn vrij en er mogen geen al te dure spullen gebruikt worden.
Voor teambaas Henk Jan Wolff bouwt Startwin dus een machine op basis van een Pierobon-frame (zie ook MotoPlus nr. 2/2007) en een getuned 1000cc-blok, dat meer dan 90 pk aan het achterwiel moet leveren.Als donorbike fungeert een 1000 Supersport, waarvan electra, wielen, voorvork en remmen worden overgenomen. Atiba Belgrave (zie MotoPlus 16/2006) zal als rijder gaan fungeren.
[[mit 1 bild]]
[[kasten 2]]
WIE HET KLEINE NIET EERT…
In de loop van de middag verschenen er drie oudere mannen op de Koningsassendag, elk op een lichte Italiaanse motorfiets: een Motobi 125 Imperiale Sport Special uit 1960, een Parilla 125 Sprint uit 1960 en een Ducati 125 Sport uit 1958. De eigenaren waren Eric Willemse (ooit het technische brein achter de fameuze Swallower-Guzzi BOTT-racers), Hans Scholze en Kees Hoofd; alle drie fanatieke betrouwbaarheidsrittenrijders, waarbij met klassieke motoren lange ritten worden gereden. De Motobi is nog steeds getooid met het startnummer uit de Milano-Terano-rit; een rit van maar liefst 1800 kilometer van Milaan naar het zuidelijkste puntje van Italië. Deze toch werd door het drietal in 2006 ondernomen op deze kleine machientjes. Dit spektakel duurde zes dagen. Het wedstrijdelement komt uit de vooraf opgegeven gemiddelde snelheid die je moet halen. Te vroeg of te laat klokken bij de controleposten levert strafpunten op. Eric behaalde in 2006 de titel “beste buitenlander” en werd vierde in totaal. Een andere rit die ze volbrachten was de Moto Giro Italia: een rit met 300 deelnemers op motoren van voor 1958.
Het rijden, restaureren en onderhouden van dit soort machientjes is een echte passie geworden van het drietal, waarbij het helemaal opnieuw opbouwen van de machine heel veel werk is en voor een grote kick zorgt. Uiteraard worden daarvoor veel onderdelen in Italië gekocht, maar ook in Nederland kun je heel soms nog tegen zo’n pareltje aanlopen, zo mocht Scholze ervaren. Zijn Parilla vond hij in een oud Nederlands schuurtje, onder het stro. De machine is in 1958 gebouwd en naar Nederland geëxporteerd, waar hij in 1960 nieuw werd verkocht en op kenteken gezet. Scholze vond hem enkele jaren geleden met 168 km op de teller!
Plaats hier uw tekst