Interview motor-verzamelaar Paul Kuiphuis
Wanneer je al vanaf jongs af aan idolaat bent van motorfietsen en er door de jaren heen meer koopt dan verkoopt, kun je een behoorlijke verzameling opbouwen. Zo verging het ook Paul Kuiphuis, die zijn verzameling op een gegeven moment her en der had staan. Zijn droom was om alles op één plek te hebben, een soort museum zeg maar. Aldus geschiedde!
Zo’n motorcollectie bouw je natuurlijk niet in één keer op, daar rol je een beetje in. Kuiphuis begon met verzamelen rond zijn vijfentwintigste, maar droomde al ver voor die tijd over motorfietsen. “Als ik naar school ging op mijn fietsje, reed ik altijd langs de motorzaak van Henk Oude Avenhuis in Almelo. Hij was Honda-dealer en had altijd zúlk prachtig spul in de zaak staan. Ik stond dan gewoon zomaar een uur voor het raam te staren naar een Black Bomber en al dat andere moois.” Het motorvirus had hem kortom al op jonge leeftijd te pakken, en het duurde dan ook niet heel lang voor de eerste motor er kwam. Al op zijn zeventiende kocht Kuiphuis van zijn krantengeld zijn eerste motor, een Yamaha AS 1, 125 cc.
De eerste van vele en het begin van een rijk motorleven dat nu tot een climax is gekomen met een eigen privémuseum met een prachtige collectie klassiekers van een kleine dertig stuks. “Toen we dit aan het bouwen waren dachten mijn zoon en ik: ‘hoe krijgen we dit ooit vol?’. En nu kan er niks meer bij”, aldus Kuiphuis.
In de collectie voert Honda qua aantal de boventoon, maar Yamaha, Suzuki, Kawasaki, Bridgestone en een verdwaalde BMW ook afgevaardigd zijn. En vier Laverda’s completeren de verzameling. Italianen dus. Zeker niet, volgens Paul Kuiphuis:“Laverda’s zijn Japanners!” Hoe dat zit? Je leest het allemaal in MotoPlus 6/2021!