Verslag Yamaha MotoPlus Dakar Challenge
Bloed, zweet en zand…Voor veel off-road-rijders is de Dakar-rally een ultieme droom. Maar geografisch, organisatorisch èn financieel is Le Dakar voor de meesten onbereikbaar. De Yamaha Motoplus Dakar Challenge bood dertig liefhebbers onlangs de gelegenheid om toch aan deze droom te kunnen snuffelen. En daarbij zouden afzien en doorbijten tot hoogtepunten worden verheven. Dertig deelnemers melden zich vrijdag 15 september om zeven uur ’s ochtends op het befaamde GP motorcross circuit te Valkenswaard. Cor Termaat is spreekstalmeester tijdens de drie dagen durende Challenge en steekt van wal: “Jullie hebben niets te vertellen. De komende drie dagen hebben jullie alleen maar te presteren. Onthoud: regels zijn regels. Simpel, helder en keihard. Discussie is niet mogelijk. Net als in Le Dakar. Het schema de komende dagen zal ongekend zwaar zijn, met als doel om jullie heel diep te laten gaan en heel erg dicht tot jezelf te laten komen. Net als in Le Dakar.” Het is niet mogelijk om in Nederland de natuurlijke omgeving van een Sahara-woestijn of een Atlas-gebergte te simuleren, maar wat we de drie komende dagen wél gaan benaderen is het Dakar-gevoel. Dat houdt in dat we op veel onderdelen getest beproefd gaan worden. Eufemistisch gesteld moet je een aardig stukje kunnen motorrijden, maar daarnaast dien je ook over “Ausdauer” te beschikken. Conditie, maar ook slimheid, wilskracht en onverzettelijkheid spelen mee. De deelnemers mogen het terrein ook niet af; we leven in een “bivak” en slapen in één grote nomadentent. Voor een extra vleug(je) authenticiteit zijn de sanitaire voorzieningen Afrikaans. Dus geen douches, inderdaad net als in Le Dakar… Eten en drinken wordt verzorgd vanuit de open veldkeuken en enkele deelnemers melden bezorgd dat er wat zand in het eten zal waaien, aangezien de veldkeuken direct naast de kurkdroge crossbaan is gesitueerd, maar Cor doet dit resuluut af met “Dat is in de echte rally ook zo, gewoon dooreten, zand schuurt de maag”. Eten en drinken is de hele dag door verkrijgbaar en na twee dagen zijn er al 1500 halveliter flessen water leeg. We volgen namelijk het Dakar-credo: tank als je kunt tanken, eet als je kunt eten en slaap als je kunt slapen. Deelname aan deze Dakar Challenge kostte € 990,-. Naast het “geheel verzorgde weekend” ontvingen alle deelnemers een complete outfit, welke je na afloop mocht houden. En die outfit is niet verkeerd, met crosslaarzen, broek, shirt, handschoenen, knieprotectors, bodyprotector en een Arai-helm. Zodra iedereen zijn nu nog heerlijk frisse tenue aanheeft, mogen we een uurtje wennen aan de kakelverse WR450 waarmee we de komende dagen gaan rijden in de diverse proeven. Die WR is wat mij betreft een heerlijk gemakkelijk rijdende machine die weinig kracht kost en over een zeer breed toerenbereik flink vermogen levert. De eerste echte proef is het mountainbiken in compleet crosstenue, inclusief laarzen maar gelukkig zonder Arai-helm. Deze tocht voert deels over het mulle crosscircuit en duurt 40 minuten plus 1 ronde. Ik ben nét over de finish als de 40 minuten om zijn en moet dus nog een hele ronde. De eerste krachttermen komen over mijn lippen en het zullen niet de laatste zijn. Na 50 minuten kom ik over de finish als 12e en daar ben ik best tevreden mee. Alex van Ginkel wint, niet verwonderlijk aangezien hij regelmatig mountainbike-marathons van minimaal 80 kilometer fietst. De overige deelnemers zijn eveneens van een “interessant” kaliber. Pieter Visser is een Friese marathonloper die op de looponderdelen steeds vooraan zit, Henkjan Somsen sport acht dagen per week en rijdt (en wint) veel regionale motorcrossen. Verder zijn er enkele ONK-crossers bij, Tim Van de Wall is topfitte soldaat van de luchtmobiele brigade, Karel Marcoen was Belgisch ijshockey-kampioen, Sjoerd Remmelink is fulltime skileraar en snowboarder, Paul van der Wal is ooit eens als tweede geëindigd bij de Drum-trophy (die Eric Verhoef toen won, waarna hij zijn eerste Paris-Dakar kon rijden), Andy Strous is een driftkampioen met auto’s, Marcel Davids hoopt dit jaar Supermotard-kampioen bij de MON te worden en zo kan ik nog wel even doorgaan. En daar zit ik dan tussen als hobby-offroad-rijder. Aan mijn ervaringen als ONK Superbike-wegracer heb ik hier erg weinig… De motivatie van de deelnemers is ook heel divers. Sommigen dromen inderdaad van de rally, anderen zijn pure duursporters, die dit als een nieuwe uitdaging zien. Pieter Visser is conditioneel beresterk, maar moet toegeven op de motor: “Ik rij pas een jaartje off-road, nadat ik met een paar maten enkele Yamaha TT600’s heb gekocht. Maar het vuurtje is wel aangewakkerd. Volgend jaar wil ik een buitenlandse off-road-vakantie gaan maken en dit leek me een aardige opstap om te kijken waar ik sta. Ik krijg gelukkig volop tips van iedereen over het rijden en het gaat elk rondje beter. Als ik thuis kom, koop ik meteen zo’n WR450, want ik ben helemaal verkocht. Man, wat is dit mooi!” Sjoerd Remmelink woont in het Oostenrijkse Kaprun en crosste bijna 20 jaar geleden volop. “Dat crossen heb ik toen ingeruild voor het skiën, waarmee ik nu al jarenlang in Oostenrijk mijn brood verdien. Maar ik was deze zomer bij mijn ouders in Zelhem, toen ik daar in MotoPlus de Dakar Challenge-advertentie zag staan. Het begon direct te kriebelen. Het leek me fantastisch om hier aan mee te doen. Ik heb me meteen ingeschreven en een oude YZ426-crosser gekocht om wat te trainen. De terugreis naar Oostenrijk werd uitgesteld en ik heb drie weken lang met de motor getraind, want dat was toch al heel lang geleden. Man, na het allereerste rondje had ik geen armen meer over. Het rijden zelf verleer je niet echt, maar je zit veel te krampachtig op de motor. Gelukkig is dat nu weer veel beter. Op de motor ben ik vergeleken met sommige anderen geen topper, maar qua conditie red ik me wel. Ik probeer gewoon zo hoog mogelijk te komen, maar het gaat mij echt om het meedoen.” Na een half uurtje pauze mogen we aantreden voor een cross over 25 minuten plus één ronde. En da’s lang. Voor de beeldvorming: dat rijden de beste crossers van ons land ook in hun ONK’s. En o ja, we starten met een Le Mans start en mogen dus eerst 200 meter sprinten. Ik spring over schansen zoals ik nog nooit gedaan heb en enige malen schreeuw ik het uit in mijn helm met een mengeling van onzekerheid of dit wel goed gaat komen en pure adrenaline anderzijds. Wát een spettergave baan is dit! Ik rij in de winter wel wat offroad-ritten, maar mijn crosservaring is beperkt. In mijn groep word ik negende en dat levert me dus mooi wat punten op. Na de lunch staat het bike-pushing op het programma: op het circuit staat op drie plaatsen iemand met een vlag ten teken dat de motor uitgezet moet worden en je moet duwen tot de volgende vlag welke een, twee of drie heuvels verder is gesitueerd. En dat over twee ronden, dus zes maal een stuk duwen. Door het mulle zand en heuvelop. Na het vijfde duwtraject lig ik zowaar derde, maar tijdens de laatste duw-sessie val ik, moet de machine oprapen en dan proberen weer omhoog te komen. Ik geniet bijkans voor de tweede keer van mijn lunch, verlies drie plaatsen en word zesde. Ik sterf drie doden en baal enorm. Sander van der Linden – onze Obelix – vat het treffend samen: “Duizend euro betalen om jezelf in drie dagen totaal te laten slopen. Géén geld!”. Na drie kwartier pauze gaan we mountainbiken met hindernissen. Er liggen boomstammen over het parcours en wat lolligheden als waterdoorwaadingen zijn ingebouwd. En dat over 14 kilometer… Na het avondeten is er even tijd om te ontspannen en naar de video-opnames van de eerste dag kijken. Veel beelden kunnen linea recta gebruikt worden voor een topuitzending van Funniest Home Video’s! Vooral met het commentaar wat er in de tent klonk. Maar we krijgen nog geen rust, want er staat nog een GPS tochtje (dus vijf kilometer rennen) op het programma. Dat wordt dus het zesde natte T-shirt van die dag! Ik loop samen met Nick Brouwer, de zoon van Dakar-rijder Arjan, en we behalen zowaar de vijfde plek. Ik sta na de eerste dag op een prima 16e plaats en ga rond één uur tevreden snurken. Maar die lol is van korte duur want om zes uur worden we alweer gewekt door een loeiende megafoon van Cor Termaat. Alsjemenou zeg, ik had nog wel wat extra uurtjes slaap kunnen gebruiken, maar we weten het ondertussen: “Net als in Le Dakar…” We beginnen die ochtend meteen met een duurloopje van een kilometer of acht. Lopen ligt me niet aangezien vorig jaar bij een race-ongeluk mijn linker enkelbanden zijn afgescheurd, ik wordt dus ook 23e. Ontbijten en om negen uur gaan we aan de getimede enduro beginnen. Hier rij ik teveel als een toerist rond en noteer de 21e tijd. Even een pauze, zout soepje naar binnen en we gaan het hele circuit rondrennen in onze crossoutfit met een autoband onder de arm. Met de stijve laarzen rennen gaat me relatief goed af omdat ik nu niet zo’n last heb van mijn enkel en ik word 16e. Lunch en aanluitend dienen we examen te doen in theoretische reglementenkennis van Le Dakar. Hier scoor ik de derde plaats, wat in deze omgeving natuurlijk helemáál niet stoer is… Nu wachten de steps op ons waarmee we twee rondes maken over een parcours wat over ongeveer de halve crossbaan gaat en een stuk door de omgeving, mega-zwaar dus. Na een pauze gaan we crossen met hindernissen: helm, bril en handschoenen liggen op de motorfiets en moeten na het startsein eerst aangetrokken worden. Ik pak kopstart! Ondanks mijn “verdedigende lijnen” halen in de eerste ronde vier rijders me in. Na de eerste ronde moet je de motor parkeren op het startveld en op commando een oefening doen, zoals 10 maal opdrukken, 10 sit-ups, 10 sprongen of rennen met een band. Wat een killer is dit onderdeel en ik moet tot het uiterste gaan om te overleven. Hier valt – pas – de eerste deelnemer uit: Guillaume Martens, een Hollandse Zwitser met serieuze Dakar plannen. Hij valt heel sullig om en breekt daarbij zijn sleutelbeen. Maar hij laat zich onmiddellijk naar België vervoeren om er een plaatje op te laten zetten, want hij wil absoluut starten in de echte Dakar! Diezelfde middag staat nog “steppen met hindernissen” op het programma en tegen het avondeten zitten de meeste bikkels met holle ogen voor zich uit te kijken. Maar een sportman is veerkrachtig en dus komen de praatjes al weer snel op gang. Na het eten bekijken we wederom de opnames van die dag en rond een uur of tien is er wederom een GPS loop in het stikkedonker met enkel en alleen je hoofdlampje op je kop. Ik dacht helemaal verkeerd te zijn gelopen, want ik mistte een waypoint. Dus redelijk balend kom ik het bivak binnengesjokt, maar blijk dan toch vierde te zijn geworden. Om half twee kieper ik hondsmoe in mijn slaapzak en dat voelt heerlijk. Totdat Cor om half zes weer midden in de tent staat met zijn loeiende sirene! Even dreigt er zelfs regelrechte muiterij, want er volgt een enorme scheldkanonnade en er komt zelfs de suggestie om met zijn allen in onze slaapzak te blijven liggen. Maar we laten ons niet kennen en de stramme lijven worden overeind gehezen. Ik heb enorm last van mijn linkerenkel en dat gaat – met nog een ONK wegrace een weekend later op het programma – niet goed komen. In overleg met de organisatie zie ik dus af van deelname aan de zware loopproeven van de laatste dag. Watje! We beginnen de derde en laatste dag met een duurloop met stormbaan, vervolgens stouwen we weer een ontbijt naar binnen en gaan we sleutelen: in complete crossoutfit 200 meter naar je motor sprinten, voorwiel demonteren, met voorwiel een stuk rennen, voorwiel weer monteren en terugrennen naar de finish. Ik haal mijn duim behoorlijk open tijdens het sleutelen, maar behaal zowaar de vierde plaats. Vervolgens een korte cross-enduro waarbij ik de tiende plek scoor en dit gaat organisatorisch bezien soepel over in een 20 minuten cross waarbij ik nogmaals een tiende plek scoor. De lolbroeken hadden vervolgens bedacht dat we moesten gaan boogschieten. Na alle inspanning van de afgelopen dag blijkt het nog niet zo eenvoudig om de gespannen boog stil te houden. Dit vraagt een heel andere benadering en het boogschieten blijkt het klassement aardig overhoop te halen. In dat klassement hebben inmiddels vier mannen (zeg maar gerust bikkels) wat afstand genomen van de rest van het veld. Met nog twee proeven voor de boeg is al wel duidelijk dat Henkjan Somsen, Jeroen Kuipers, Sjoerd Remmelink en Alex van Ginkel met de ereplaatsen gaan strijken, al zit het nog zo dicht bij elkaar dat nog niet te zeggen is wie winnaar zal worden van deze uitputtingslag. Allereerst volgt nog een een enduroproef over 4 ronden van ca vijf kilometer. Ik ga hier goed, maar schiet wel even van het parcours af, ruis wat door het struikgewas en verlies kostbare seconden. Dat resulteert in een negentiende plaats met slechts vijf seconde achterstand op de vijftiende plek. Maar wel lekker gereden. Dan wordt het tijd om ons op te maken voor het klapstuk van deze Dakar Challenge: een gecombineerde duurloop-endurocross: een loop over 4 kilometer met aansluitend vier ronden over een enduroparcours. De eerste drie mannen (Somsen, Kuipers en Remmelink) in het klassement worden slechts door 9 punten gescheiden en aangezien deze laatste proef dubbel zal tellen, is nog absoluut niet te zeggen wie er gaat winnen. In hardloopkleding staan de deelnemers klaar op het startveld en na een stuk crossbaan gaat de looproute via de Valkenswaardse rallycrossbaan en een stuk parkeerplaats weer terug naar de crossbaan. Na ruim vier kilometer hardlopen is het net als bij een triatlon zaak om zo snel mogelijk de hardloopkleding te wisselen voor het motorcrosspak en een klein halfuur met de WR450 over een enduroparcours te rijden. De lopers nemen natuurlijk meteen een voorsprong en proberen hier zo ver mogelijk weg te komen bij mannen als Jeroen “de crosser” Kuipers. Die is namelijk op de motor straks bijna niet te kloppen. Jeroen geeft zich echter niet makkelijk gewonnen en haakt verbeten, met krampachtige grimas rond zijn mond en veel te grote houterige passen, aan bij de kopgroep. Het lukt hem om puur op karakter bij te blijven. Na het razendsnelle omkleden blaffen de eersten agressief weg en de toerenbegrenzers van de WR-ren draaien overuren. Jeroen weet de schade bij het lopen beperkt te houden en jaagt zo enorm hard over de crossbaan dat hij binnen anderhalve ronde al aan de leiding ligt en met grote voorsprong de laatste proef wint. Op de finishlijn moet hij echter afwachten of dat ook voldoende is voor de totaaloverwinning in deze Challenge. Zijn grootste concurrent Henkjan Somsen ging namelijk met een kleine voorsprong de laatste proef in en had vooraf al uitgerekend dat een tweede plaats voldoende was. Net als in de echte Dakar moet je soms je kansen vooraf inschatten en een strijdplan maken. En dat deed de Eibergenaar dus, want met zijn tweede plaats in de slotproef bleef hij de concurrentie voor. En terecht, want de 39-jarige Somsen voerde vanaf de eerste dag het klassement aan. Dolblij deed hij zijn relaas na afloop: “Man wat mooi, wat een schitterende strijd. Toen ik die advertentie een paar maand geleden in MotoPlus zag, dacht ik meteen al dat het iets voor mij was. Ik heb in het verleden veel gecrosst en doe tegenwoordig veel aan duursporten als lopen en mountainbiken. Toevallig heb ik het crossen dit jaar weer opgepakt, met een een tien jaar oude Honda 250-tweetakt in een frame van veertien jaar oud. Ik blink nergens in uit, maar kon met alle onderdelen wel goed uit de voeten. Ik zat eigenlijk steeds bij de eerste vier, alleen bij het boogschieten verloor ik toch wat puntjes. Ik wist dat ik in de slotproef Jeroen niet bij zou kunnen houden, maar de tweede plaats moest mogelijk zijn. En die tweede plaats was voldoende!” Na de finale zakken mensen in elkaar, liggen uitgeput languit en geven het lichaam wat rust. Iedereen kijkt wat verwonderd om zich heen om te zien of het echt voorbij is en dat men zich er daadwerkelijk doorheen geslagen heeft. Het echte Dakar-gevoel overheerst. Niemand voelt zijn blaren, blauwe plekken, opgerekte gewrichten en verzuurde spieren meer en er zijn louter vuile, maar lachende gezichten te zien in het kamp. Net als in de echte Dakar blijkt het bereiken van de finish al een overwinning op zich. De mensen van Yamaha bekommeren zich om de WR450’s die het drie dagen lang zwaar te verduren hebben gehad, maar werkelijk geen klap verkeerd hebben gegeven. Voor de bivaktent wordt een groepsfoto van alle helden gemaakt en worden de deelnemers nog eens in het zonnetje gezet. Tot slot krijgt Henkjan Somsen zijn hoofdprijs overhandigd: een nieuwe Yamaha WR450F, waarmee hij komend seizoen enduro’s wil gaan rijden. De deelnemers zijn unaniem van mening dat ze een geweldig evenement hebben meegemaakt. Eentje waarbij ze allemaal tot het alleruiterste zijn gegaan en er krachten moesten worden aangesproken waarvan niemand vooraf wist dat hij ze in zich had. Het doorbreken van je eigen grenzen is een heerlijke, bevrijdende ervaring. Als je dus nog ooit eens diep in je eigen reserves wilt duiken en je een beetje overweg kunt met een motorfiets, dan is de Yamaha MotoPlus Dakar Challenge een aanrader van jewelste!
Missie volbracht, maar de helden zijn moe na afloop van de Yamaha Motoplus Dakar Challenge. Auteur Matthijs van de Wall heeft het zwaar, maar laat zich niet kennen… Langs het Valkenswaardse crosscircuit is een heus Dakar-bivak ingericht. Skileraar Sjoerd Remmelink weet ook op noppenbanden goed vaart te maken. Cor Termaat legt de zoveelste proef uit. De deelnemers zijn al bijna gesloopt. Motorcross met Le Mans-start. Sander van der Linden (midden): “Duizend euro betalen om jezelf in drie dagen totaal te laten slopen. Géén geld!”.”Pieter Visser (l) en Dennis Stegeman zijn het helemaal met hem eens. Alle proeven worden officiëel geklokt. Hier wacht iedereen voor de enduroproef. De slotproef: vier kilometer hardlopen, snel omkleden en dan een klein halfuur crossen. Ooit al eens onder tijdsdruk je motorkleding aangetrokken? Winnaar Henkjan Somsen met rechts naast hem de nipt verslagen Jeroen Kuipers en links Sjoerd Remmelink. Hard tegen hard: de deelnemers gaven elkaar geen duimbreed toe, zoals hier goed te zien is tussen Henkjan Somsen (4) en Nick Brouwer (5).