Freebike-cursus
All-road-motoren worden steeds populairder. De hang naar avontuur en het groeiend aantal verkeersdrempels zal hier debet aan zijn. In de Adventure-training van FreeBike kun je ontdekken hoe het is om met een all-road op onverhard terrein te rijden. De trainingsdag begint ’s morgens vroeg bij de motorzaak van Arjan Brouwer in Putten. Deze ervaren Dakar-rallyrijder geeft meteen wat tips waar we die dag ons voordeel mee kunnen doen. Na het afnemen van de koffers en het verlagen van de bandenspanning volgt de theorie. De FreeBike-cursus (info: www.freebike.nl) is ontwikkeld in samenwerking met meervoudig Nederlands trialkampioen Alex van de Broek en opgebouwd uit een aantal opeenvolgende en educatieve modules. Doelstelling is het op een veilige en verantwoorde wijze vertrouwd maken met de mogelijkheden die de motor heeft op het moment dat het asfalt overgaat in zand, grind of modder. Er is één instructeur per vier deelnemers en ervaring in het onverhard rijden is dan ook niet vereist voor deze training. Instructeur Hans Hendriks gaat in op de doelstelling, de voorrangsregeling, de mogelijkheden en onmogelijkheden en de rijtechnische zaken van het all-roadrijden. Aangeraden wordt om het eventuele aanwezige ABS uit te schakelen om zelf een goed remgevoel te krijgen. Ook de sociaal-maatschappelijke aspecten van het onverhard rijden krijgen veel aandacht: door rekening te houden met andere weggebruikers, zoals ruiters, fietsers en wandelaars, bereik je dat ze weer met de hele hand gaan zwaaien in plaats van met één vinger! Normale motorkleding voldoet, maar de motor heeft wat meer voorbereiding nodig. Zo wordt aangeraden om remhendel, koppelingshendel en spiegels een tikje los te draaien. Deze onderdelen raken bij een val meestal als eerste de grond en als ze niet kunnen verdraaien breken ze snel af. De spiegels stel je zo af, dat je in de ene spiegel zicht hebt in de zittende positie en de andere spiegel zicht biedt wanneer je op de voetsteunen staat. Indien mogelijk verwijder je de rubbers van de voetsteunen, waardoor de zool van je motorlaars meer grip krijgt op de voetsteun. Aangeraden wordt om de veervoorspanning en demping te verhogen. Dit voorkomt het doorslaan bij kuilen en sprongen. Verlaag de voorgeschreven bandenspanning met 0,5 bar. Hierdoor vergroot je het contactvlak van de band met de ondergrond en heb je beduidend meer grip in het zand. Ook losen zand en modder nu beter uit de profielgroeven. Verder neemt de instructeur wat extra materiaal mee voor een kleine noodreparatie onderweg, zoals tape en trekbandjes. Puur voor het geval dat. Vooraf hadden we al te horen gekregen dat we niet met een volle benzinetank hoefden te komen, want dat zou de all-road-machines onnodig zwaar maken. Op de eerste trainingslocatie wordt geoefend in het staan op de voetsteunen. Dat is even wennen, want het rempedaal en het schakelpedaal zitten dan gevoelsmatig op een vreemde plaats. Het rempedaal moet je ook staand in een noodsituatie blind kunnen vinden. Op de zachte ondergrond wordt de remtechniek zowel zittend als staand beoefend. Blokkeren van het achterwiel is absoluut geen probleem, met de voorrem moet je juist extra voorzichtig zijn in het zand. Ook wordt geoefend in het overeind tillen van de machine voor het geval deze in het zand omvalt. In een stuk mul zand met een paar aardige bulten merken we duidelijk dat de motor opeens veel minder koersvast is. Voor de voorband ontstaat een soort walletje en het wiel zoekt de makkelijkste weg: links of rechts van dat walletje. Het stuurgedrag van de motor voelt daardoor zweverig aan en de motor wil zijn eigen weg zoeken. Je bent dan geneigd om tegen je eigen motor te vechten, terwijl je dat juist niet moet doen. De instructeur leert ons dat we de motor in het zand het werk moeten laten doen. Met gewichtsverdeling over de voetsteunen en voor- en achterwiel kun je de motor die kant op sturen waar jij hem naar toe wil hebben. Ook de juiste kijktechniek speelt hierbij een belangrijke rol. Na het “spelen in de zandbak” hebben we het all-road-gevoel al aardig te pakken. Het enthousiasme neemt dan ook snel toe en de kreten “keigaaf” en “keileuk” van enkele Brabantse deelnemers zeggen genoeg. Het wordt nu tijd om de paden op en de lanen in te gaan. We rijden in de gemeente Putten, waar veel onverharde wegen in het buitengebied gewoon als openbare weg aangemerkt worden. Er is een cursus-route uitgezet met een grote verscheidenheid aan ondergronden en moeilijkheidsgraden. Sommige stukken van de route rij je twee keer om bepaalde vaardigheden extra te oefenen. Ongeveer 60% van de route is onverhard en dat betekent dat er veel in de staande positie gereden wordt. Je hebt dan een beter overzicht op het terrein, je ziet problemen eerder aankomen en je hebt de machine beter onder controle. Er wordt zo nu en dan gestopt om te bepalen hoe je het best een obstakel kunt nemen en ook de eerder genoemde maatschappelijke acceptatie komt aan bod als we ruiters, wandelaars en fietsers tegenkomen. Onmiddellijk gaat het gas eraf en zo nodig wordt er even gestopt. Zo komen we aan het eind van de middag moe maar voldaan weer terug. Omdat motorbeheersing eigenlijk de basis van het motorrijden is, zijn alle deelnemers het er over eens dat een dergelijke training in aangepaste vorm eigenlijk deel zou moeten uitmaken van de gewone rijbewijsopleiding. Maar ook de doorgewinterde motorrijder die meer uit zijn machine wil halen kan met deze cursus uit de voeten. Juist omdat je leert hoe je onder slechte wegcondities jezelf staande kunt houden met de motor, is het zelfvertrouwen gegroeid en ben je per saldo dus al een betere motorrijder geworden. Tekst en foto’s: Tonny van der Spoel Win een Freebike-training MotoPlus-lezers kunnen een FreeBike trainingsdag ter waarde van €199,- winnen door de onderstaande vragen te beantwoorden. Mail de antwoorden voor 1 juli 2006 aan prijsvraag@motoplus.nl of stuur de antwoorden via een briefkaart naar MotoPlus Prijsvraag, Postbus 90, 7050 AB Varsseveld. Onder de goede inzenders verloten we een trainingsdag. Dit zijn de vragen: 1. Je nadert met de motor vanaf een onverharde weg een verhard fietspad. Van links komt een fietser. Wie heeft er voorrang? a. De motor, want die komt van rechts b. De fietser, want bestuurders op de verharde weg hebben voorrang c. De motor, want dat is een motorvoertuig 2. Je nadert met de motor vanaf een onverharde weg een verharde weg. Van rechts nadert een wandelaar. Wie heeft er voorrang? a. De motor, want deze verleent alleen voorrang aan bestuurders op de verharde weg b. De wandelaar, want de motorrijder verleent voorrang aan alle weggebruikers op de verharde weg. c. Bij het oversteken de motorrijder, bij het afslaan de wandelaar 3. In het terrein moet je de bandenspanning ten opzichte van rijden op het asfalt a. verhogen b. verlagen c. hetzelfde laten [[[Bildunterschrifte]]] 167 Dat wordt poetsen na een dagje trainen in het zand. Maar dat hebben we er graag voor over! 180: Een leerzame dag. En als het weer dan ook nog meewerkt, is het helemaal “keigaaf”. 188: Rijden in het zand leer je met vallen en opstaan. Vanwege het zachte zand vallen de schades vrijwel altijd mee. 146: Voor het overeind tillen van een omgevallen motor bestaat een speciale techniek. 147: In de grote zandbak leer je je motor pas echt beheersen. 196 oder 170: Via onverharde wegen kom je tijdens de trainingsdag op de leukste plekjes. Omdat het grootste deel van de cursusroute onverhard is, moet er veel staand op de voetsteunen worden gereden. 189: Blijven lachen! Een schuivertje is zo gemaakt in de modder…