+ Plus

Toeren: Scandinavi

Met een tergende nauwkeurigheid valt om de minuut een ijskoude druppel hemelvocht op mijn neus. Dit is de eerste maal dat het in mijn helm regent. Als ik door mijn net-niet-beslagen vizier naar buiten tuur, zie ik de drie rode achterlichten van mijn lotgenoten. Het is donker en het kwik geeft 9°C aan. Ik begrijp nu de uitdrukking ‘de regen valt met bakken uit de lucht’. Onze motorfietsen zijn net boten wanneer de onderzijde van onze tweewieler het water doorklieft. Twee dagen geleden vertrokken we met een aantal gelijkgezinden naar de poolcirkel in Noorwegen. De opzet: in dertien dagen naar de Poolcirkel en daarbij de cultuur van Denemarken, Zweden en Noorwegen opsnuiven. Aangezien het traject ons over nogal wat grindwegen zou voeren, konden onze Pan European’s ook hun all-road kwaliteiten tonen. De eerste twee dagen staan in het teken van de aanreis: op dag één tot Noord-Duitsland, de tweede dag naar Växjö in Zweden. Vervolgens door Zweden naar de Poolcirkel en weer afzakken via de Noorse westkust naar Denemarken. Op weg naar Zweden komen we over twee tolbruggen, de ene nabij Kopenhagen en de andere voert ons van Denemarken naar Zweden. Deze laatste is met 19 km Europa’s langste brug. Voor een overtochtje ben je voor beide bruggen € 18,- kwijt. Dat lijkt veel, maar als je bedenkt dat men vroeger aangewezen was op de veerboot die én duurder én een veel langere reistijd had, mag je helemaal niet klagen. We zijn in Kopenhagen en dus staat er een kort bezoekje aan de zeemeermin, al sinds 1913 het gezicht van de haven van Kopenhagen, op het programma. Het blijkt echter moeilijker te vinden dan verwacht en dus wordt er in de gezellig uitziende stad een vriendelijke Deen aangesproken die ons de juiste weg wijst. Aangekomen bij het beeld van de kleine zeemeermin, uit het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen, maakt zich het ‘Manneke Pis-gevoel’ meester van ons: mooi, maar o zo klein. Als we ‘s avonds in Växjö uitgeput een restaurant opzoeken om onze vermoeide lichamen wat energie te bezorgen, worden we vrij bruut met het belastingsysteem van Scan dinavië geconfronteerd. We betalen omgerekend € 6,60,- voor één flesje bier en € 20,- voor ‘moules frites’. Twintig euro voor de Zweedse tegenhanger van ‘patat met mosselen’ is sowieso al best aan de prijzige kant, tot overmaat van ramp zijn de porties dermate klein, dat het bord na een paar flinke happen weer schoon terug in de kast gezet kan worden. En dat dit geen uitzondering is blijkt bij thuis komst: twee kilo afgevallen en met de hoge prijzen is ook het verlangen naar een borrel ook flink afgezwakt. Wat dat betreft is de reis een zegen voor een slank figuur. De volgende dag rijden we naar Mora. Wat onmiddellijk opvalt zijn de uitgestrekte bossen en de goed onderhouden wegen. En er is nog iets dat onze aandacht trekt, het gebrek aan toeristen, en dat terwijl het midden juli is, hoogseizoen dus. De enige echte toeristen die we ontmoeten zijn zelf Zweeds en trekken massaal naar hun buitenhuisje aan het meer. Het lijkt wel een levensdoel van de Scandinaviër, goede baan, een gezin en last but not least een huis aan het water. Al fotograferend kom ik aan de praat met iemand die dit ideaal al bereikt heeft. Hij blijkt ook in het bezit te zijn van een motor, een CBR600, maar vanwege de vele sneeuw die gedurende het hele jaar het land teistert, komt deze niet zo heel vaak in de buitenlucht. We praten nog wat en al snel hebben we het over zijn buitenhuis en wat hij hier zoal doet het hele jaar door. Niets anders dan de gemiddelde Zweed is het antwoord, beetje vissen, barbecuen met de hele familie en ijsvissen in de winter. Met dit idyllische plaatje in het achterhoofd stap ik weer op de motor. Een fikse draai aan het gashendel en we gaan weer verder noordwaarts. Al rijdend maakt het Zweedse wagenpark, subtiel gezegd, nogal indruk op ons: alle auto’s worden tot op de laatste vezel opgereden en naast de standaard Volvo’s (de beroemde Amazone heeft meer dan eens ons pad gekruist) en Saab’s komen we nogal wat afgetrapte Amerikanen tegen. Op onze laatste dag in Zweden gaat de tocht van Strömsund richting het Noorse Mo I Rana. Een gedeelte van de tocht voert over grindwegen en buiten ons is er praktisch niets op de wegen te bekennen. Praktisch niets, want plots staan we oog in oog met rendier, die na een onderzoekende blik een halve minuut later weer het struikgewas opzoekt. Eenmaal terug op de verharde weg, komen we erachter waarom de Zweden zich zo netjes aan de maximum snelheid houden. We passeren een recentelijk gebeurd ongeluk waarbij een eland is aangereden door een auto met aanhanger. De eland strompelt het bos in en op de achtergrond staat de aanhanger die duidelijk total loss is. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt wanneer je met je motorfiets tegen een kolos ter grote van een flink paard aanrijdt. In ene is de haast naar onze eindbestemming behoorlijk geslonken. Hoe verder we noordwaarts komen, hoe heuvelachtiger het landschap wordt. In de verte zien we de eerste met sneeuw bedekte bergen. Door het koude klimaat zijn de bomen stukken kleiner dan we gewend zijn en langs de weg zien de eerste plaatsen met korstmos. De gemiddelde temperatuur is hier slechts 10° Celcius en we worden met enige regelmaat getrakteerd op een fikse bui. Aangekomen bij een schitterend meer, parkeren we onze motoren langs de kant van de weg. Een motorrijder uit Gent blijkt hetzelfde idee te hebben gehad. Hij is al tien dagen met een tentje onderweg en is blij enkele taalgenoten te spreken. Ondanks dat de Zweden buitengewoon vriendelijk zijn, zijn ze nogal op zichzelf en is het moeilijk contact leggen als buitenstaander zijnde. We praten een tijdje over de reis die we nog voor de boeg hebben en nemen afscheid. Later zullen we hem nog een keer ontmoeten wanneer hij in hetzelfde hotel overnacht. De ontelbare meren zijn als vitamines voor de ogen en nodigen uit tot een verfrissende duik. Je moet echter wel met twee dingen rekening houden: kou en muggen. Met een gemiddelde buitentemperatuur van 10° Celcius laat het zich wel raden hoe hoog de temperatuur van het water is, geen pretje dus. En als het eindelijk stopt met regenen, komen ze: miljoenen muggen. Zelfs tijdens het schieten van een paar foto’s, waarbij ik wijselijk mijn helm niet heb afgezet, zagen enkele exemplaren toch nog kans om mijn gezicht van een paar fraaie rode bulten te voorzien. Dit zijn echter maar kleine tegenvallers die je snel vergeet in het prachtige open Zweedse landschap. Wonen we in Nederland gemiddeld met 456 mensen op één vierkante kilometer, in Zweden delen ze dezelfde ruimte met twintig personen. In het noorden is de bevolkingsdichtheid zelfs nog lager en dat merk je in het openbare leven. Terrasjes en/of restaurantjes zijn er bijna niet te vinden. De hele economie lijkt zich af te spelen rond de verschillende benzinestations, waar je naast waterige koffie en hotdogs ook prima terecht kunt voor je portie vis. En wil je je onder de plaatselijke bevolking mengen, dan biedt het pompstation ook de gelegenheid voor de aanschaf van de plaatselijke klederdracht: houthakkershemd en camouflage broek. Noorwegen is wat dat betreft veel levendiger. Na het passeren van de grens komen we ontelbare Duitse, Nederlandse en Deense nummerplaten tegen en in ons eerste Noorse hotel doet zich zelfs een complete buslading ouderen tegoed aan het lopend buffet. Wij zijn echter compleet uitgeput van de inspannende reis en zoeken snel ons bed op. Aangekomen op mijn kamer word ik meteen geconfronteerd met een unicum van het hoge noorden: de zon gaat hier in de zomer nooit onder. Op zich niet echt een probleem, ware het niet dat de gordijnen op de hotelkamers hun taak verre van goed vervullen, een slapeloze nacht is het gevolg. Het humeur is er de volgende dag echter niet minder om, want één van de belangrijkste doelen van de reis staat op het programma: de poolcirkel. Voor het zover is, moeten we eerst met een veerboot ons eerste fjord trotseren. De wachttijd is te verwaarlozen en na een uurtje varen bereiken we de andere zijde van het water. In het kale landschap markeert een grote houten pilaar de poolcirkel. Volgens goed Samisch geloof maken talloze toeristen kleine bouwwerkjes van steen – een teken dat je graag nog een keer zou terugkeren naar deze plaats. We leggen dagelijks gemiddeld meer dan 500 kilometer af op secundaire wegen, en dat in combinatie met veerboten en bezienswaardigheden heeft ervoor gezorgd dat onze gemiddelde snelheid weer aardig is opgelopen sinds het eland-incident. Scandinavië staat bekend om de vele rallyrijders die het gebied voorbrengt, maar het verantwoordelijkheidsgevoel van de gemiddelde Noor op de openbare weg is buitengewoon lovenswaardig. Dat dit niet helemaal uit vrije wil is, blijkt uit de boetes die staan op het maken van een verkeersovertreding. Een snelheidsovertreding van 5 km komt je op € 77,- te staan, tien kilometer te hard doet je vakantiebudget met € 206,- slinken en rijd je 20 kilometer te snel, dan mag je de Noorse staatskas met € 540,- spekken. Allemaal niets vergeleken met de € 670,- die je moet neertellen wanneer je net dat rode licht nog even meepakt. Kortom: nog nooit zulke galante chauffeurs gezien. Zeg je Noorwegen, denk je fjorden. Al gauw blijkt waarom, de reis lijkt wel een aaneenschakeling van schitterende uitzichten. Diepe ravijnen en kolkende watervallen, ons fototoestel krijgt nauwelijks tijd om tot rust te komen en rolletjes film raken snel vol. Misschien toch maar eens een digitaal exemplaar kopen. Op weg naar Kongsberg bezoeken we een staafkerkje uit de 12e eeuw. Het bouwwerk dankt zijn naam aan het houten skelet met wanden van verticale houten planken (de staven). De boomstammen die voor de bouw gebruikt werden, zijn eerst 10 tot 15 jaar aan het gure klimaat blootgesteld, zodat iedere inwendige spanning verloren gaat en de planken daardoor ijzersterk worden. Dezelfde tactiek werd toegepast op de drakkars (vikingschepen) die de noormannen gebruikten op hun veroveringstochten. Dat de mensen destijds een stuk kleiner waren blijkt wanneer je in de kerkbanken wilt gaan zitten. Is het met een strak figuurtje al niet makkelijk om je tussen de banken te persen, voorzien van een buikje is het helemaal een onmogelijke opgave. In Oslo aangekomen doet de zon haar uiterste best om er een aangename dag van te maken. En met succes, twintig graden, zo warm hebben we het nog niet gehad sinds het begin van onze reis. Één op de negen Noren is woonachtig in de hoofdstad en we bezoeken er de vesting ‘Akershus’, één van de belangrijkste bouwwerken uit de Noorse Middeleeuwen. Natuurlijk kan ook het Koninklijk paleis op een bezoekje rekenen en eindigen we op een terras op een restaurantboot aan de ‘Aker Brygge’. Langs de kade liggen motorjachten, veerboten en antieke zeilboten vredig naast elkaar te dobberen en het uitzicht op het stadhuis is werkelijk schitterend. Over de hele stad hangt een deken van rust en de sfeer die de stad uitademt is ongekend vredig. Wij moeten helaas Oslo achter ons laten, want de terugreis roept. Om van Noorwegen naar Denemarken te komen, besluiten we de veerboort van Larvik naar Frederikshavn te nemen. De overtocht neemt een kleine zes uur in beslag en is met € 40,- relatief goedkoop. Vervolgens gaat het via de westkust van Denemarken terug naar beneden. Prachtige verlaten stranden, maar daarbuiten niet erg verschillend ten opzichte van Nederland – veel boerderijen en windmolens. De prijzen spreken ons hier echter wel wat meer aan. Dertien dagen later en met meer dan 6000 kilometer op de teller, zetten we weer voet op Hollandse bodem. Wil je je één voelen met de natuur en heb je geen behoefte aan duizenden andere toeristen, dan is Scandinavië een regelrechte aanrader. Een goed gevulde portemonnee mag dan echter niet in je bagage ontbreken. [Kasten] INFO Voor veel mensen is de drempel om de zomervakantie in Scandinavië door te brengen nog steeds hoog. Door het wisselvallige klimaat ben je lang niet altijd verzekerd van een zonnige vakantie. Toch is de gemiddelde temperatuur in Oslo niet veel lager dan in Nederland. Wel geldt (uiteraard), hoe verder je richting het noorden komt, hoe lager de temperatuur. Ook het verschil in neerslag tussen Nederland en Scandinavië is in de zomer te verwaarlozen. Waar je wel van tevoren goed over na moet denken is dat de kosten van het levensonderhoud in Noorwegen behoorlijk wat hoger ligt dan in Nederland. Eten en drinken is al gauw twee tot drie keer zo duur en dat kan een behoorlijk gat in je vakantiebudget slaan. Voor wat praktische tips en informatie kunnen de volgende websites uitkomst bieden: www.visitnorway.com www.noorwegen.org De reis Vanuit Utrecht is het een kleine 1300 kilometer rijden naar Oslo met een totale reistijd van een kleine 15 uur. Op de motor moet je dan al gauw op twee reisdagen rekenen. Je kunt er ook voor kiezen om de rondtocht door Scandinavië al in Denemarken te beginnen. Kopenhagen is ‘slechts’ 750 kilometer verwijderd van Utrecht en je bent er binnen een dag. Bovendien ligt de stad mooi centraal is daarmee de ideale uitvalsbasis voor toertochten door Noorwegen of Zweden. Wanneer De maanden juni, juli en augustus zijn veruit de meest geschikte vakantiemaanden voor een reis door Noorwegen of Zweden. De gemiddelde dagtemperatuur ligt in Oslo dan rond de 21º Celcius, verder noordwaarts in Trondheim is het wat koeler, 18º Celcius. ’s Nachts koelt het flink af en kan het kwik tot onder de 10º Celcius dalen, warme kleding is dan geen overbodige luxe. Accommodatie wanneer je echt wilt, kun je de overnachtingen heel goedkoop houden, door te gaan wild kamperen. Na een lange dag op de motor is een warme douche met dito maaltijd echter best wenselijk. Naast de gebruikelijke campings en hotels, kun je ook kiezen voor overnachtingen in mountain lodges of kleine bungalows (hytters). Over het algemeen is kamperen met een kleine tent veruit het goedkoopst: voor een kleine tent ben je ongeveer € 16,- per nacht kwijt, met stroom € 4,- meer. Heb je echter geen zin om een tent op je motorfiets mee te slepen, dan biedt een hytter of een Bed & Breakfast de uitkomst. Reken dan op ongeveer € 35,- per nacht, exclusief ontbijt. Bed & Breakfast Norway heeft een boekje uitgegevens met daarin alle bij hun aangesloten B&B’s. Deze is gewoon in Nederland te koop (kosten € 19,95, ISBN-nummer 82-91441-03-0), erg makkelijk wanneer je van tevoren al een route gaat uitstippelen. Bezienswaardigheden Noorwegen heeft zowel de passieve als de actieve vakantieganger een hoop te bieden. In het landschap zijn talloze overblijfselen te vinden uit vergane tijden, zoals bijvoorbeeld de middeleeuwse staafkerken. In Oslo bevindt zich het ‘Norsk Folkemuseum’. Dit openlucht museum is gelegen op het schiereiland Bygdøy en geeft je een goede indruk van de oude Noorse cultuur. Je hoeft echter niet perse een museum in om wat van de oude cultuur te proeven, aangezien bij vele steden de oude historische kern nog intact is gebleven. Goede voorbeelden hiervan zijn Stavanger, Frederikstad, Kongsberg en Bergen. De actieve vakantieganger komt in Noorwegen ook goed aan zijn trekken, en niet alleen op wintersportgebied. Naast wandelen en fietsen zijn ook tal van watersporten mogelijk, zoals rafting, kanoën, zeilen en riverboarding. Ook worden er schitterende canyon- en gletsjertochten georganiseerd en kan de echte durfal er deltavliegen of paragliding. Routekaarten en informatie Voor een rondreis in het hoge noorden mag natuurlijk de wegenkaart van Scandinavië niet ontbreken. Deze is gewoon verkrijgbaar bij de ANWB reiswinkel op de hoek. Door de uitgestrektheid van het gebied is het aan te bevelen om van tevoren een tijd- en routeplanning te maken. Wil je het motorrijden combineren met activiteiten of bezienswaardigheden, dan kunnen de volgende reisgidsen van pas komen: Noorwegen (ISBN 9018019666); Wandel- fiets- & auto-tochten; Prijs € 9,95 Noorwegen (ISBN 9018019402); ANWB Gouden Serie; Prijs € 17,95 Norway (ISBN 1740595203); Lonely Planet; € 20,85 (in het Engels) Ook de volgende, reeds genoemde, websites bevatten legio informatie voor een degelijke voorbereiding: www.visitnorway.com www.noorwegen.org [[Unterschrifte]] [Unterschrift Seite 56-57] Het gezicht van de haven van Kopenhagen: de kleine zeemeermin. De echte visliefhebber zit helemaal goed in Noorwegen. Het ene schitterende uitzicht volgt het andere op. [Unterschrift Seite 59] Noorwegen staat bekend om haar fjorden, één blik en je weet waarom. Na drieduizend kilometer eindelijk de poolcirkel. [Unterschrifte Seite 60] Prachtige bochtencombinaties in Noorse bergen tussen kolkende rivieren en watervallen. De typisch Noorse staafkerken vind je her en der in het landschap.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...