Reizen Guatamala
Wie met de motor door Guatemala reist, duikt een onvergetelijke wereld in. Het bochtenrijke hoogland met zijn 35 vulkanen is al net zo fascinerend als het lager gelegen regenwoud met kleine offroadpaden. Charismatische mensen, exotische flora en fauna en de Maya cultuur doen je hartslag verhogen. Lange wimpers, een verleidelijke blik uit de bruine ogen verscholen tussen de felgekleurde veren. De papegaai speelt met de lens van de camera en onderwerpt nieuwsgierig de stoffige motorrijders aan uitgebreid onderzoek. De hitte tekent zich af boven de smalle straat van Monterrico naar Puerto San José en bijna als een fata morgana groeit de vulkaan Tecuamburro aan de horizon. Een kleine Tienda langs de weg heeft gelukkig water en cola in de aanbieding voor onze uitgedroogde kelen. Daarnaast staat een jonge vrouw, haar bronzen teint schittert in de zon en de gelaatstrekken getuigen van een onmiskenbare genetische verbintenis met de oude Maya cultuur. Blijkbaar heeft ze de papegaai tam gemaakt en daarnaast ook nog andere exotische vogels in de aanbieding. Vol overgave communiceert José met de vrouw en haar vogels. Een mix van flirten en onderhandelen tegelijkertijd, onze 32-jarige begeleider is niet alleen een getalenteerde motorrijder, maar geniet ook zichtbaar van de omgang met zijn landgenoten, uit welke sociale klasse dan ook. Bovendien druipt de kinderlijke vreugde die hij beleeft aan de omgang met de F800GS werkelijk uit iedere porie. Een betere trainer voor het rijden op de nogal specialistische Midden-Amerikaanse wegen kun je je eigenlijk niet wensen, als was het alleen al door zijn nevencapaciteiten als conflictmanager en verkeerspsycholoog. Na een paar dagen is José meer geworden dan enkel een toergids, een vriend vooral. Eentje die met zijn voeten op iedere kuil in de weg wijst, die zich als een velgenvretende onverlaat verbergt in de schaduw van het wegdek. Een gids ook die ons leert omgaan met de talrijke honden langs de weg, die net zo lang wachten tot je er bijna naast rijdt, om zich dan bijna suïcidaal doelgericht voor je voorwiel te werpen. Iets dat overigens ook geldt voor de varkens en kippen. Guatamala prikkelt je zintuigen wat dat aangaat onophoudelijk, heeft bijna iedere kilometer wel een verrassing in petto om even snel in de remmen te knijpen en je te verbazen een bezienswaardigheid aan de straatkant. Zelfs wandelend kom je nauwelijks vooruit. Dat ervaren we tijdens de eerste dagen in de hoofdstad Guatemala City, waar José ons de eerste dagen kennis laat maken met lokale kerken, markten, oude steegjes, de kleurrijke bevolking, straathandelaren, het kasteelachtige hoofdbureau van politie, diverse musea en de binnenkant van het regeringspaleis. De huidige president Otto Pérez Molina zit nog niet lang, maar is bijzonder geliefd onder de verschillende bevolkingsgroepen. Dat komt vooral omdat hij overtreders van de mensenrechten uit het verleden alsnog tot de verantwoording roept om zo het sterk verzwakte vertrouwen van de bevolking in justitie te herstellen. Daarnaast haalt hij dakloze kinderen van de straat, probeert een eind te maken aan de honger die het land lange tijd in zijn greep hielt, pakt het onderwijssysteem grondig aan en heeft de uiterst corrupte politie onder toezicht gesteld van het leger. Een sociale president dus, die probeert die het derdewereldland een nieuw tijdperk in te loodsen. Een verleden dat in het hier en nu verder weg lijkt dan ooit. Iets wat in de verte ook maar als bedreiging of gevaar zou kunnen worden bestempeld, hebben wij nog niet meegemaakt. Integendeel, overal worden we met warme belangstelling verwelkomd. Zo ook in Antigua. De in het hoogland gelegen voormalige hoofdstad van Guatemala staat sinds 1979 op Unesco’s werelderfgoed lijst. In het verleden is het herhaaldelijk verwoest door aardbevingen en vulkaanuitbarstingen, maar altijd liefdevol weer opgebouwd. Vandaag de dag pronkt het met pittoreske winkeltjes, jade slijperijen, Spaanse scholen, bonte architectuur op sterke fundamenten, meer dan vijftig kerken en niet te vergeten oeroude ruïnes, die getuigen van mengeling tussen de christelijke en Maya cultuur. Meerdere weken doorbrengen in Antigua? Geen probleem. Er is genoeg te zien in en rondom de stad: de imposante, rustende vulkanen Pacaya en Aqua, evenals de rook spuwende en onlangs uitgebarsten Fuego maken samen met diverse andere attracties de 35.000 inwoners tellende stad tot een heerlijke plaats om te vertoeven. Dat geldt overigens ook voor ‘Donna Maria Gordillo’, een zaakje met de lekkerste zoeternijen van de hele stad, waar reisgenote Claudia en gids José maar moeilijk weerstand aan kunnen bieden. Eigenlijk geen. De oude klinkerwegen teisteren schokdempers, vering en rijders. Ik ben maar wat blij wanneer het geklapper van deze buckelpiste wordt verruild voor de steile flanken van de Aqua. Onder begeleiding van José en vriend Pancho klimmen we tot een hoogte van 2500 meter, waar we door wolken en vogelgeluiden omhuld. Pancho raakt niet uitgepraat over het betoverende panorama dat je normaliter op dit droomplekje krijgt voorgeschoteld, vandaag kent het weer echter geen mededogen en blijft de top in nevelen gehuld. Honder kilometer verder naar het zuiden wordt deze tegenvaller echter weer rijkelijk gecompenseerd: een als vlot vermomde ferry brengt ons naar het verlaten zwarte zandstrand van Monterrico. Het paradijs laat zich echter niet zonder slag of stoot veroveren. Een houten plank die als rijplank dient bezwijkt onder het gewicht van de Adventure, enkel een beheerste draai aan het gas redt haar nog net van een eenzaam zeemansgraf. Niet veel later kunnen we ons echt overgeven aan de warme golven van de Stille Oceaan, glijden in een kano door de mangrovebossen en genieten van de prachtige flora, kaaimannen, leguanen, schildpadden, pelikanen, slangen en in deze fascinerende omgeving. Fascinatie alom ook in Sumpango, waar bij een volksfeest honderden kleurrijke handgemaakte drakenvliegers ter ere van oude Maya goden de hemel beklimmen. Zelfs op de omliggende, met mausolea versierde kerkhoven wordt nog gefeest. Overal wordt gegeten, gehandeld, gedanst en muziek gemaakt. Ook tijdens de rest van onze reis zal Guatamala zichzelf als een extreem feestgraag stukje aarde presenteren. En bewijzen als bijzonder kleurintensief, zowel wat betreft natuur, architectuur, zelf geschilderde reclame als kleding, met name dat van de Indigena’s, de oorspronkelijke bevolking. Elke dertig kilometer voelt het alsof je een ander land binnenrijdt, zoveel gezichten heeft Guatamala. Komt ook omdat José simpelweg de beste routes kent. Tijdig waarschuwt hij voor gladde stukken asfalt, die zomaar vanuit het niets opdoemen, en op de betere pistes loodst hij ons snel en trefzeker door het bochtengeluk. Bijvoorbeeld door de slingers die ons richting het door vulkanen omgeven meer van Atilán dirigeren of het op 2.300 meter hoog gelegen plaatsje Quetzaltenango. Die laatste blijkt één van de mooiste steden van Guatemala, door de lokale bevolking Xela genoemd. We bezwijken er onder een explosie aan geuren van culinaire verlokkingen en storten ons in het nachtleven van de stad. Een dag later schudden stad en omgeving op haar grondvesten. Met name de naburige stad San Marcos wordt haar getroffen door de aardbeving, vijftig mensen laten het leven, huizen en wegen worden zwaar beschadigd. De spanning tussen de Noord-Amerikaanse, Caribische en Cocos tektonische platen werd weer eens te hoog, met een verwoestende beving als gevolg. Wij komen gelukkig ongeschonden uit de strijd. Een wilde wisseling van bochten, landschappen, passen en dalen doet ons echter alsnog de adem stokken. Op de Indio markt in Chicicastenango krijgen we echter de gelegenheid om weer rustig op adem te komen. Een enorme mensenmassa, rustig struinend tussen de kraampjes met Maya en Azteken maskers, tapijten, stoffen, kruiden, fruit en creatieve diensten. Een onderhoudend geheel. Ook dankzij de half uur durende ‘handjeklap’ woordenwisseling met een Indio dame trouwens, die ging over een simpele haarband voor Claudia. Daar zagen overigens zelfs de omstanders nog lol wel van in. Zelfs op weg richting Cobán smelt het goede humeur niet als sneeuw voor de zon. Ondanks dat we bijna van de motor worden gekatapulteerd. Niet alleen hier, eigenlijk over in de buurt van een dorpje of stad, liggen namelijk bijzonder wraakzuchtige Tumulos op de loer, verkeersdrempels van beton, steen of staal die dwars over de weg zijn aangebracht. Soms aangekondigd, maar veel vaker totaal onverwacht doemen ze op. Daardoor missen ze hun doel overigens niet, ze werken namelijk behoorlijk remmend. Niet alleen door de talrijke Túmulos zijn in Guatamala vijftig kilometer net zo inspannend als vijfhonderd Europese. Je moet hier altijd en overal verschrikkelijk op je hoede zijn. Is het rijplezier op de kleine wegen nog ongekend groot, voor de grotere wegen is het raadzaam om een flink pakket stalen zenuwen in te slaan. De Camionetas, busjes die even kleurrijk zijn beschilderd als showgirls in Las Vegas, hebben het niet zo op kleinere voertuigen. Diepzwarte roetwolken uitbrakend rijden ze als bezeten door de duivel, inhalend op onmogelijke plaatsen en zichzelf met volledig onderbemeten remmen een bocht in katapulterend. Altijd afgeladen vol met de bagage tot hoog op het dak gestapeld, waarbij de ruiten zijn beplakt met teksten als ‘Dios es mi Guia’, de heer is mijn herder. Die heer heeft niet alleen de handen vol aan het beschermen van deze gelovigen, maar meer misschien nog wel met de coördinatie van de nog genadelozer truckers, die met hun afgeschreven Amerikaanse vrachtwagens de hoofdwegen penetreren. Gevolg is wel dat je na een tijdje een soort van gedachten kunt lezen. En je weet uiteindelijk ook heel goed de power en het ABS van de BMW op waarde te schatten, die je meer dan eens probleemloos uit de gevarenzone loodst. Noch power, noch ABS blijkt echter een nuttig hulpmiddel op de spiegelgladde weg naar Lanquin, waar de aanhoudende tropische regen voor een nauwelijks berijdbare modderweg heeft gezorgd. Waar José met zijn lichtere F800 nog redelijk vrolijk de hellingen beklimt, moet ik op de weliswaar met noppen uitgeruste Adventure alle zeilen bijzetten om niet in een afgrond te eindigen van waaruit zelfs een helikopter het wrak niet zou kunnen bergen. De tien kilometer van Lanquin naar één van de grootste toeristische trekpleisters van het land, Semuc Champey, is één van de meest inspannende pistes ooit, met steile klimmen, diepe geulen, spekgladde stenen en leem. Juan, een motorrijder die we eerder in een jungle herberg hebben ontmoet, had zes uur nodig om de tien kilometer af te leggen. We proberen het, maar de noppenbanden zitten al binnen honderd meter vol met modder, iedere vorm van grip is weg en compleet stuurloos drijven we keer op keer richting afgrond. Als zelfs José de moed verliest, draaien we om! Met een vierwiel aangedreven pick-up en een competente bestuurder worstelen we ons niet veel later alsnog door de jungle. Onderweg pikt de bestuurder nog wat Indigena’s in kleurrijke kleding op. De laadbak van zijn Toyota slikt met gemak twintig personen weg, dus waarom ook niet. Opeens stoppen we voor grote keien op de weg. Met een voorhamer worden de rotsen tot kleiner grut gedegradeerd, wat niet voorkomen kan dat we uiteindelijk toch muurvast komen te zitten. Zelfs in de lage gearing redt de Toyota het niet, glijdt terug en kiept bijna om. Alle moeite wordt echter ruimschoots beloond wanneer we uiteindelijk ‘het paradijs’ bereiken. Midden in het oerwoud baden we in door met watervallen omringde bekkens gevuld met kraakhelder groenblauw water en laten ons door poetslipvisjes schoon knabbelen. Een helletocht met de hemel als beloning, hoe Bijbels. Aansluitend navigeren we naar het noorden, en steeds weer worden we omgeven door wonderschone droomlandschappen, die met name gestalte worden gegeven door minibergen en pittoreske dorpjes. De regen heeft op tal van plaatsen de weg weggespoeld met als gevolg dat ik meer dan eens de dikke Adventure kort langs een afgrond moet zien te manoeuvreren. Het blijft ook overal glad, het achterwiel heeft amper grip en glijdt meermaals een vervaarlijk stapje opzij. Uiteindelijk houdt de weg zelfs voor ons motorrijders op. Een enorme graafmachine is bezig met het ruimen van rotsblokken die de weg versperren. Van andere bestuurders ervaren we dat het nog uren zal duren voor we verder kunnen, tegenvallertje. Intussen is José druk met de bestuurder van het apparaat in gesprek, complimenteert hem met de bijna virtuoze wijze waarop hij de machine bedient. Plots maakt de graafmachine met een paar gracieuze bewegingen een minuscule, maar net voldoende grote doorgang vrij voor de motorfietsen. José verklaart: “Wie verder wil, moet vriendelijk zijn!” Een dag later brandt de zon op de Tikal, het belangrijkste heiligdom van de Maya cultuur. De reusachtige tempelstad ligt middenin de jungle, een magische plek. Slangen, hagedissen en jaguars bewegen zich door het ondoordringbare struikgewas, apen slingeren van tak naar tak en de exotische bomen groeien tot de hemel. Wanneer we vanaf tempel vier het tropisch regenwoud bewonderen, horen we een geruis dat doet vermoeden dat er een Tyrannosaurus Rex op het punt staat ons te overvallen. Het blijkt een groep brulapen, die voor een permanent aanhoudend kippenvol zorgt. Hier aan wennen? Onmogelijk. Een ronde om het idillische Petén Itzá meer, een kop koffie in Flores, een fijne weg naar Rio Dulce, waar we nog een BMW treffen bezoeken. Motorrijders uit El Salvador, Honduras en Guatamala showen er hun machines, zijn echter drukker met feesten dan met rijden. De president van de BMW Club, Ricardo Crowe, neemt ons mee op zijn boot om het meer van Izabal in volle glorie te ontdekken, waarna we later hetzelfde nog een keer doen vanuit de lucht in zijn tweemotorige Piper Seneca. Ook bezoeken we de enkel via een waterweg bereikbare, bizarre havenstad Livingston, die in niets weg heeft van de rest van het land. En we maken kennis met de geniale weg van Rio Dulce naar Punta de Palma, het mooiste Caribische strand van Guatemala. Vijf rivieren doorwaden we nog, de laatste blijkt te diep. Vooral niet omvallen nu, pure stress. Maar eveneens pure bewondering voor de schoonheid van de natuur. De hartslag stijgt weer. Van geluk uiteraard! ________________________________________ INFO GUATAMALA Guatemala is een droom voor motorrijders en biedt alle aspecten van de wereld in één land: bergwegen, bochten, offroad, onroad, leuke mensen en een exotische flora en fauna. Dit wil je echt een keer meemaken! Ligging: Centraal-Amerika Staatvorm: republiek Buurlanden: Stille Oceaan (westen), Mexico (westen en noorden), Belize en Caribische Zee (oosten), Honduras (zuidoosten) en El Salvador (zuiden) Hoofdstad: Guatamala-Stad Afstand vanaf Utrecht: 9.120 km (Guatamala-Stad hemelsbreed) Oppervlakte: 108.889 km² (2,9 keer Nederland) Inwonertal: 14,1 miljoen Hoogste punt: Tajumulco, 4.220 meter Toeristische trekpleisters: teveel om op te noemen, onder meer de Maya steden Tikal en El Mirador, stad Quetzaltenango of Xela, Pacaya vulkaan, Antigua (oude hoofdstad), Las Escobas, Semuc Champey, markt van Chichicastenango, meer van Atitlán (volgelopen vulkaankrater), Iximche en Guatamala-Stad. Taal: Spaans Schrift: Latijn Munteenheid: Quetzal (GTQ / € 1,00 is 10,5 quetzal) Tijdsverschil: -6 uur Klimaat: Guatamala kent voornamelijk een tropisch klimaat dat wordt gekenmerkt door relatief hoge temperaturen. Door de grote hoogteverschillen kan het weerbeeld echter tussen verschillende plaatsen die redelijk dicht bij elkaar liggen toch heel erg verschillen. Komt de gemiddelde dagtemperatuur rond de Caribische Zee doorgaans niet onder de twintig graden, in het op 2.200 hoogte gelegen Quetzaltenango is nachtvorst geen zeldzaamheid Landschap: het Latijns-Amerikaanse land bezit twee kustenstreken: in het oosten de smalle toegang tot de golf van Honduras en de Caribische zee, in het zuidwesten de lange stranden langs de Stille of Grote Oceaan. Het noordoostelijke deel van Guatemala, Petén, is laagland dat voornamelijk is begroeid met nagenoeg ondoordringbaar oerwoud. In het centrum van Guatemala vind je het hoogland met 35 vulkanen tot een hoogte van 4.220 meter. Minstens vier van deze vulkanen zijn nog altijd actief. De diversiteit aan flora en fauna is bovendien ongekend groot. Beste tijd: grofweg kun je stellen dat Guatamala een nat seizoen kent dat loopt van ongeveer mei tot en met oktober, terwijl het van november tot en met april overwegend droog. Qua temperatuur is het precies andersom, in de natte maanden is het het warmst, in de droge maanden daalt het kwik dan, aangenaam warm is het dan echter ook nog altijd. Ondanks dat Guatamala door zijn westelijke ligging slechts zelden last heeft van orkanen, is de kan daarop het grootst van juli tot en met november. Wetenswaardigheden: In Guatemala heerste van 1960 tot 1996 een burgeroorlog, waarvan de wonden tot op de dag van vandaag nog niet helemaal geheeld zijn. Net als in vele andere Latijns-Amerikaanse landen is de democratie nog relatief jong in Guatemala, het partijenlandschap stabiliseert zich echter wel steeds meer. De veiligheid in dit land is de laatste jaren heel sterk verbeterd, onder meer door sterke aanwezigheid van agenten en militairen. Dit is vooral te danken aan president Otto Pérez Molina. Hoewel men hier redelijk stevig drinkt, worden er bijna geen andere drugs gebruikt. Wel is Guatemala een belangrijk transito (doorvoer) land voor drugs afkomstig uit Columbia bedoeld voor de VS. Wie zich echter niet met het kopen van narcoticamiddelen bezighoudt, hoeft hier helemaal niets van te vrezen. Contact: www.visitguatemala.com REIDUUR: 21 DAGEN GEREDEN AFSTAND: 2.750 KILOMETER