De Honda NSR500V van Barry Veneman
Na een succesvolle carrière als coureur begon Jan Huberts als teammanager in de GP-racerij. 2001 was het laatste jaar dat hij met het DeeCee Jeans Team uitkwam in de koningsklasse, waarin hij Barry Veneman zijn GP-debuut liet beleven. Na het seizoen werden de Honda NSR500V’s van het team verkocht en verdwenen ze in een Amerikaanse schuur. De Brit Stephen A’lee haalde ze terug naar Europa en voor het eerst in tien jaar zijn de motoren weer raceklaar. Het jaar 2001 was een goed jaar voor de Nederlandse motorsport in de hoogste klasse van de GP-wegrace. Jurgen van de Goorbergh kwam op een Proton uit voor het team van Kenny Roberts senior, Arie Molenaar leidde het team van De Graaf/Sent Waninge met de Japanse coureur Haruchika Aoki, Jarno Jansen mocht één keer invallen voor het team van Molenaar, waarbij hij een GP-punt pakte en Jan Huberts was samen met Martin van Genderen verantwoordelijk voor het DeeCee Jeans Racing Team met Barry Veneman en Anthony West als coureurs. Het was tevens het laatste jaar dat het hele veld met 500 cc motoren uitkwam en het team van Huberts had de beschikking over de klantenmachine van Honda, de NSR500V. Deze tweecilinder was speciaal door HRC ontworpen voor satellietteams om een entree in de GP’s mogelijk en vooral betaalbaar te maken. De 500V’s kwamen weliswaar 40 tot 50 pk te kort op de fabrieksmachines, maar ze waren lichter en behendiger waardoor de bochtensnelheid vaak hoger lag. De motoren werden in tegenstelling tot de viercilinders aan de teams verkocht, en dus niet door de teams geleased. Hierdoor werden veel van de motoren na het raceseizoen doorverkocht aan privébezitters die er nationale races mee reden, of ze wegstopten in privécollecties. Een jaar geleden kocht Stephen A’lee uit het Britse Saltash, Cornwall, zowat de hele technische inboedel van het DeeCee Racing Team van een Amerikaan die de spullen al jarenlang in huis had staan. “De man had beide motoren en alle reserveonderdelen overgenomen van het DeeCee team. Zijn zoon gebruikte de motoren voor circuitdagen in Californië, maar na één jaar kwamen ze in de schuur te staan. De eigenaar had het water en de olie gewoon in het blok laten zitten, waardoor alles van binnen uit is vergaan. Toen de motoren teveel begonnen te lekken, heeft hij ze in de verkoop gedaan en heb ik alles over kunnen nemen.” Om de beide 500’s en onderdelen te kunnen betalen verkocht A’lee zijn Honda RC45-racer, een aantal NSR250 F3’s en hij deelde de kosten met zijn neef. “De rekeningen stapelen zich nog steeds op. Ik ben nog getrouwd, maar het scheelt niet veel meer!”, vertelt hij met een gezonde vorm van zelfspot. “Officieel staat de motor van Anthony West op naam van mijn neef en de motor van Veneman is van mij, maar ik heb ze allebei gerestaureerd.” De Honda’s kwamen volledig ontmanteld in Engeland aan. Er werden zo veel reserveonderdelen meegeleverd dat de Britse ingenieur er gemakkelijk een derde machine bij had kunnen bouwen. Een compleet chassis, kuipdelen, velgen, uitlaten, cilinderkoppen, krukassen; noem het maar op. Allemaal origineel GP-materiaal. “Dat maakte de restauratie een stuk gemakkelijker. Eigenlijk hoefde ik de motor alleen nog maar in elkaar te zetten. De opbouw was intensief werk en het heeft me vele uren gekost om de motor terug te brengen in de huidige staat. De motoren zijn bijna precies hetzelfde als toen ze in 2001 de paddock verlieten. Het enige wat we hebben moeten laten maken is een waterpomp. Die zat niet bij de restpartij en ook HRC kon ons niet van een waterpomp voorzien. De ontbrekende pakkingen en O-ringen heb ik wel bij HRC kunnen bestellen.” Het hele restauratieproces was te volgen via de Facebookpagina van NSR-world.com, de website die A’lee samen met zijn vriend Andy Grunt in de lucht houdt. Van het arriveren van de onderdelen tot het moment dat de machine voor het eerst werd gestart. De restauratie is inmiddels voltooid en beide motoren hebben hun eerste ronden alweer gereden op het GP-circuit van Donington. “Ze reden geweldig, foutloos eigenlijk.” De nieuwe eigenaar van het stukje Nederlandse racegeschiedenis wilde de motoren zo origineel mogelijk houden. “Ik twijfelde of ik de motoren 100% goed wilde laten lopen, of dat ik ze volledig terug wilde brengen in originele staat. Uiteindelijk was de originaliteit van de machines voor mij belangrijker dan de prestaties. Ik had natuurlijk alle onderdelen op reserve, en die waren zelfs met de namen van de coureurs gemerkt. Die merktekens, bijvoorbeeld in de velgen, geven de geschiedenis van de motoren weer. Het zou zonde zijn als dat zou verdwijnen. De motoren zullen ook niet stil komen te staan in een museum, maar ik wil er mee gaan rijden op evenementen als het Goodwood Festival of Speed, het Festival of 1000 Bikes en het zou geweldig zijn om ook een keer tijdens de Bikers Classics in Spa Francorchamps op de startlijst te staan. Anthony West heeft me laten weten dat hij zijn oude pak uit dat jaar nog heeft en dat hij graag weer een ronde zou rijden op de 500V. Het zou natuurlijk mooi zijn om ook Barry Veneman weer op zijn oude GP machine terug te zien.” Met de aankoop van de twee tweetaktracers zag Stephen A’lee een droom in vervulling gaan. “Ik ben helemaal gek van tweetakten. Ze zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met de GP-racerij. Twaalf jaar geleden droomde ik er van om ooit een 500 cc tweetakt in de schuur te hebben staan en dat is nu werkelijkheid geworden. Deze motoren zijn fantastisch om mee te werken en je kunt zonder twijfel zeggen dat ik een zeer gelukkig man ben.”. [KADER + 339232 (uitkaderen!] BARRY VENEMAN OVER ZIJN OUDE MACHINE “Het is leuk om mijn oude GP-motor weer op foto’s terug te zien en de herinneringen weer op te halen, ook al heb ik er geen successen op heb gekend. De motor heb ik sinds 2001 niet meer gezien en het laatste wat ik wist, is dat de vader van Johan Stigefelt hem had gekocht. Ik hoop voor de koper dat de carbon remmen er niet meer opzitten, dat waren destijds echt gevaarlijke dingen. De NSR500V was vooral op de grens erg lastig te rijden en hij was heel langzaam als je hem vergelijkt met de Honda V4 van die tijd. Als je hem op de naald reed, liep hij vast, waardoor wij vaak met een rijke afstelling reden. Dat kostte ook weer vermogen. Alleen op een natte baan kon de twin goed mee komen. Het was geen gemakkelijk jaar, maar de GP-ervaring was geweldig. Als de planning het toelaat, zou ik best weer een ronde op de Honda willen maken. Het vermogen en de rijeigenschappen zullen wel gedateerd zijn. We hebben immers zulke snelle straatmotoren tegenwoordig. Toch blijft 135 pk bij een gewicht van slechts100 kg nog steeds een extreme verhouding.” [Beeld + BU’s] [opener 004 + inzet DSC04030 pits] [004] Daar staan ze dan op een Britse oprit, de keurig gerestaureerde NSR500V’s van Barry Veneman (21) en Anthony West (14). [inzet] Stephan A’lee (rechts) kocht de beide Honda’s van een Amerikaan die ze al jarenlang in de schuur had staan. [overige foto’s verdelen] [048] Het blok van de tweetakt racer oogt in uitgebouwde staat enorm compact. [005 + 006 bij elkaar, zijn niet heel erg groot] Veel onderdelen zijn gemerkt met het nummer van de rijders, zoals hier de #21 van Veneman. Samen met de motoren kocht A’lee ook een enorme berg onderdelen. [DSC04033] Ook in uitgeklede staat nog steeds een schoonheid. De listige carbon remmen zijn vervangen door gewone stalen exemplaren.