Column Sebastiaan Labrie 22-2011
Wat is het toch met de Nederlandse motorbabes? Eens in de zoveel tijd loop ik rond op een motorbeurs en ik ben bijna altijd teleurgesteld in de moppies, die met hun ziel onder de arm bij een nieuw model motor van welk merk dan ook staan. Vaak zijn het jonge meisjes, die van toeten noch blazen weten, amper het woord Kawasaki kunnen uitspreken zonder zich een bloedlip te bijten en om de twee minuten aan hun outfit frunniken. Het is een beetje staan om het staan. Ze zijn natuurlijk uitgekozen om hun uiterlijk. We leven nu eenmaal niet in een wereld waar de verkoop beter draait door er een vet varken naast te zetten. Een lekker wijf geeft je als koper wellicht het idee dat als jij een bepaalde motor koopt, de toekomst misschien ook zo’n meiske voor jou in petto heeft. Da’s redelijk kort door de bocht en ik betwijfel of de doorsnee man letterlijk die klik maakt, maar het mannelijke onderbewustzijn reageert er wel op. En gelijk hebben we, want een mooie vrouw is een genot voor het oog en in combinatie met een fraaie motor roept het beelden op van zoeven over een snelweg, terwijl zij met haar wang tegen je rug geplakt, ontspannen de ogen dicht heeft en haar armen rond je middel hangt, je vertrouwt en de koers laat bepalen. Het ‘I’ll follow you whereever you go’-idee. Zoiets doet het mannenhart goed, toch? Ik vind mijn vriendin een schoonheid en heb de mazzel dat zij altijd al bij haar vader achter op de motor zat en zodoende op jonge leeftijd eerlijke liefde voor het bijrijden ontwikkeld heeft. Voor mij zijn het ‘DE’ zalige momenten om ‘s nachts met haar naar huis te rijden. Zeker als het een beetje te koud is. Als echte dame leeft zij, als we uit gaan, volgens het motto ‘style before comfort’, dus die extra warme trui weigert ze mee te nemen. Met de snerpende wind in het gezicht, kruipt ze tegen mijn rug aan om volledig beschut te zitten. Haar blote handen legt ze, onder mijn jas, op mijn buik. Van mij moet ze haar handschoenen aan, maar da’s een verloren discussie. Ik maak mij zo breed mogelijk en rijdt niet te hard, zodat de wind niet wreed alle kiertjes opzoekt en leg mijn linkerhand over haar knie in de hoop ietwat warmte de botten in te sturen. In het donker van de nacht voel ik me dan een vent. Niet vanwege het plaatje, maar het waken over haar leven, het veilig thuis moeten brengen van het meest belangrijke in mijn bestaan, de naakte, lege weg voorbij mijn stuur…het is de romantiek ten top. Althans in mijn mannenwereld. Ik word er rustig van. De dagelijkse beslommeringen vallen weg. Het leven is even simpel en goed. Ergens verwacht ik dus dat een motorbabe een soortgelijk plaatje oproept, maar in Nederland ben ik altijd eerder geneigd hun vader te bellen om te zeggen dat de kleine het niet naar de zin heeft en of ‘ie haar kan ophalen. Zou het te maken hebben met onze Hollandse nuchterheid? ‘Ja, ik sta hier wel, maar pffff, ik ga echt niet over die motor hangen’. Nee, zij zetten eerst het rechter knietje voor de linker en daarna andersom en dan is het wel goed. Nu hoeven ze van mij niet zogenaamd geil over een motor te wrijven of overdreven hun borsten op de tank te drukken, maar een beetje karakter zou werken. Ik heb liever een doorsnee dame in een wannabe speelse outfit met pit, dan een beauty. Geef mij maar mensen die het motorrijden ballen geven in plaats van plastic tieten. Als je dames kan casten op schoonheid, kun je ze ook uitkiezen op rock ‘n roll en dan insinueer ik niets. Ik zou gewoon graag zien dat degenen die deze meisjes boeken weten wat de bedoeling is. Het gaat om het kloppende beeld van de motor en de bijpassende droom die de complementaire ‘vrouw’ oproept. Het is niet sexistisch bedoeld, maar als je iets doet, doe het dan goed! Geef ons de prinsessen om te redden op de stalen ros.