Mijn Trots – Bas Helbers
« Terug naar Mijn TrotsHet aanpassen van een stuurtje of een andere uitlaat monteren was geen uitdaging meer. Dus besloten Bas (32) en Hans (64) Helbers de slijptol te hand te nemen om hun Yamaha Diversion te veranderen in een scrambler. Eigenlijk tegen het zere been van vader Hans, want: “in een goede motorfiets moet je niet slijpen’.
Bas: “Ik wilde al heel lang een motor eens echt onder handen nemen en er een eigen ontwerp aan geven. De liefde voor motoren zit er, door mijn vader, al van jongs af aan in. Toen ik een jaar of zes was, zat ik al voor het eerst bij hem achterop. En op m’n elfde gingen we al samen naar de Ardennen. Niet gek dus dat ik op mijn achttiende eigenlijk meteen voor mijn motorrijbewijs wilde gaan.”
Hans: “Maar dat mocht niet van ons, want hij moest eerst zijn autorijbewijs halen. Maar dat ging meteen goed, waardoor hij op zijn 19e alsnog zijn motorrijbewijs kon halen.”
Bas: “Sindsdien heb ik al flink wat motoren gehad. Om er een paar te noemen: een Yamaha Fazer, MT-09 SP, Ducati Monster S4R, KTM Duke III, Triumph Street Triple, Suzuki Bandit 600, Honda CB550 uit 1977, Honda CB900F Hornet en een Ducati 750 SS. Maar aan een zelf ontworpen machine ontbrak het nog. Mijn vader raadde dat ook steeds af, omdat hij vindt dat je aan een goede motor niet moet tornen. Uiteindelijk heb ik hem toch weten te overtuigen en zijn we samen dit project aangegaan.”
Hans: “Dat begon met het vinden van de juiste motor. We waren namelijk niet per se op zoek naar een Yamaha Diversion 900, maar liepen er per toeval tegenaan. Zeer goed onderhouden, motorisch gezien in topstaat maar qua looks wat minder uitdagend. Toen bleek dat we hem voor een habbekrats konden kopen, wisten we dat we de perfecte motor hadden gevonden.”
Bas: “Met de Diversion in bezit, zijn we meteen aan de slag gegaan. Dat begon met het strippen van de motor. Nou de kilo’s vlogen er echt vanaf. Onder meer door het verwijderen van al dat plastic. Daarna hebben we eerst het model vormgegeven zonder gebruik te maken van tekeningen of schetsen. Het enige dat we wel wisten, is dat het een scrambler moest worden. Op het moment dat wij aan de slag gingen, waren caféracers helemaal hot. Zo’n beetje iedereen die met een motor aan het bouwen was, koos voor die stijl. Om dan toch wat anders te hebben, zijn wij voor een scrambler gegaan. Maar ook omdat je met een scrambler in de regel een stuk rechter op de motor zit, wat natuurlijk comfortabeler rijdt.”
Hans: “Dat was ook wel een eis van mij hoor. Op een motor moet je goed en veilig kunnen rijden. Mede daarom hebben we ook besloten het hoofdframe helemaal in tact te laten. De modificaties die we hebben gedaan zijn optisch. Maar daar hadden we wel een slijptol voor nodig, want er moest het een en ander ingekort worden. Onder meer het kontje. Bas zag voor zich hoe het eruit moest zien en ik heb het gemaakt. Mijn voordeel is dat ik lange tijd een autogaragebedrijf heb gehad, dus ik ben bekend met sleutelen. Sleutelen aan auto’s deed ik namelijk voor mijn beroep, en sleutelen aan motoren was mijn hobby. Daarnaast hebben we een schuur vol gereedschap. Met iedere stap die we maakten, kreeg de motor meer vorm. Het ging haast als vanzelf.”
Bas: “En als het dan een keer een beetje tegenzat, bijvoorbeeld omdat de elektronica net niet deed wat we wilden, dan lieten we het even liggen om er de volgende dag weer vol goede moed mee aan de slag te gaan. Alleen het vinden van de juiste kleur was een behoorlijke opgave. Daar hebben we toch wel lang over gedaan. Uiteindelijk is het, net als het vinden van deze motor, bij toeval gelukt. Ik zag namelijk een Citroën met deze kleur bij m’n vader staan. Meteen bij het zien wist ik dat die kleur perfect op onze motor zou passen. Toen dat eenmaal vast stond, konden we ook met de kleuren voor het frame, zadel en alle andere elementen aan de gang totdat alles perfect bij elkaar paste. De ovale nummerplaat aan de zijkant heb ik zelf ontworpen. Het cijfer 15 is voor ons beiden bijzonder, omdat we allebei op de 15e jarig zijn. De tekening die je ziet, is geïnspireerd op de Tabernaswoestijn, waar de spaghettiwesterns van Sergio Leone zijn opgenomen.”
Hans: “Vorig jaar speelde ik heel even met het idee om deze motor te verkopen, want eigenlijk is het mijn motor. Maar dat kon ik toch niet over mijn hart verkrijgen hoor. Bas rijdt er het meeste op, daarom staat hij hier ook op de foto, en het is ook ons eerste grote project samen. Dat blijft bijzonder. Met zijn tweeën sleutelen in de schuur bij Bas was eigenlijk net zo leuk als samen rijden.”
Bas: “Het smaakte ook naar meer. Daarom zijn we ondertussen alweer met het volgende project gestart. Dit keer met als basis een Fazer die wordt omgebouwd tot een streetfighter/caféracer. De kennis die we hebben opgedaan bij onze scrambler gebruiken we nu om een veel extremere machine te maken. Zo hebben we het plan opgevat om de motor een open kontje, underseat uitlaten en spaakwielen te geven. Dat wordt ook een bijzonder ding.”