+ Plus

Reizen Bosni

De weg is ons in Roemenië gewezen door een Zweeds echtpaar met camper. Wij gaan erheen, zij komen er vandaan, “als je de grens over bent, rechtsaf”. Bosnië-Herzegovina en Servië, vooral bekend, of beter gezegd berucht, van dé oorlog, het Joegoslavië tribunaal, Mladic, Milosevic, sniperalley Sarajevo. Een hardnekkig stigma dat de Balkanlanden echter geen recht doet, want beide ontpoppen zich dankzij de prachtige natuur en vrijwaring van massatoerisme als een fantastische reisbestemming. Vooral op de motor.“Daar had ik wel willen rijden met mijn motor”, vertrouwde de Zweed ons nog toe. Hij had gelijk. Net na het grensplaatsje Drobeta-Turnu Severin zijn we rechtsaf geslagen. Het gebied is prachtig. Een bochtige weg slingert zich omhoog en omlaag langs de Donau. Chris en ik volgen gretig met onze R80GS en R65GS. De bergen lijken uit de rivier te rijzen. De zon maakt de bomen nog groener, andere weggebruikers komen we nauwelijks tegen.Aan de overkant ligt Roemenië. Het enige perfecte daar was het asfalt, neergelegd met Europees geld. Maar voor de rest viel het ons tegen. De mensen waren onvriendelijk, overal afval en om de tien meter een zwerfhond. Een armoedige indruk en dat masseert het goede gemoed nu eenmaal niet bijster effectief. Deze weg in Servië mag dan net iets minder perfect zijn, toch houden we nu al meer van dit land. Er staat gewoon een houten picknicktafel langs de kant van de weg waar we in alle rust een boterham eten. We hoeven niet op een stoeprandje te zitten en ook geen weeïge afvalgeur die plots je neusharen streelt.Het gebied waar we doorheen rijden is de Dernap, een indrukwekkende bergengte en uitgeroepen tot National Park. Het is ontspannen rijden. Weinig verkeer en na elke bocht weer een nog mooier uitzicht op de Donau. Af en toe passeren we een geel plaatsnaambordje. Er volgen een aantal huizen, soms een restaurant, steevast eindigend met een streep door de plaatsnaam en een bord van lokale restaurant met ‘Thank you for your visit.’ Als nieuwbakken toeristen in dit land voelen we ons welkom.Servië en Bosnië hebben allebei te kampen met een imagoprobleem. Nog steeds schrikken de landen mensen af. De Balkanoorlog in de eerste helft van de jaren negentig staat bij menigeen nog helder op het netvlies. De ‘gewone’ vakantieganger kiest liever een land als Italië, enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds is het ook de geschiedenis die de landen maakt tot wat ze zijn. Rauw, maar indrukwekkend.Veel oorlogswonden zijn altijd nog te zien, de wederopbouw gaat traag, gewaarschuwd wordt ook om op de gebaande paden te blijven, want mijnen liggen hier nog her en der verspreid door het landschap. Dat mag echter geen reden zijn om de Balkan links te laten liggen. Niet alleen de natuur is overweldigend, ook de mensen zijn enorm hartelijk.Het is warm. Alleen de rijwind brengt nog wat verkoeling. Aan het eind van de ochtend stoppen we in een Servisch dorpje om bij een supermarkt wat drinken te halen. Het koude water dat we vanochtend in een flesje in onze tanktassen hebben gedaan is inmiddels tot kooktemperatuur gekomen. We zetten onze motoren neer. Mensen kijken om alsof ze niet eerder twee buitenlandse motorrijders hebben gezien. Opeens staat er iemand aan de overkant van de straat te gebaren. We kijken om ons heen, hij heeft het tegen ons. Hij maakt een uitnodigend gebaar en wijst daarbij op de stoeltjes en tafeltjes van het naastgelegen terras. Of we met hem wat komen drinken. We kijken elkaar aan, oké dan. We slepen onze motoren naar de andere kant van de straat en schuiven bij hem aan. “Koffie, bier?” Uiteindelijk zitten we aan de koffie met cola. Hoewel het terras eerst leeg was, zitten er inmiddels meer mensen. Waar we heen gaan? “Topola.” “Je kan beter naar het zuiden, daar is het mooi, ik ben er geboren.” “Ja, maar we willen toch echt naar het klooster in Topola.” “Oh, het klooster. Ja natuurlijk, dan moet je inderdaad naar Topola.” We pakken de kaart erbij om te laten zien waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Uiteindelijk vertrekken we met een met pen uitgestippelde route op de kaart en worden uitgezwaaid door het halve dorp.Servië is bezaaid met kloosters en kerken. Regelmatig komen we er een tegen, zoals in Topola. Vergeleken met de omgeving, waar kippen los rondlopen en de huisjes van hout zijn, lijken het bijna statige villa’s. Alsof ze gisteren gebouwd zijn. Religie is hier overduidelijk belangrijk. Begraafplaatsen waar we langskomen zijn bezaaid met verse bloemen. In Nederland ligt er misschien ergens een verdwaald bosje tulpen, maar hier springen de kleuren ervan af. Ook zien we veel kruizen langs de weg, veelal geflankeerd door bloemen en een foto. Vooral jonge mensen, uit de bocht gevlogen of op een tegenligger geknald. Even slikken, ook dat is de dagelijkse praktijk dus.De grens tussen Servië en Bosnië blijkt nauwelijks een slagboom breed. Als we vanuit U

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...