GP Wegrace Le Mans, Frankrijk
Of Danilo Petrucci gedacht zal hebben dat precies vier weken na zijn dramatische zestiende plaats in Misano het Italiaanse volkslied voor hem zou worden gedraaid in Le Mans? De Ducati-coureur reed een fabuleuze race die hij van start tot finish leidde. Petrucci werd de zevende winnaar in 2020, terwijl Alex Marquez voor een daverende verrassing zorgde met de eerste podiumplaats voor Honda in dit bizarre seizoen. Pol Espargaro bekroonde een voortreffelijk optreden met een derde plaats. Fabio Quartararo werd slechts negende en liep tóch uit op Joan Mir en Maverick Viñales.
Het paste wel in het beeld van het onvoorspelbare seizoen 2020. Luttele minuten voordat de MotoGP-race van start zou gaan, begon het te regenen in het koude Le Mans. Alle 22 motoren werden de pitlane ingeduwd, slicks werden vervangen door regenbanden en met vertraging wist niemand exact waar hij aan toe was. Maar bijna 46 minuten nadat de lichten waren gedoofd, had het kampioenschap van 2020 zijn zevende winnaar. De bijna 30-jarige Italiaan stormde vanaf een al onverwacht goede derde startplaats direct naar de leiding en hield die positie vast tot het eind. Heel even kwam Andrea Dovizioso hem voorbij, lang leek Jack Miller een gevaarlijke tegenstander en even leek Alex Rins een ernstige bedreiging te gaan vormen. Maar een woedende Miller moest zijn Pramac Ducati acht ronden voor het einde met een probleem voortijdig parkeren, Rins crashte een ronde later en Dovizioso was in de slotronden vleugellam door volledig versleten rubber. Omdat de verrassende Alex Marquez, gekomen van een zeer bescheiden achttiende startplaats, hem drie ronden voor de vlag passeerde en een paar kilometer later ook Pol Espargaro in de steeds groter wordende gaten dook die Dovi liet vallen, duikelde de Ducati-coureur zelfs nog van een zeker geacht podium. Daar mocht dus wel zijn teamgenoot Danilo Petrucci staan. Geen moment had de knuffelbeer van het grand prix-circus in 2020 de indruk gegeven nog een race te kunnen winnen. Voor de wedstrijd in Le Mans stond Petrucci op de veertiende plaats in de tussenstand, met een weinig verheffende zevende plaats in Oostenrijk als beste resultaat. Net als teammaat Dovizioso worstelde Petrucci met de dit jaar geïntroduceerde nieuwe Michelin-achterband, waardoor zij beiden het scherpste wapen, het remmen, niet langer in de strijd konden gooien. Een treurige twaalfde plaats in Brno, een elfde positie tijdens de Grand Prix van Stiermarken, een plek buiten de punten in Misano – het waren geen prestaties die bij de winnaar van de Italiaanse grand prix van 2019 pasten. Bovendien kreeg hij al vroeg te horen dat er voor volgend jaar geen plek meer was in het Ducati-fabrieksteam. Petrucci vond onderdak in het KTM Tech3 Team. “Het leek alsof niemand meer vertrouwen in me had”, zei hij na Ducati’s eerste MotoGP-overwinning in Le Mans. “Aan het eind van vorig jaar begreep ik al wel dat ik niet op de lijst voor 2021 stond. Dit is het bewijs dat ik nog kan winnen. Ik heb lang voor Ducati gereden en ik heb met grote namen om deze plek gevochten. Maar misschien had men bij Ducati andere ideeën, misschien is het maar beter zo.”
Petrucci controleerde de race perfect; een enorm contrast met de coureur die voor Le Mans amper van zich had laten horen. “Na de test in Misano hadden we wat gevonden en na Barcelona (Petrucci werd daar achtste, red.) wilde ik hier voor het podium gaan. De regen had ik niet verwacht. Ik startte goed en wilde vooral buiten de problemen blijven. Ik zag op de grote videoschermen dat Rins dichterbij kwam, dat Pol er was en dat Alex Marquez veel sneller was. Dovi drong ook aan, maar gelukkig zat hij tussen mij en Rins. Mijn band was helemaal op, ik moest vloeiender rijden, maar de laatste vier, vijf ronden had ik geen tractie meer. Ik zocht expres de natte plekken op. Misschien was mijn gewicht vandaag eens een voordeel.”
Petrucci’s voorsprong op tweede man Alex Marquez was op de streep nog 1,2 seconden. Marquez’ race was verbazingwekkend en dat de 24-jarige broer van wereldkampioen Marc verantwoordelijk zou zijn voor de eerste Honda top 3-klassering van 2020 was op zijn zachtst gezegd onverwacht. . Waar de ervaren merkgenoot Cal Crutchlow crashte, toekomstig teammaat Takaaki Nakagami de overtuiging miste en Marc Marquez-vervanger Stefan Bradl in de laatste ronde Quartararo nog naar de negende plaats terugverwees, groeide de jongste Marquez boven zichzelf uit op het circuit waar hij vorig jaar de Moto2-race won. “Ik dacht in het begin wel dat er iets mogelijk was, maar niet het podium”, lachte de rookie na zijn eerste MotoGP-regenrace. “Ik begon rustig, maar ik kreeg steeds meer gevoel en vertrouwen. Petrux was iets te ver en ik dacht ‘nu moet ik mijn verstand gebruiken, want als ik er af val, herinnert niemand zich deze race meer’.” Marquez was opvallend realistisch na zijn eerste MotoGP-podium. “Dit was maar een podium in de regen, nu moeten we het herhalen op een droge baan. En we moeten de kwalificatie verbeteren.”
Pol Espargaro stond voor de derde keer in vijf races als derde op het podium. De als achtste gestarte KTM-coureur miste aanvankelijk het vertrouwen, maar zag in de slotfase Andrea Dovizioso worstelen. De Italiaan leek een uitgelezen kans te krijgen om veel terrein goed te maken op Quartararo. Dat viel tegen. “Ik had meer verwacht, maar ik denk dat mijn zachte regenbanden een verkeerde keus was”, aldus Dovizioso. Als de race nog een ronde langer had geduurd, was Dovizioso beslist ingehaald door Johann Zarco. Na tien ronden keek hij tegen een achterstand van 13,6 seconden aan, op de streep had Zarco het gat naar Petrucci gedicht tot 4,3 tellen. In de laatste drie ronden won Zarco telkens een plek en twee ronden voor het eind klokte hij de snelste raceronde – 1,3 seconde sneller dan leider Petrucci op dat moment.
Joan Mir en Maverick Viñales klokten respectievelijk de tweede en derde rondetijd – en finishten als elfde en tiende. In de derde bocht moesten zij beiden uitwijken voor de gevallen Valentino Rossi – het was Rossi’s derde racecrash op rij – en zakten naar de staart van het veld. Polesitter en klassementsleider Quartararo kende een sterk begin, maar kon zich niet voorin handhaven. Wel werd hij met een negende plaats de eerste finisher op een vier-in-lijn-machine. Belangrijker was echter dat hij de titelrivalen Mir en Viñales, gestart als veertiende en vijfde, achter zich wist te houden. Na zijn ogenschijnlijke magere negende plaats werd Quartararo in zijn pitbox dan ook met gejuich ontvangen door zijn team. “Ik wilde wel beter, maar ik kan tevreden zijn met dit resultaat in mijn eerste regenrace. Voor het kampioenschap was dit niet slecht”, vond de Fransman. “In het begin had ik moeite om de achterband op temperatuur te krijgen, maar vóór voelde heel goed. Pol kwam voorbij en ik wilde me verdedigen, maar pas na een ronde of acht, negen, kwam de grip achter. Ik ben heel blij voor Petrux en ook voor Alex en Pol. Want zij finishten voor Dovi.”
Even leek het alsof Mir voor Quartararo zou finishen. “Dat was het enige moment dat ik aan het kampioenschap dacht”, gaf Quartararo toe. “Toen hij me passeerde, dacht ik ‘no way’. Ik wilde voor hem finishen. Het ging om de negende plaats, maar we gingen er voor alsof het om de overwinning ging.” Quartararo vertelde ‘veel te hebben geriskeerd’. “We hadden veel veranderd en we namen een gok voor de race met de set-up. We hadden nooit met deze setting gereden. Het was niet slecht.”
Mir worstelde tijdens de trainingen met het op temperatuur krijgen van zijn banden. Ook de regenbanden kreeg de Suzuki-coureur maar lastig op temperatuur. “In het begin van de wedstrijd kon ik de achterband maar moeilijk opwarmen. Het kostte veel tijd. Later voelde ik me beter dan verwacht”, vond hij. “De crash van Valentino was ook een probleem. Maar nu moeten we uitzoeken waarom ik in het begin zo langzaam was en aan het eind snel. We moeten de data vergelijken met die van Alex (Rins). Hij was wél snel vanaf het begin. Als je geen grip hebt bij de exits van de bochten kun je dat managen met elektronica. Maar gebrek aan grip bij het ingaan van bochten is een ander verhaal.” Ondanks zijn slechtste finish van het seizoen wilde Mir het resultaat in het juiste perspectief plaatsen. “Dit was oké. Als het droog was geweest, zou Fabio waarschijnlijk hebben gewonnen. Misschien was een top 5 mogelijk geweest. Dan was de schade groter geweest dan nu.”
Quartararo en Mir finishten binnen 0,3 seconden. Tussen hen in werd Viñales tiende. Samen met Mir moest Viñales kort na de start de gevallen Rossi ontwijken. Als laatste vervolgde hij de race. Net als Quartarro en Mir hadden Viñales banden tijd nodig om op te warmen. In de één na ronde zette de Spanjaard zijn snelste tijd. “In de regen is de Yamaha een hele moeilijke machine. Als je alleen rijdt, is het goed, maar met andere rijders, is het een totaal ander verhaal. Ik kon Fabio niet aanvallen in de laatste sector. Als ik ‘m in de laatste bocht had aangevallen, hadden we misschien met lege handen gestaan”, relativeerde Viñales zijn resultaat. “Toen Joan me inhaalde (in de vijftiende van 26 ronden, red.), begon het vuur weer te branden en ik werd een seconde sneller. Het had deze race beter gekund, maar ook veel slechter als ik was gevallen door Vale’s machine.” Toch zat hij met gemengde gevoelens. “Ik heb maar één punt verloren, maar ik had ook tien punten kunnen winnen op Fabio.” De vaak matig startende Viñales voerde in Le Mans een bijzonder experiment uit. “We hebben geprobeerd om te starten zonder elektronica. De proefstarts gingen goed, in de race niet door al het lawaai om me heen.”
Yamaha maakte donderdag voor de race officieel bekend dat zes engineers, onder wie Project Leader Takahiro Sumi, in quarantaine zaten in Andorra. Eén van de engineers was voor vertrek naar Frankrijk positief getest op corona, waarna hij en vijf negatief geteste collega’s in isolatie gingen in Andorra. De reis naar Le Mans werd noodgedwongen afgezegd en de hoop is dat de Yamaha-engineers wel naar Aragon kunnen komen. Voor de race in Barcelona kreeg het LCR team van Cal Crutchlow te maken met het wegvallen van een positief geteste HRC-engineer.