Navigeren (1) – de basis
Rijden met de motor staat voor veel mensen synoniem aan vrijheid. De luxe hebben om lekker te verdwalen en zo op nooit eerder geziene plekken te komen. Maar wat als de tijd iets beperkter is en je wel maximaal wil genieten? Dan is het slim om met een navigatiesysteem op pad te gaan. Dankzij GPS-systemen en tal van routeplanners is het tegenwoordig heel goed mogelijk om te ‘verdwalen’ zonder tijd kwijt te zijn aan het zoeken van de juiste spannende weg.
Een GPS-route wordt door veel motorrijders vooral als iets lastigs bestempeld. En dan niet zo zeer het rijden van zo’n route, maar juist het vinden of uitzetten, downloaden en importeren van die routes. En ja, dat is het soms ook echt wel… Gelukkig is het de laatste jaren wel een heel stuk eenvoudiger geworden. Navigatieapparaten zijn slimmer geworden, er zijn tal van apps beschikbaar voor smartphones en je hebt een veelvoud aan online routeplanners waarmee je ook zelf met een paar klikken een leuke rit uit kunt zetten. Speciaal voor de mensen die hier helemaal niet bedreven in zijn, hebben wij een aantal handige tips die het rijden en uitzetten van een leuke route een stuk eenvoudiger maken.
Waar ga je rijden?
Stap één bij het vinden of uitzetten van een leuke motorrit is het kiezen van een bestemming waar je van plan bent (om)heen te rijden. Bijvoorbeeld het vakantiehuisje dat je geboekt hebt, het museum dat je altijd al eens hebt willen bezoeken, die droombestemming waarover je laatst al eens in de MotoPlus hebt gelezen of dat ene restaurantje waar iedereen het altijd over heeft. Het maakt niet uit, als je maar een doel voor ogen hebt. Zonder ligt namelijk het gevaar op de loer dat je snel door de bomen het bos niet meer ziet. De wereld zit immers bomvol prachtige plekken en die allemaal in één rit bezoeken is simpelweg niet te doen.
De route
Als het doel bekend is, is het tijd voor de volgende stap. Hoe die ingevuld wordt, ligt een beetje aan je voorkeur. Beschik je namelijk over een modern navigatiesysteem zoals de TomTom Rider 550 of Garmin Zūmo XT, dan is het een kwestie van het navigatiesysteem een start- en eindbestemming (eventueel aangevuld met wat via-punten) geven en het systeem doet de rest. Beide apparaten kunnen namelijk prachtige routes genereren op basis van die informatie. Daarbij heb je zelf de keuze of je snel, bochtig of heel bochtig wil rijden. In de regel is bochtig de beste keuze, omdat het systeem bij ‘heel bochtig’ de neiging heeft wel heel vaak af te slaan om net dat ene bochtje nog mee te pakken. Dat komt het rijden, zeker in Nederland met het zeer goede wegennet, vaak niet ten goede. In een wat minder geasfalteerd gebied, zoals bijvoorbeeld de Eifel, werkt het al een stuk beter.
Hoewel het 9 van de 10 keer perfect werkt, zeker gezien de kleine moeite die het kost, is de ingebouwde routeplanner van TomTom en Garmin niet zonder nadelen. Omdat het systemen de route bepalen aan de hand van een algoritme, wordt niet altijd de meest logische weg gekozen.
Heb je een navigatiesysteem of telefoon met navigatieapp en wil je een bestaande route rijden? Bijvoorbeeld die van het reisverhaal in deze MotoPlus, dan is de aanvliegroute iets anders. In plaats van dat je het navigatiesysteem een route laat ‘bedenken’, start je dan met het downloaden van een zogeheten GPX-bestand. Om het simpel uit te leggen bevatten deze GPX-bestanden een reeks coördinaten die het navigatiesysteem gebruikt om de route die een ander gereden heeft, opnieuw te tonen. Waar je bij het inladen van een GPX-bestand goed op moet letten is of het een Route of een Track betreft. Van beide bestanden kan je navigatiesysteem een rit maken, maar de mate waarin deze op het origineel lijkt, kan sterk verschillen. Dat komt door het aantal coördinaat-punten dat is opgeslagen. In de regel is het zo dat een Route veel minder opgeslagen punten heeft dan een track. Omdat het systeem de verbindende stukjes tussen die coördinaat-punten zelf genereert, kan het zo zijn dat jouw route er net iets anders uit komt te zien dan het origineel. Bijvoorbeeld omdat niet ieder navigatieapparaat hetzelfde kaartmateriaal gebruikt. Maar het kan ook zo zijn dat de weg, nadat de Route werd opgeslagen, is aangepast. In zo’n geval kan de TomTom of Garmin ervoor kiezen een andere weg te nemen om beide punten met elkaar te verbinden. Dat is niet per se een vervelende bijkomstigheid, maar kan er wel voor zorgen dat je net dat ene punt waar je voorganger zo enthousiast over was, mist.
Met een Track wordt dit probleem grotendeels ondervangen. Een Track bestaat namelijk uit veel meer routepunten, waardoor het navigatiesysteem slechts hele kleine stukjes van de rit zelf hoeft te bedenken. Hierdoor is de foutmarge vele malen kleiner, en blijf je dichter bij het origineel. Als er al een verschil is, dan is slechts een nuance.
Heb je de keuze, dan is het dus aan te raden om voor de Track te kiezen. Anderzijds heeft het downloaden van een Route ook voordelen. Zit de brug, die tijdens het uitzetten van de rit, nu bijvoorbeeld dicht, dan zal een Route ervoor zorgen dat je alsnog aan de overkant komt. Met een Track kom je vanzelf voor een dichte brug te staan, en moet je zelf uitzoeken hoe je dit obstakel kunt vermijden. Niet dat dat lastig is overigens, navigatiesystemen zullen vrij snel doorhebben dat je op zoek bent naar de route en kunnen met een beetje herberekening je zo weer op weg helpen.
Hoe je zo’n GPX-bestand op je navigatiesysteem zet, verschilt per fabrikant. Nieuwere systemen bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid het een rit via de ‘cloud’ te synchroniseren. Bij oudere systemen zul je het bestand eerst op een computer moeten downloaden, om deze vervolgens via de meegeleverde usb-kabel op het navigatiesysteem te zetten. Die methode werkt bij de nieuwste systemen overigens ook prima en ervaring leert dat het ook de minst foutgevoelige methode is.
Zelf plannen
Maar wat als je navigatiesysteem niet de mogelijkheid biedt een route te plannen en je ook geen leuke route kunt vinden voor de plek waar je wil gaan rijden? Dan is het natuurlijk ook mogelijk om zelf een rit te plannen. De meest eenvoudige manier hiervoor is gebruikmaken van een van de vele routeplanners die het internet rijk is. Daarbij heb je keuze uit tal van gratis én betaalde (online) aanbieders. Om er een paar op te noemen: Garmin Basecamp, TomTom MyDrive, Tyre to Travel, MyRouteApp, Kurviger, Calimoto, Rever, Furkot en RouteYou. Omdat iedere routeplanner zo zijn eigen functionaliteiten en instelmogelijkheden heeft, is het lastig een beste aan te wijzen. Het komt namelijk vooral neer op voorkeur. Basecamp van Garmin is bijvoorbeeld een programma dat je moet downloaden en werkelijk bomvol functies ziet. Omdat we nu vooral onervaren ritten-planners willen helpen, richten we ons daarom op de wat eenvoudigere routeplanners. Een goed voorbeeld hiervan is de routeplanner van TomTom die je vind via de link mydrive.tomtom.com. Door deze routeplanner van ‘snelste’ op ‘spannendste’ route te zetten is het kinderlijk eenvoudig om een mooie rit uit te zetten van en naar de locatie die jij voor ogen hebt. Zo verandert een rit die normaliter 1,49 uur duurt en vooral over de snelweg loopt, in een tocht over heerlijke secundaire wegen waar je zomaar 3,27 uur mee zoet bent. Wil je langer op pad zijn, dan is de route verder te fine-tunen door extra tussenstops toe te voegen. Eenmaal tevreden over de uitgestippelde route? Druk dan op de knop ‘deel de route’ om eenvoudig het GPX-bestand met jouw route te downloaden en klaar is Kees.
In de volgende aflevering van navigatie duiken we wat dieper in op het zelf plannen van routes en laten we ook zien hoe je reeds bestaande GPX-bestanden naar wens kunt aanpassen.