+ Plus

Rij-impressie Voge 500R en 500DS

Produceren in China om het eindproduct vervolgens onder eigen label te verkopen is de gewoonste zaak van de wereld. Talloze merken doen het en plukken er de vruchten van. En zij niet alleen, want ook de Chinese bedrijven doen hier waardevolle kennis mee op, wat zich langzaam maar zeker vertaalt naar eigen producten. Dat is onder meer terug te zien bij de modellen van het nieuwe merk Voge (niet te verwarren met mode-magazine Vogue). Zij hebben afgelopen jaar op de EICMA namelijk hun nieuwe 500DS en 500R gepresenteerd, die qua techniek sterk stoelen op de Honda CB500 twins. Hoe dat zit én rijdt, mochten wij in west-Frankrijk ontdekken.

Voge zal bij de meeste mensen niet direct een belletje doen rinkelen. En heel vreemd is dat uiteraard niet, want het merk begint pas sinds eind 2019 naamsbekendheid te verwerven op de internationale markten. Dat zit bij moederbedrijf Loncin duidelijk anders. Iedereen die het motornieuws de laatste jaren een beetje gevolgd heeft, heeft ongetwijfeld een keer over dit enorme Chinese bedrijf gelezen. De in 1993 opgerichte Loncin Holding geldt namelijk als één van de grootste bedrijven ter wereld met ruim 20.000 werknemers en een plekje in de top 500 van China. Het is actief in tal van gebieden, variërend van vastgoed en kredietverstrekking tot productie van staal en natuurlijk motorfietsen. Dat laatste, en voor ons het meest interessante, gebeurt weer onder de vlag van Loncin Motor Co. En ook die naam zingt al geruime tijd rond in de branche. Maar dan vooral op de achtergrond. Dat komt door de verschillende samenwerkingen die Loncin Motor Co. heeft en had met andere motormerken. Denk hierbij aan Kawasaki, BMW en MV Agusta. Zo tekende Kawasaki een overeenkomst met Loncin Motor Co. voor de productie en verkoop van Kawasaki’s in China en sloeg BMW de handen ineen met het bedrijf voor de productie van haar middenklasse motorblokken en de C400 motorscooter. Het meest recente voorbeeld van deze samenwerking is uiteraard het blok dat in de nieuwe F900R en F900XR zit. MV Agusta gooit het weer over een heel andere boeg. Het van oorsprong Italiaanse bedrijf, dat nu onder Russisch bewind staat, wil Loncin namelijk niet alleen als productiepartner voor ‘kleine’ Agusta’s gebruiken, maar heeft ook plannen om de Chinese fabrikant te helpen met de ontwikkeling van haar eigen 800 cc motorfiets. En waar kan zo’n machine beter ondergebracht worden, dan bij het premium-merk van Loncin: Voge. Maar zover is het nog niet. De eerste telg uit deze samenwerking wordt namelijk pas in 2021 verwacht. Dus houdt Voge het voorlopig bij dat wat reeds gesneden koek is voor de Aziatische markt. Een vriendelijke 500 cc, in dit geval gebaseerd op het blok uit de Honda CB500, met een aantrekkelijk voorkomen. En wat dat betreft kunnen beide Voge’s die hokjes met gemak aanstrepen. Gezien de huidige populariteit van dit soort ‘lichte’ motoren is dat zeker geen verkeerde keuze. Daarnaast heeft Voge zich voorgenomen het stigma van goedkope Chinese spullen van zich af te werpen en vol te gaan voor een premium beleving.

 

Dat dat geen loze kreet is, is meteen duidelijk als we voor de rit rond beide motoren lopen, ze even aanraken en erop gaan zitten. Nog voor er een meter gereden is, is duidelijk dat de motoren met zorg in elkaar gezet zijn. Het zijn met recht volwassen machines met een modern voorkomen en voor die prijsklasse ook nette afwerking. Neem bijvoorbeeld de led-verlichting rondom. Oke, het is ook veel plastic, maar dat is in dit segment verre van vreemd. Dat wat erop zit, sluit goed aan en is vrij van bungelende kabels. Daarnaast zitten er op beide motoren ook behoorlijk wat onderdelen van gerenommeerde leveranciers. Zo is de vering bij beide motoren afkomstig van KYB, is de remmerij van Nissin en levert Bosch de injectie en ABS. Niet direct namen die je zou verwachten op een Chinese motor en volgens Voge ook het bewijs dat ze inzetten op kwaliteit.
De hoogste tijd om die kwaliteit naar de weg te dirigeren en een lekker stukje te gaan sturen met beide Voge’s. Dat avontuur starten we met de 500DS, de hoogpoter van de twee. Met zijn opvallende rode kleur is het een goed smoelende motor met een aangename zit. De zithoogte van 815 mm in combinatie met een smal zadel en prettig geplaatste voetsteunen zorgt voor een ruime en makkelijke zithouding. Het stuur zit eveneens op de juiste plek en is bovendien voorzien van instelbare hendels. Zeker geen standaard in deze prijsklasse! Hulde. Daarnaast heeft de 500DS een verstelbaar windscherm dat prima in staat is de berijder uit de wind te houden. Het rijden is verder lekker ongecompliceerd. Geen gedoe met rijmodi, geen instelbaar dashboard en ook geen tractiecontrole. Sterker nog, op de veervoorspanning na is er helemaal niets in te stellen. Het overzichtelijke LCD-dashboard toont wat het moet en heeft een goede layout. Of de boel bij flink wat zon van achter ook nog goed af te lezen is, lijkt discutabel maar een echt antwoord krijgen we er niet op omdat de gele vuurbol aan de hemel zich vandaag niet laat zien.
Het Euro4-blok is eveneens een open boek. Bij lage toerentallen is de paralleltwin goed rijdbaar, al gaat het dan natuurlijk niet hard, om er ten noorden van de 4.000 toeren duidelijk meer zin in te krijgen. Hier gaat dan ook duidelijk de voorkeur naar uit. Boven de 7.000 toeren wordt dat al iets minder. Het vermogen neemt hier nog wel wat toe, maar het gaat ook gepaard met merkbaar meer trillingen. Bij 9.000 toeren maakt de begrenzer duidelijk dat de max behaald is. Maar goed, dat is sowieso niet een gebied waar je vaak komt met deze A2-motor. En dat is ook niet nodig, want tussen de 4.000 en 7.000 toeren is het prima mogelijk lekker uitdagend te rijden met de Voge. Klein minpuntje is de gasaanname die soms wat schokkerig aanvoelt. Dat had iets verfijnder gekund. En dat Voge hiertoe in staat is, is onder meer te merken aan de mechanisch bediende zesversnellingsbak die buitengewoon goed en stabiel functioneert.

 

Dat kunnen we helaas niet van de remmen zeggen, die af en toe toch wat zwak voelden. Vooral de initiële beet miste regelmatig wat power. Niet direct merkbaar tijdens de rustige etappes, maar wel toen het er wat sportiever aan toe ging. Helemaal toen we van de 500DS overstapten op de naakte 500R. De veel actievere zithouding gecombineerd met een nagenoeg recht stuur, nodigt namelijk uit tot uitdagend stuurwerk. En, eenmaal bedacht op de rem, is dat ook zeker goed mogelijk. Technisch is de 500R verder identiek aan de 500DS. Dus ook hier een lekker ongecompliceerde motor zonder poespas en een adequaat blok. Qua comfort is de naked uiteraard ook wat minder goed bedeeld dan de 500DS. Dus geen windscherm en een wat krappere kniehoek. Verder is deze machine, met zijn kortere veerweg, ook prima in staat om wat minder fraai asfalt glad te strijken.
Heeft Voge goud in handen met beide motoren? Dat zal de tijd leren. Onze eerste indruk is in ieder geval overwegend positief. Zeker gezien de aanschafprijs van beide motoren. Alleen die Euro4-homologatie kan het merk parten gaan spelen. Vanaf 2021 moeten alle motoren die nieuw verkocht worden namelijk aan Euro5 voldoen. Daarnaast is het dealernetwerk nog wat karig met op het moment van schrijven welgeteld twee zaken. Jammer, want een goed dealernetwerk is toch wel belangrijk bij een nieuw merk als Voge. Dat Loncin, en dus Voge, prima in staat is betrouwbare motorfietsen te bouwen hebben ze meer dan eens bewezen. Maar voor iedereen hiervan overtuigd is, is goede zichtbaarheid zeker zo belangrijk.

Lees meer over

BMW Honda Kawasaki Voge 500DS 500R

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...
Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...