Mijn Trots – Guus van Goethem
« Terug naar Mijn TrotsBekende naam, maar geen bekend gezicht? Dat kan kloppen, want normaliter staat Guus van Goethem (65) achter de camera, niet ervoor. Die camera was er deels verantwoordelijk voor dat de geboren en getogen Achterhoeker een uitzonderlijk lange tijd motorloos door het leven ging, maar aan die droogteperiode bracht deze “beautiful black Bonnie” afgelopen jaar een eind. “Ik heb iets terug gevonden, dat ik nooit heb gemist!”
“In ons gezin ademde het altijd al motorfietsen. Dat kwam niet door kennissen of familie, het zat er gewoon. Samen met mijn jongere broer was ik ook altijd met brommers bezig. Beetje bij ons in de tuin rijden, maar ook zo’n ding helemaal uit elkaar trekken, omdat we nieuwsgierig waren naar die techniek. Van een kennis van m’n vader kregen we op een gegeven moment een 250cc tweetakt Sparta motor, zo’n twinnetje. Ik was geloof ik een jaar of twaalf, niet veel ouder. Dat ding hebben we helemaal verbouwd tot een halve crosser en in een paar jaar helemaal aan puin gereden. Hij was goed gebruikt zeg maar. Mijn hele jeugd stond in het teken van brommers en motoren, ik kon ook niet wachten tot m’n zestienden wanneer ik eindelijk met de brommer de weg op mocht. Mooie tijd was dat. Ik ben ik weet niet hoe vaak van zo’n ding afgeklapt, veel te hard rijden hè! Je zag ook geen gevaar. Al toen ik zeventien was kocht ik mijn eerste motor, een CB250 die bij ons in het dorp te koop stond. Moest ik dus wachten tot ik eindelijk mijn oefenvergunning had. Daarvoor moest je aan de gemeente opgeven waar je naar toe moest en en precies voor dat rondje kreeg je dan die vergunning. Mijn ronde was een kilometer of acht lang en die kan ik nu nog dromen. Natuurlijk wilde ik op mijn achttiende direct het motorrijbewijs halen, maar mijn vader had andere plannen. Het was destijds best belangrijk om een autorijbewijs te hebben en hij zag het al gebeuren. Als ik mijn motorrijbewijs zou hebben, dan kwam dat autorijbewijs er nooit. Daar had ‘ie ook wel een punt, dus moest ik eerst het autorijbewijs halen. Toen ik dat had, heb ik nog dezelfde dag de aanvraag voor het motorexamen gedaan. Man, wat was ik blij toen ik dat eindelijk had. Na de CB kocht ik mijn eerste nieuwe motorfiets, een Suzuki T500. Moest ik wel wat geld van m’n vader lenen, want ik zat toen in dienst en dat verdiende niet echt goed. Maar daarna ging ik gewoon werken, kwam er meer geld en toen kocht ik elke twee à drie jaar wel een nieuwe motor. Toch ben ik nooit een echte toeristische rijder geweest, het ging vooral om het hard rijden. We gingen bijvoorbeeld alle wedstrijden af, Grands Prix, de races op de Hollandse startencircuits, alles gezien, overal geweest. Die sport trok me geweldig, fantastisch vond ik dat. Fotografie was een andere hobby van me en bij die wedstrijden maakte ik ook altijd foto’s. Op een gegeven moment gaat zo’n balletje dan rollen, werd ik gevraagd om eens wat foto’s aan te leveren aan bladen, omdat ik er toch altijd was. Zo kreeg de fotografie steeds meer een professioneel karakter, dat schept echter dan ook bepaalde verplichtingen. Door al die fotospullen moest ik wel met de auto. Ik had weliswaar nog een Suzuki GT750, maar die stond eigenlijk altijd stil. Ik wilde ‘m ook niet wegdoen, maar reed er ook niet op, dus is ‘ie uiteindelijk toch weggegaan. Een goede 25 jaar heb ik niet gereden, nooit het gevoel gehad dat ik het rijden miste. Toch heb ik wel altijd tegen m’n vrouw gezegd dat ik ooit wel weer een motor wilde, wanneer ik wat meer tijd had. Toen ik afgelopen jaar voor jullie die oude en nieuwe Katana moest fotograferen, toen begon dat gevoel echt door te drukken en ben ik actief op zoek gegaan naar een motor. Was ik toen een goede, nette oude Katana tegengekomen, dan had die het maar zo kunnen worden. Ik vind die oude stijl namelijk prachtig. Maar wat me een beetje tegenstond is dat de rijprestaties van zo’n oude motor niet voldoen aan de huidige standaard. Dat vind ik zo ideaal aan de Bonneville, oude looks, maar het is wel een moderne motor. Ik heb ooit zo’n Bonneville voor de camera gehad en sindsdien is die altijd blijven hangen, echt een serieus mooi ding. En omdat zwart als een soort van rode draad door mijn leven loopt, was het op een gegeven moment wel duidelijk waar ik naar op zoek moest, een Bonneville T100 Black. Deze kwam ik tegen bij Brabant Motors, die verkochten hem voor een klant. Hij zag eruit alsof ‘ie net uit de showroom kwam en omdat ik een mooie prijs kon afdwingen, heb ik ‘m direct gekocht. September vorig jaar was dat. De eerste kilometers naar huis waren nog wat onwennig. Rijden is als zwemmen, dat verleer je niet, maar het echte gevoel was er eerst nog niet. Thuis de boel even laten bezinken en toen een dag of twee later weer op pad gegaan, gewoon even helemaal alleen. En toen kwam het heel vlug terug. Ik begon ook alweer wat meer gas te geven. Ja, heerlijk gevoel was dat. Toen pas realiseerde ik me dat ik iets terug had gevonden, dat ik nooit had gemist. Dat ik dat gevoel ooit heb kunnen vergeten, snap ik nu nog niet. Ik hoor eindelijk weer bij de groep, en dat voelt fantastisch!”