Yoan Warmerdam – Suzuki GSX750
« Terug naar Mijn TrotsDe droom om een Suzuki GSX750 te bezitten zat er al vroeg in bij Yoan Warmerdam. Toen hij op zijn 21ste de motorfiets voor het eerst zag, wist hij namelijk meteen dat dit de ware voor hem was. “De eerste motorfiets met zestien kleppen!”, aldus de nu in Doetinchem woonachtige muzikant. Toch duurde het tot 2013 voor hij de stap echt zette.
“Ik net een nieuwe Honda CB750F2 gekocht voor 4.700 gulden, toen de GSX750 uitkwam. Wat had ik die motor graag willen hebben. De eerste zestienklepper, hoekig zoals dat in die tijd mooi was en ook nog eens met versnellingsindicator. Pure charme. Daar hoeven fabrikanten tegenwoordig niet meer mee aan te komen. Nu moet alles agressiever, strakker en meer van ‘kijk mij nou’. Al had deze motor dat destijds ook wel hoor. Ik mag het misschien niet zeggen, maar als je destijds op deze motor rond reed dan kon je iedere meid uit het dorp aan de haak slaan. Maar ja, ik had net die Honda. En zelfs als ik deze zou inruilen om een nieuwe GSX te kopen, moest er geld bij. En dat had ik op dat moment niet. Toch bleef de motor door mijn kop spoken. Altijd met het idee er ooit echt een te kopen, om het vervolgens steeds niet te doen. Tot 2013, toen mijn vader en moeder overleden. Binnen één week was ik beide ouders kwijt. Op maandag overleed mijn moeder en mijn vader hebben we de zondag erop op bed gevonden. Ze zeggen wel eens: tot de dood ons scheidt, maar dat duurde in dit geval dus maar een week…
Dit verlies bracht me wel tot inzicht. Vooral dat ik dingen die ik graag wil doen, niet moet blijven uitstellen. Je denkt wel van, dat komt wel. Maar als je ouders dan ineens wegvallen, ben jij de volgende. Want plots wordt je geconfronteerd met het feit dat het leven echt eindig is. Toen dacht ik: ‘Ik ben nu 61, als ik het nu niet meer doe. Dan doe ik het nooit meer.’ Dus besloot ik mijn jongensdroom waar te maken, en een Suzuki GSX750 te kopen.
En omdat die nieuw niet meer te krijgen zijn, werd het dus een tweedehands. Drie om precies te zijn. Ik wilde hem namelijk zo puntgaaf mogelijk hebben en die waren niet te vinden. Dus heb ik van uiteindelijk drie donormotoren alle bruikbare onderdelen afgehaald en daar deze motor van gemaakt. Dat was wel een project. Zeker in het begin heb ik me meer dan eens afgevraagd waar ik in godsnaam aan was begonnen. Geen van de motoren was namelijk echt origineel. Maar samen hadden ze wel genoeg originele delen om er weer een echte GSX750 van te maken. Maar op een gegeven moment krijgt het vorm en krijg je er ook steeds plezier in. Het is gelukkig ook makkelijk sleutelen met dit soort fietsen, want je kunt overal prima bij. Kijk het hele blok uit elkaar halen, daar begin ik ook niet aan. Was ook niet nodig, want één van mijn donormotoren was technisch zeer goed in orde en had slechts 41.000 kilometer op de teller staan. Van een andere motor heb ik weer de brandstoftank gebruikt, omdat ik wel die originele striping wilde hebben. En omdat die motor toevallig blauw was, is het dus die kleur geworden. Maar ja, toen liep ik tegen het probleem aan dat het spatbord en de behuizing van de koplamp bij die blauwe motor verre van goed waren. Dus heb ik die weer vervangend door de corresponderende onderdelen van mijn zwarte GSX, om ze vervolgens in kleur te laten sluiten. Dat bleek overigens nog lastiger dan gedacht, want de verf die ze destijds gebruikten is nu nergens meer te vinden. Dus een kenner zal zien dat het niet helemaal klopt. Maar ik vind het prachtig.
En dan het uitlaatsysteem. Een puntgaaf exemplaar voor deze motor is nagenoeg niet te vinden. Ook de beste van mijn drie motoren, kwam met wat gebreken. Zo was de balanspijp helemaal verrot. Daarvoor ben ik dus maar naar Mile Pajic gereden. Na vijf maanden sleutelen, is dit het eindresultaat. En het is, als ik dat zelf mag zeggen, goed gelukt. Laatst nog, toen mijn motor naast een K1600 GLT geparkeerd stond, liepen alle grijze postduiven niet om de BMW maar om mijn motor. Zo van: ‘Ohja! Die heb ik ook nog gehad’. Dat is toch leuk om te zien.
Daarnaast heeft het hele project me ook op het mentale vlak enorm geholpen. Zo zit er ook een groot deel rouwverwerking in de motor. Het was namelijk een periode waarin ik heel veel bezig was en ook heel veel kon nadenken. Een beetje zoals dat boek van Robbert Pirsig; ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’. Rust vinden in het sleutelen en ondertussen alles op een rijtje zetten. Proberen alles te snappen. Dat is allemaal in deze motor samengesmolten.
Of ik nu nog meer dromen heb? Zeker! Zo zou ik heel graag een keer iets maken met het blok van een CBX. Dat vind ik zo’n prachtig blok. Maar dat gaat niet echt gebeuren hoor, want daarvoor ontbreekt het mij aan technische kennis. Dat wil niet zeggen dat ik nu stil zit. Want ik ben bezig met het schrijven van een boek over de vijfkwartsmaat dat High Five gaat heten. Dat is mijn volgende uitdaging. En ondertussen blijf ik natuurlijk ook op mijn Suzuki rondrijden.”