Valencia, Spanje
Marc Marquez liet bij de finale in Valencia zien dat niemand dit jaar beter was dan hij. De Repsol Honda-coureur wachtte geduldig af achter Fabio Quartararo om vervolgens vernietigend toe te slaan. Achter bekroonde Jack Miller een uitstekend seizoen met zijn vijfde podium van het jaar. De Grand van Valencia van 2019 zal echter vooral de geschiedenis in gaan als de laatste grand prix van Jorge Lorenzo. Op donderdag kondigde hij toch nog onverwacht zijn afscheid aan.
De race was bijna bijzaak in wat vooraf een wat plichtmatig weekend leek te gaan worden. Dankzij Lorenzo’s aankondiging van zijn vertrek een lawine van geruchten veroorzaakte. Marc Marquez keek tijdens het weekend al vooruit naar 2020, door al naar eigen zeggen ‘concepten’ voor het komend seizoen in de week te leggen. Al op zaterdag na de kwalificatie liet de wereldkampioen blijken vol vertrouwen te zijn. Quartararo was voor de zesde keer dit jaar de snelste in de kwalificatie, maar vanaf de tweede startplek kon hij op zijn raceritme vertrouwen, wist Marquez. Terecht, want na zeven ronden passeerde de aanvankelijk naar de vijfde plek teruggevallen Marquez de Fransman en consolideerde zijn voorsprong tot de finish. Quartararo werd nooit echt bedreigd door kopstarter tegen wil en dank Jack Miller, die op zijn beurt genoeg snelheid had om Andrea Dovizioso en Alex Rins achter zich te houden, in wat hij zelf ‘één van mijn beste MotoGP-races’. Maverick Viñales, indrukwekkend snel en constant tijdens de trainingen, werd worstelend met grip teleurstellend zesde voor rookie Joan Mir. Daarmee leverde Viñales maar één punt in op de als vijfde finishende Alex Rins, en verzekerde zich zo van de derde plaats in de eindstand. Voor het eerst sinds 2007 werden zo de eerste vier plekken in het kampioenschap bezet door vier verschillende fabrikanten, met Honda voor Ducati, Yamaha en Suzuki. Met zijn twaalfde overwinning was Marquez dik tevreden. “Het was een waanzinnig seizoen, het beste in mijn carrière”, vond Honda’s enige top 10-finisher dan ook, na wat hij noemde ‘mijn slechtste start van het seizoen’. Bovendien had hij nóg een doel bereikt, samen met Jorge Lorenzo. “We zijn het seizoen op de best mogelijke manier geëindigd, met ook het teamkampioenschap.”
Met zijn zevende podium klom Quartararo ook naar de vijfde plaats in de eindlijst, mede omdat Danilo Petrucci crashte in de verraderlijke omstandigheden, waarbij de harde koude wind in alle klassen voor veel valpartijen zorgde. Dat hij de laatste kans miste om zijn toch al wonderbaarlijke seizoen nog meer kleur te geven met een overwinning, zat Quartararo niet dwars. “Natuurlijk had ik liever gewonnen, maar deze tweede plaats is niet erg. Ik wist dat Marc een betere pace had, mijn doel was het podium”, gaf de ‘Best Independent Rider’ aan. “Ik heb vorig jaar veel slechte commentaren over me heen gekregen. Dat ik geen plek in de MotoGP verdiende, dat ik er niet klaar voor was…. Ik heb er dit jaar hard aan gewerkt, samen met mijn team dat ik ook moet bedanken. Zij hebben mij de kans gegeven.”
Zelden zal een als dertiende finishende rijder zoveel applaus hebben gekregen bij terugkomst in de pitlane. Maar een voorzichtig koersende Jorge Lorenzo verdiende het op basis van zijn fantastische carrière. “Nu voel ik een totaal gevoel van vrijheid”, vertelde hij na zijn 297e grand prix-start. “Ik ben blij en trots.” Na zijn veertiende plaats in Maleisië besloot hij om niet aan zijn tweede contractseizoen op de Repsol Honda te beginnen. Van zijn collega’s kreeg Lorenzo na zijn opvallend kalme verklaring op donderdag een staande ovatie. Op het circuit waar hij in 2015 zijn derde MotoGP-wereldtitel behaalde vertelde de 32-jarige Mallorcaan dat zijn leven vanaf zijn derde in het teken had gestaan van de motorsport. “Totale toewijding, met veel intensiteit en ik ben een perfectionist. Dan heb je motivatie nodig om door te gaan. Dat was de reden dat ik na negen jaar op Yamaha, misschien wel mijn beste periode in mijn carrière, een stap nodig had, naar Ducati. De resultaten waren eerst slecht, maar ik heb nooit opgegeven en dat leidde tot die prachtige overwinning (2018, red.) voor alle Ducati-fans in Mugello. Toen kreeg ik de kans om een wens te vervullen die veel rijders hebben, namelijk rijden voor het Repsol Honda Team.”
Maar Lorenzo begon al geblesseerd aan 2019 toen hij tijdens een offroadtraining zijn schippersbotje brak. “De machine voelde nooit natuurlijk voor mij”, erkende hij. “Ik dacht dat het een kwestie van tijd zou zijn. Het ging beter, tot die akelige (test-)crash in Barcelona en daarna die hele lelijke val in Assen.” Lorenzo brak twee ruggenwervels en zocht na drie wedstrijden rust vergeefs naar vorm en vertrouwen. In die tijd flirtte hij onhandig met Ducati. “Toen ik opstond in de grindbak in Assen dacht ik ‘Jorge, is dit het allemaal waard, ik ben er klaar mee’. Thuis heb ik er over nagedacht, omdat ik geen overhaaste beslissing wilde nemen. Maar ik had niet meer het geduld en de motivatie. Ik hou van de sport, maar ik hou vooral van winnen en ik realiseerde me dat dat in deze korte periode niet realistisch is, mijn doel was niet haalbaar. Het spijt me voor iedereen bij Honda en vooral voor Alberto (Puig), want hij heeft me de kans gegeven. Ik zei hem ‘vertrouw me, je gaat er geen spijt van krijgen’. Maar helaas, het spijt me. Dit is voor Honda en voor mij de beste beslissing. Wij moeten niet gaan voor een top 5 of zelfs een podium; wij moeten gaan voor overwinningen.”
Lorenzo maakte op zijn vijftiende verjaardag zijn grand prix-debuut in 2002, een jaar later stuurde hij zijn Derbi 125 naar een eerste overwinning. Na twee opeenvolgende kwartlitertitels op Aprilia, debuteerde Lorenzo als MotoGP-coureur in 2008 als teamgenoot van Valentino Rossi bij Yamaha. In 2010 werd Lorenzo met Wilco Zeelenberg als teammanager MotoGP-wereldkampioen, in 2012 en 2015 volgden nog twee titels. De vurige coureur die in 2005 nog geschorst werd vanwege onbesuisd rijgedrag, ontwikkelde zich tot een unieke stylist pur sang, bewonderd om zijn extreme concentratievermogen, eigenzinnigheid en doorzettingsvermogen. Met zijn eerste grand prix-zege in Brazilië, zijn eerste 250 cc-titel in 2006, zijn eerste MotoGP-zege in Portugal in 2008, maar ook de Dutch TT van 2013, toen hij op donderdag een sleutelbeen brak, ’s avonds werd geopereerd in Barcelona en op zaterdag als vijfde finishte – ‘een bewijs wat het lichaam kan als de geest wil’ – en zijn derde en laatste MotoGP-wereldtitel in Valencia 2015 gaf Lorenzo zijn persoonlijke top 5 na achttien grand prix-seizoenen. Lorenzo won 68 GP’s – 47 daarvan in de MotoGP – en scoorde 152 podiums. Zonder één top 10-klassering eindigde Lorenzo als negentiende in het kampioenschap, zijn slechtste in twaalf jaren MotoGP. Terwijl Dorna-baas Carmelo Ezpeleta aankondigde dat Lorenzo volgend jaar in Jerez zal worden opgenomen in de MotoGP Legends Hall of Fame, roemden zijn tegenstanders hem. Teamgenoot Marquez noemde hem ‘een groot kampioen’ en herinnerde zich zijn eerste kampioensdiner in 2010. “Ik at alles wat me werd voorgezet. Kaas, hamburgers, alles…. Jorge werd boos en zei dat ik op mijn voeding moest gaan letten”, lachte Marquez. Andrea Dovizioso’s carrière ging gelijk op met die van Lorenzo. “Hij was mijn grote rivaal, sinds de EK125-races”, aldus Dovi, in 2017 en 2018 teamgenoot van de Spanjaard. “Ik weet nog dat hij huilde toen hij een race won in 2004 tegen mij. Ik huilde omdat ik niet won. Dat was nog in de tijd dat we huilden als we niet konden winnen.”
Valentino Rossi, zeven jaar Lorenzo’s teamgenoot, memoreerde hun legendarische duel in Barcelona 2009, waar hij Lorenzo voor het insturen van de laatste bocht passeerde. “In het parc fermé omhelsden we elkaar. Ook als je niet de grootste vrienden bent, kun je wel genieten van zo’n bijzondere race. Hij was één van de grootste coureurs uit de moderne racegeschiedenis.”
Gedurende het grand prix-seizoen 2019 werd negen maal het polerecord verbeterd, zeven maal werd het ronderecord scherper gesteld en zes keer was de racewinnaar sneller dan de beste raceduurtijd. Ook Marc Marquez brak records; achttien podiums in negentien races is een unicum, een voorsprong van 151 punten op de vice-wereldkampioen was ook nog niet eerder vertoond. “Het probleem is dat mensen hier aan gaan wennen, maar dit seizoen was niet normaal”, realiseerde Marquez zich. “Normaal is dat je als wereldkampioen vijf of races races wint en dan probeert om op het podium te komen. Waar ik vooral trots op ben, is dat het team het hele seizoen dezelfde instelling heeft gehouden. Vooral Alberto (Puig) blijft me pushen. Hij klaagde ook dat ik in de warm-up onderuit ging (Marquez’ tweede crash van het weekend en zijn veertiende in 2019, red.).”
Voor het derde jaar op rij werd Andrea Dovizioso tweede in de titelstrijd. Dovizioso won echter slechts twee races – twee minder dan vorig jaar – en finishte bovendien met één race meer op de kalender één keer minder in de top 3. Maverick Viñales zorgde voor Yamaha’s enige twee overwinningen van 2019, nadat hij ook vorig jaar al voor de enige zege had gezorgd voor de constructeur uit Iwata. In de laatste acht races van het jaar behaalde hij 109 van zijn 211 punten. Gedurende de laatste GP’s toonde Viñales weer regelmatig de snelheid die Yamaha van hem verwachtte. Vierde man Alex Rins liet te vaak te veel liggen in de kwalificaties – vier keer moest hij via de omweg van Q1 een plek bemachtigen bij de snelste twaalf qualifiers in Q2. Naast zijn twee indrukwekkende overwinningen in Austin en Silverstone, stond echter ook maar één tweede plaats in Jerez. Vorig jaar werd Rins vijfde overall, dit jaar vierde; ondanks het feit dat hij twee top 3’s minder scoorde dan in 2018. “We wilden races winnen en dat doel hebben we bereikt”, vertelde Suzuki-teammanager Davide Brivio. “De laatste races waren wat minder, maar overall zijn we tevreden. We moeten constanter worden. De machine kan beter, zeker het blok vergelen met de Honda en de Ducati, maar ook het chassis moeten we niet vergeten.”
Met zes poles en zeven podiums presteerde Fabio Quartararo ver boven de verwachtingen. Indrukwekkend was bovendien dat hij in niet minder dan 31 trainingssessies de snelste was; alleen Marquez scoorde met 43 ‘sessie-toppings’ beter. Daarnaast leidde hij 73 raceronden; alleen Marquez topte dat met 264 ronden. Terwijl Quartararo steeds beter werd, vertoonden Danilo Petrucci’s prestaties na zijn derde plaats in Barcelona – het laatste zijn drie opeenvolgende podiums – een neergaande lijn. Dankzij Petrucci’s geweldige zege in Mugello was Ducati wel het enige fabrieksteam met twee winnende rijders. “Het was mijn eerste jaar in het fabrieksteam en ik heb nauwelijks rust gehad in de winter. In augustus was ik al erg moe”, probeerde de Italiaan uit te leggen. “Ik begon foutjes te maken en er was de druk van de derde plaats in het kampioenschap. Maar niemand eiste van mij dat ik wereldkampioen zou worden. Volgend jaar moet ik gefocust blijven op de race, niet op het kampioenschap.”
Met twee ‘runner ups’ in de eerste drie wedstrijden leek Valentino Rossi al vroeg te hebben gepiekt. Door ‘dezelfde (grip-)problemen als de laatste tijd’ kwam Rossi in Valencia niet verder dan de achtste plaats, maar een zevende positie in de eindstand, een evenaring van zijn minste resultaat op Ducati in 2011, was minder dan de 40-jarige Italiaan had verwacht. “Ik had verwacht dat ik dit seizoen competitiever zou zijn”, gaf Rossi toe. “Vooral in de eerste helft hadden we het moeilijk, daarna werden we sneller, maar op het podium kwamen we niet. Het is wel een belangrijk seizoen geweest voor Yamaha. In de vorige jaren waren we technisch verdwaald en was de concurrentie alerter, dit jaar hadden de (interne) veranderingen effect. Dat stemt optimistisch.”
Jack Miller toonde minder ongebreidelde agressie en meer volwassenheid gedurende het seizoen. Zijn vijf podiums en een achtste plaats in het eindklassement waren al een soort sollicitatie voor 2021 voor het Ducati-fabrieksteam. Cal Crutchlow crashte minder dan vorig jaar, maar echter wel zes maal in een race; zo ook in Valencia. De 34-jarige Brit werd mede dankzij drie podiums negende in de eindstand, nog ruim voor Franco Morbidelli. KTM’s Pol Espargaro en de steeds sneller wordende Suzuki-rookie Joan Mir completeerden het snelste dozijn van 2019.
Voor de vijfde keer dit jaar was de 26-jarige Marc Marquez in Valencia de oudste man op het podium. “Ik haat het om verslagen te worden, maar misschien wordt het volgend jaar lastiger met deze twee naast me”, wees Marquez naar Quartararo en Miller naast hem. Zij zullen in 2020 niet de enige twee rijders zijn die Marquez’ jacht op een negende titel zo moeilijk mogelijk willen maken.